Een stabiele hosting infrastructuur, als tech start-up kan je niet zonder. Bloovi zat samen met specialist ter zake: Thijs Feryn van Combell. Het hostingsbedrijf uit het Gentse helpt tech-startups via hun Cloud Angel Fund, maar geeft start-ups ook specifiek advies. Thijs Feryn vertelde ons waar start-ups op moeten letten wanneer ze bouwen aan een toekomstbestendige software-applicatie. 3 Tips op een rijtje:

1.     Erken het belang van een goede datastrategie

Feryn schat het belang van een stabiele datastrategie hoog in. En terecht. “Vooral bij tech start-ups groeit het besef dat data en de bijhorende database noodzakelijk zijn voor het succes van hun software,” legt hij uit. “Precies daarom hebben ze een datastrategie nodig. Als jonge onderneming is het nuttig jezelf enkele vragen te stellen.

Hoe zit je business nu precies in elkaar? Op welke manier ga je dat uitwerken op gebied van data? En dan kun je de data in een structuur gieten. Het zogenaamde ‘datamodelleren’. Richt je pijlen ook op een databasetechnologie die past bij de data van je onderneming.”

Volgens Feryn is aandacht voor optimalisatie een tweede pijler binnen de databasestrategie.  “Eenmaal je live gaat met je applicatie, zal je zien welke impact de database heeft. Op zowel de werking als de performantie,” gaat hij verder. “Kijk hoe het vlot. Evalueer de prestaties, en optimaliseer je huidige database indien nodig. Niemand zegt trouwens dat je één enkel systeem moet gebruiken. Voeg eventueel andere technologieën toe aan je project. Ter vervanging, of als aanvulling. Denk maar aan NoSQL-tools zoals MongoDB, Cassandra of ElasticSearch. Opties genoeg.“

2.  Kies een programmeertaal die je kunt “spreken” 

En dan komt het programmeerwerk. PHP, Ruby, Python en Javascript zijn slechts enkele mogelijke programmeertalen. De beslissing ligt bij jou. Als het van Feryn afhangt, maak je beter een berekende keuze.

“De programmeertaal kies je in functie van productiviteit,” verklaart hij. “Kies één of meerdere talen die je bedrijf voorzien van maximale efficiëntie. Zo moet het ecosysteem van de programmeertaal de geschikte componenten en frameworks bieden. Op die manier hoef je het wiel niet opnieuw uit te vinden. En heb je dus sneller resultaat. Een matuur framework met stabiele componenten biedt ook een zekere kwaliteitsgarantie. Ook wanneer je extra mankracht aanwerft. Ga je voor een mainstream technologie, is er een grotere kans dat meerdere mensen de programmeertaal beheersen. Resultaat: ze zijn sneller inzetbaar,” besluit Feryn.

3.  Blijf bouwen aan je applicatie

Veel ondernemers denken dat eens de applicatie gebouwd is, het werk erop zit. Niets is minder waar. Feryn geeft toe dat dit een valkuil is. “Verder denken dan het functionele? Dat is een uitdaging,” bevestigt hij. “Probeer de gebruikerservaring van je software realistisch in te schatten. Bouw je applicatie niet zomaar vanuit je eigen idee. Stel altijd je users centraal. En sleutel aan je tool in functie van hun ervaring. “

Feryn beseft als geen ander dat ook de veiligheid van een applicatie essentieel is. “Je software moet waterdicht zijn,” vult hij aan. “Dat dekt meerdere ladingen. Eerst en vooral moet je tool beveiligd zijn tegen indringers. Toch gaat waterdichtheid ook over de algemene softwareperformantie. Het perfecte voorbeeld is een plotse stijging in het aantal bezoekers of gebruikers. Is je software wel bestand tegen plotse pieken? Hier niet op anticiperen, maakt je slachtoffer van je eigen succes.”

“De snelheid en bereikbaarheid van je applicatie hebben een directe impact op de gebruikerservaring”, concludeert Feryn.

Meten is dus weten. En verbeteren. Iets wat enkel mogelijk is in een flexibele infrastructuur. Kwestie van snel in te spelen op veranderingen. Hiervoor heb je niet alleen geschikte medewerkers nodig. Strategisch en technisch advies, dát creëert pas toegevoegde waarde.