Zijn dochter is elf en mag dus over vijf jaar in Amerika met de auto leren rijden. ‘Maar ik denk niet dat het nog nodig zal zijn’, zegt Marc Vanlerberghe, de hoogst geplaatste Belg bij het Amerikaanse internetbedrijf Google en een veteraan van Silicon Valley. ‘Hier kan je de toekomst al zien.’

Het is donderdagmiddag bij Google in Mountain View, Californië. De gemiddelde leeftijd op het hoofdkwartier van het internetbedrijf lijkt nog lager dan gewoonlijk. Doorgaans heeft de campus al veel weg van een kleine, groene studentenstad, met jonge ingenieurs en techies die tussen de vele gebouwen fietsen of vergaderen in het gras. Maar vandaag krioelt de bijenkorf nog harder.

Het is Bring Your Kids To Work Day

De Googlers mogen hun kroost meenemen om hen te laten proeven van de sfeer en van allerhande kindvriendelijke randactiviteiten. Maar, zo geven de posters op de deuren aan, ook voor de jongsten geldt de instructie ‘Please be Googley’, een volgens de pr-dame onvertaalbare term die het midden houdt tussen ‘wees hoffelijk’ en ‘volg regels’. Bij Google zijn veel werknemers trouwens zo jong dat het bedrijf onlangs ook een Bring Your Parents To Work Day inlaste.

Google werkt met de ‘tandenborsteltest’. Het wil producten de wereld in sturen die honderden miljoenen mensen gebruiken, liefst twee keer per dag.

Langs de buitenkant is het moeilijk om je voor te stellen dat in Googleplex ook echt wordt gewerkt, maar hier huist wel degelijk het machtigste en invloedrijkste internetbedrijf ter wereld. Dicht bij de top staat Marc Vanlerberghe, een 50-jarige Kortrijkzaan met al bijna twee decennia ervaring in Silicon Valley.

Als marketingdirecteur voor Google Play - Googles onlinewinkel voor muziek, films, ruim 1,4 miljoen apps en andere content – en voor de retailactiviteiten is hij de hoogste landgenoot in de hiërarchie. Tegelijk is hij sinds kort adviseur bij Google Capital, de investeringspoot die speurt naar mature techondernemingen die een mooie aanvulling kunnen vormen op de brede Google-portefeuille.

Vanlerberghe belandde bij Google in 2007, na de verkoop van zijn start-up Quios, een dienst voor marketing via sms. Eind jaren negentig werkte hij ook nog voor Proximus. ‘Ik ben altijd een ondernemer geweest. Bij Google, waar de geest van innovatie en ondernemerschap heel sterk leeft, heb ik dat nooit moeten opgeven’, vertelt hij op het terras, terwijl achter ons de mini-Googlers geboeid naar een kinderanimator luisteren. 

‘Ik wilde niet gaan werken voor een gewoon bedrijf. Hier heb ik het gevoel dat ik ondernemer ben gebleven. Ik ben de voorbije acht jaar constant met nieuwe dingen bezig geweest. Google is een omgeving waarin je die vrijheid altijd krijgt.’

Toen hij bij Google begon, heetten de grootste spelers in de gsm-markt Nokia en Blackberry, en waren Scandinavië en Japan de globale hotspots. Sindsdien heeft Silicon Valley die sector naar zijn hand gezet en delen Google en Apple de lakens uit. Het is een van de meest tastbare voorbeelden van hoe het gebied ten zuiden van San Francisco als geen ander de kracht en de macht heeft om volledige industrieën op hun kop te zetten.

En het toont aan in welke mate de uitvindingen die hier worden gedaan heel snel een rechtstreekse impact hebben op het dagelijks leven van mensen wereldwijd. Het is een vaak gehoorde boutade: sinds kort hebben meer mensen toegang tot een mobiele telefoon dan tot een proper toilet.

Frontlinie

De Google-Belg stond de voorbije jaren aan de frontlinie van de mobiele revolutie. In zijn eerste rol was hij marketingdirecteur voor Android, het mobiele besturingssysteem dat intussen meer dan 70 procent van alle smartphones wereldwijd doet draaien. ‘Dit succes had niemand hier verwacht’, zegt Vanlerberghe. Niet alleen is het kleine toestel in onze broekzak het gereedschap bij uitstek geworden waarmee we ons leven in goede banen leiden, het is in amper enkele jaren ook de basis voor meerdere miljardenondernemingen gebleken.

Zonder smartphone was er nooit een Uber, een Snapchat of een WhatsApp, allemaal bedrijven die hun fenomenale succes te danken hebben aan de slimme telefoon.

Foto: Sergey Brin & Larry Page

In diezelfde periode heeft ook Google zelf een indrukwekkende metamorfose doorgemaakt. Het bedrijf van oprichters Larry Page en Sergey Brin heeft zijn tentakels uitgespreid en groeide van online zoekmachine tot een veelarmige techoctopus die zowel wijd verspreide software maakt (de browser Chrome, de videowebsite YouTube, de e-maildienst Gmail) als futuristische hardware (robots, autonome auto’s, slimme thermostaten, wifi-luchtballons), en heel veel daartussenin.

Met de miljarden dollars die het met de verkoop van advertenties bij zoekopdrachten verdient, waagt Google zich graag aan moonshots, waanzinnig ambitieuze ideeën met een minimale kans op slagen maar een maximale potentie om de wereld voorgoed te veranderen. De bezigheden van Google zijn amper te overzien. Apple-oprichter Steve Jobs zei ooit tegen Page: ‘Ik vind dat jullie te veel doen.’ Waarop Page: ‘Maar jullie doen niet genoeg.’

Als maatstaf voor zijn ambities hanteert Google intern een ‘tandenborsteltest’: de bedoeling is om producten de wereld in te sturen die door honderden miljoenen mensen worden gebruikt, liefst twee keer per dag. De enormiteit heeft als gevolg dat haast elke beweging vanuit Googleplex rimpels veroorzaakt.

Om een idee te geven van het belang dat Google inneemt in de informatiewereld, een overzicht van de vele manieren waarop het bedrijf de afgelopen tien dagen alleen al nieuws maakte. Google lanceerde Project Fi en experimenteert als gsm-operator. Google ontketende ‘mobilegeddon’ en past zijn zoekalgoritme aan zodat sites zonder mobiele versie lager in de zoekresultaten eindigen.

Google geeft gebruikers de kans hun volledige zoekgeschiedenis te downloaden. Google breekt een lobbyrecord en spendeerde in het eerste kwartaal 5,5 miljoen dollar in Washington DC. En, uiteraard, Google is in de ogen van de Europese regulatoren te machtig en misbruikt zijn positie om eigen producten en diensten te promoten.

Over dat laatste kan en mag Vanlerberghe niet veel zeggen. ‘Google is groot geworden, en daar hoort een grote verantwoordelijkheid bij. Aan ons om ervoor te zorgen dat alle bezorgdheden bij het publiek een antwoord krijgen. Maar dat is niet eenvoudig.’

Hoe hebt u Google de afgelopen jaren van binnenuit zien veranderen?

Marc Vanlerberghe: ‘We zijn veel complexer dan toen ik hier begon. Maar het gaat erom innovatief te blijven. Andere bedrijven krijgen het moeilijk om te blijven innoveren naarmate ze groter worden en hebben dan de neiging te vertragen. Google probeert altijd de best mogelijke ingenieurs aan te trekken. Dat krijg je alleen voor elkaar met heel ambitieuze projecten.

Wat het extra interessant maakt om hier te werken, is dat honderden miljoenen mensen Google-producten gebruiken. Een ingenieur bereikt met zijn werk misschien wel 1 miljard mensen. Onmiddellijk! Dat is een fenomenaal aantrekkelijk gegeven voor mensen die veel impact willen hebben.

De software van Google is overal. Er is Android voor telefoons, horloges, tablets en auto’s. Wat is de volgende stap in die strategie?

Vanlerberghe: ‘Het potentieel van al die technologie is enorm, omdat ze op termijn veel natuurlijker geïntegreerd zal raken in ons dagelijkse leven. Nu zit je telefoon in je broekzak en je smartwatch om je pols en je tablet nog ergens anders. Maar het lastige is dat ze constant updates nodig hebben, gesynchroniseerd moeten worden. Wat we daarom gaan zien, is een steeds natuurlijkere integratie van technologie, zodat die moeilijkheden verdwijnen.

Zodat je gewoon kan spreken tegen de technologie, en je antwoorden krijgt van je toestel, of dat nu een telefoon, een horloge of een bril is. Voor een geek als ik is Silicon Valley Disneyland. Het is heel inspirerend in een omgeving te leven waar iedereen groot denkt en wilde dromen najaagt.

Google lijkt een duidelijke visie te hebben op onze nabije toekomst. Wat is er over vijf jaar zeker anders?

Vanlerberghe: ‘Een smart assistant dus, die altijd bij je is en je helpt zonder dat je er extra handelingen voor moet uitvoeren. Volledig seamless, zonder friction. Je ziet de elementen daar nu al voor. Wat ook geïntroduceerd zal zijn, is de autonome, volledig computergestuurde auto. Wij zijn ermee bezig, andere bedrijven ook, en hij staat voor de deur.

Mijn dochter is elf, dus mag ze hier in de VS over vijf jaar, als ze 16 is, met de auto leren rijden. Maar ik denk niet dat het nog nodig zal zijn. Ik hoop dat ze gewoon een autonome auto kan nemen, en dat wij als ouders niet meer bezorgd moeten zijn dat er iets ergs gebeurt. Ik geloof erin.’

Het lijkt nog altijd futuristisch?

Vanlerberghe: ‘Bij dit soort baanbrekende technologie is de typische reactie van veel mensen dat ze nog volledig klinkt als toekomstmuziek. (schakelt over naar Engels) They overestimate the immediate impact, and they underestimate the longterm impact. Dat was het geval voor de smartphone doorbrak. Als je zit te wachten op spectaculaire vooruitgang, moet je niet maand per maand kijken, maar over enkele jaren. Als je vijf jaar terugkijkt, is het onvoorstelbaar.

De mobiele markt is volledig verschoven van hardware naar software. En van verschillende plaatsen in de wereld naar Silicon Valley. Hetzelfde met andere toestellen. Neem auto’s: Tesla heeft zijn auto’s onlangs een upgrade gegeven door nieuwe opties toe te voegen die de eerste stap zijn richting automatisering. Je krijgt een nieuwer automodel door een software-update!’

Google lijkt constant klaar te staan om nieuwe markten te betreden en voort te bouwen op de bestaande technologie. Is er een rode draad?

Vanlerberghe: ‘De basisdoelstelling is om het internet beter en sneller beschikbaar te maken. Dat willen we echt vooruitduwen. Vandaar de nieuwe gsm-dienst, of de snelle kabelservice die we in sommige steden hebben. We doen dat ook via onze eigen hardware: we maken zelf smartphones en tablets om aan te tonen wat volgens ons de beste Android-toestellen zijn. En we hebben de laptop Pixel gemaakt om andere fabrikanten te tonen wat de perfecte laptop is voor onze software.

Vanwaar komt die gedrevenheid om te investeren in hyperambitieuze, schijnbaar willekeurige moonshots? Wat is het masterplan?

Vanlerberghe: ‘Het geloof leeft hier dat computertechnologie belangrijke problemen kan oplossen en de wereld kan verbeteren. Dat zit hard ingebakken in de Google-cultuur. Het is iets waar Larry en Sergey allebei heel sterk in geloven. Als ze kansen zien om dat te realiseren, dan gaan ze ervoor. De zelfrijdende auto is daar een voorbeeld van. Hij is zonder twijfel revolutionair en heel goed voor de mensheid, als je kijkt hoeveel mensen het leven laten in de auto.

Google bouwt voort op zijn technologie, zoals Google Maps, om dat te realiseren. Als we een groot probleem zien, en we denken dat we de technologische capaciteiten hebben om dat aan te pakken, is het de investering waard.’

In Silicon Valley zeggen ze graag dat de toekomst hier al bezig is. Hebt u dat gevoel ook?

Vanlerberghe: ‘Ja. Voor een geek als ik is Silicon Valley als Disneyland. Het is heel inspirerend in een omgeving te leven waar iedereen zo focust op innoveren en op het realiseren van grote dingen, en waar iedereen groot denkt en wilde dromen najaagt. De Valley is zo gestructureerd dat mensen met heel ambitieuze ideeën veel steun kunnen krijgen bij bestaande bedrijven of bij investeerders om er zelf een bedrijf van te maken. De snelheid waarmee dat gebeurt, neemt alleen maar toe.’

‘De Valley heeft ook kritische massa, en dat is een zichzelf versterkende factor. Bedrijven en ondernemers komen naar hier omdat andere bedrijven en ondernemers hier zitten. Dat betekent niet dat dit de enige plek is waar nieuwigheden vandaan moeten komen.

België heeft ook enorm veel troeven: heel goede universiteiten en een open economie. Maar in digitale economie staan we nog wat achter, met 3 procent van het bruto binnenlands product. Dat is 6 procent in Nederland en 9 procent in het VK. We hebben wat achterstand in te halen, maar alles is daarvoor voorhanden.’

U werkt al twintig jaar in de Valley. Wat maakt de streek zo uniek?

Vanlerberghe: ‘Het ongelooflijke optimisme bij de mensen. Het weer helpt daar natuurlijk bij. En dat leidt tot een drang om te ondernemen. Iedereen wil hier een entrepreneur zijn. Maar ondernemen en proberen te innoveren is een ‘messy business’. Het lukt vaker niet dan wel.

En dus moet je bereid zijn mislukking te aanvaarden en open te staan voor verandering. Dat leeft hier sterk, eigenlijk in de Amerikaanse cultuur in het algemeen. Een goede illustratie vind ik het feit dat mensen constant verhuizen. Ik ken geen Amerikanen die hun hele leven op dezelfde plek hebben gewoond. Ze komen en gaan overal. Je moet hier bereid zijn je telkens opnieuw helemaal aan te passen.’

bron: dit artikel verscheen op 24 april in De Tijd en werd geschreven door Roel Verrycken