“Bezint eer ge begint”: het is een cliché, maar ook bij het gebruik van Google Analytics is het van toepassing. Vaak gaan gebruikers overhaast aan de slag met de cijfers, zonder ze eerst kritisch in vraag te stellen of de correctheid ervan na te gaan. Wij sommen hier alvast de meest frequente valkuilen op bij het gebruik van Google Analytics-data.

1. Meet enkel de relevante data

Velen zijn zich er niet van bewust dat Google Analytics data vaak bevuild is. Spambots en ghost spam zorgen ervoor dat de cijfers niet volledig zuiver zijn. Google slaagt er in een deel van dit irrelevante verkeer te weigeren, maar steeds glippen er snoodaards door de mazen van het net. Daarnaast wordt verkeer op je website dat van jezelf afkomstig is ook altijd geregistreerd, tenzij je het er handmatig uit laat filteren.

De volgende aanpak zorgt ervoor dat je enkel relevante cijfers voorgeschoteld krijgt door Google Analytics. Maak 3 weergaves aan om je data in op te vangen:

  • Een master weergave: Hierop is geen enkele filter van toepassing. Hier vang je dus álle data – zowel de relevante als de irrelavante – op.
  • Een test weergave: Hierin kan je nieuwe filters testen alvorens ze in de gefilterde weergave te implementeren.
  • Een gefilterde weergave: Deze verzamelt enkel de relevante data op basis van insluit- en uitsluitfilters. Deze weergave gebruik je om met je cijfers aan de slag te gaan.

Het lijkt misschien niet de meest efficiënte manier om met Google Analytics te werken, maar het is zonder twijfel de slimste én de veiligste.

2. Bounces beïnvloeden je cijfers

Een hoge bounce rate is een teken aan de wand. Verwachtingen van bezoekers worden mogelijk niet ingelost. Maar wist je dat bounces ook een invloed hebben op de gemiddelde sessieduur? De gemiddelde sessieduur wordt als volgt berekend:

(totale duur van alle sessies) / (aantal sessies)

Gezien er altijd twee interactiepunten nodig zijn om een tijdsduur te kunnen berekenen, wordt er bij een bounce (slechts één interactie, nl. laden van de landingspagina; het verlaten van de website wordt niet als interactie aanzien) een tijdsduur van 0 seconden gerekend. Een bounce wordt echter wel als sessie meegeteld. Dit betekent dat de gemiddelde tijdsduur steeds een onderschatting is, gezien de teller gelijk blijft maar de noemer gaat stijgen bij bounces. Om een accurater beeld te krijgen van de gemiddelde sessieduur is het dus beter om te segmenteren op de niet-bounced sessies. Naast bounces beïnvloeden exitpagina’s ook de gemiddelde sessieduur.

3. Interpreteer je verkeersbronnen correct

De verkeersbronnen van je website mag je niet letterlijk interpreteren. Google Analytics hanteert het principe van de ‘laatste niet-directe bron’ voor terugkerende bezoekers. Wat betekent dit?

Een concreet voorbeeld:

Stel: je zoekt in Google naar ‘web agency Antwerpen’. Eén van de resultaten in de SERP is calibrate.be. Je bezoekt deze website door op de link te klikken in de SERP. In Google Analytics wordt deze sessie op calibrate.be geregistreerd onder ‘google’ als verkeersbron. Wanneer je de dag erna rechtstreeks naar de website surft en dus niet via een organische zoekmachine, wordt je sessie toch geregistreerd onder ‘google’ als verkeersbron. Een terugkerend direct bezoek wordt dus geregistreerd onder de laatste niet-directe bron. Stel dat je de week erna vanuit een e-mailcampagne naar calibrate.be surft, dan wordt deze sessie onder de verkeersbron ‘e-mail’ geregistreerd aangezien je niet direct naar de website surft. Niet-directe verkeerbronnen kunnen dus wel overschreven worden.

Dit is een zeer belangrijke nuance bij het analyseren van deze cijfers. Standaard is de tijdspanne voor de laatste niet-directe bron, indien beschikbaar, 6 maand. Het kan wel naar wens aangepast worden.

4. Helder data uit organische zoekmachines op

Om vooruitgang te boeken op het vlak van verkeer via organische zoekmachines, moet je over de correcte data beschikken. Sinds het najaar van 2013 schermt Google een groot deel van deze informatie af in Google Analytics. Wanneer je de keywords wil raadplegen waarmee je website via organische zoekmachines werd bezocht, is meer dan 95% van de keywords ‘not provided’. Hoe kan je dan toch ontdekken voor welke keywords je website goed scoort en via welk keyword je website wordt gevonden?

Goed nieuws, dat kan! De oplossing ligt in een koppeling met een andere Google-tool, nl. Google Search Console. Wanneer deze tool gekoppeld wordt aan Google Analytics is het mogelijk om voor de verschillende zoekqueries o.a. het aantal weergaves in de SERP, kliks, gemiddelde positie en CTR te raadplegen. Heel waardevolle informatie als je jouw organisch verkeer wil optimaliseren. Kortom: een stap die je zeker niet mag vergeten!