Net 24 jaar en toch kan Frederic Jacobs al van een indrukwekkend cv spreken. Hij ontwikkelde een van de meest beveiligde berichtenapplicaties ter wereld én werkt binnenkort voor Apple. Daar mag hij  de toestellen nog beter beveiligen. Dat Apple voor de Belgische Jacobs koos, is niet toevallig.

Een van de veiligste messaging apps die er bestaan

Wanneer zelfs Edward Snowden met jouw app een sms’je durft versturen, dan weet je dat het goed zit. Jacobs was de hoofdontwikkelaar van Signal, een sterk beveiligde berichtenapplicatie. ‘Een van de best beveiligde apps die er bestaan’, vertelt beveiligingsexpert Bart Preneel (KU Leuven). Geen wonder dat Apple Jacobs een job aanbood, want het bedrijf ligt de laatste tijd erg onder vuur wat betreft privacy.

Apple weigert namelijk om privégegevens van hun iPhone gebruikers vrij te geven. Dat leidde zelfs al tot een geschil met de Amerikaanse FBI. Die laatste stapte naar de rechter omdat ze er niet in slaagden de iPhone van een drugsdealer te kraken.

Eerder vertikte de technologiereus ook om een backdoor te maken die in staat zou zijn om iPhones te hacken. De FBI wilde immers dat Apple een aangepaste versie van iOS zou maken die in staat zou zijn om de telefoon van een terrorist te kraken die in december in San Bernardino veertien slachtoffers maakte.

"Uitzonderlijk dat Belg door Apple gevraagd wordt"

Om te voorkomen dat ze nog voor die keuze gezet worden, wil Apple hun smartphones zó beveiligen dat zelfs zij niet meer in staat zijn om de toestellen te kraken. Daar moet Frederic Jacobs nu voor zorgen. Pieter Verdergem, professor Nieuwe Media en ICT aan de UGent, zegt dat het enorm uitzonderlijk is dat een Belg door Apple gevraagd wordt. Maar Jacobs heeft dan ook talent.

“Dat bewijst al het feit dat hij aan de Zwitserse universiteit Ecole polytechnique fédérale de Lausanne studeerde. Daar geraakt een doorsnee student niet binnen.” besluit Van Verdegem nog.

Momenteel kan Jacobs nog niks kwijt over z’n nieuwe job, maar het valt niet te betwisten dat dit een unieke kans is. 

bron: De Standaard