Iedereen wordt er wel mee geconfronteerd: van zodra je na het werk thuis komt gaat de pc aan. Het ontspanningsmechanisme nummer één. Hoewel je je in de ‘besloten omgeving’ van je huis bevindt, word je toch direct geconfronteerd met het bestaan van de medemens. En neen, ik heb het hier niet over een naar aandacht snakkende huisgenoot, maar wel over de trage internetverbinding die je het gevoel geeft dat de voltallige straat het volledige internet aan het downloaden is.

Netneutraliteit?

Je internetprovider heeft hierop handig ingespeeld door actief in te grijpen in het gebruik van haar infrastructuur. Voor vele early internet adopters is zo’n ingrijpen absoluut not done. Het basisprincipe van internet was het end-to-end-kenmerk. Iedere gebruiker is gelijk, en elk stukje data wordt verwerkt volgens het first-come-first-serve principe. Dit heet ‘netneutraliteit’.

Dankzij netneutraliteit kan is iedere gebruiker gelijk. Het gaat immers niet op dat enkele gebruikers het algemeen gebruiksgemak van iedere internetgebruiker volledig naar beneden zouden halen. Voor zware downloaders bestaan er bovendien snellere, duurdere, verbindingen en abonnementen. In België wordt voornamelijk de techniek van een ‘data cap’ toegepast, dewelke het internetgebruik aan een data-limiet onderwerpt. Dit is een minder problematische vorm van ingrijpen, hoewel velen het niet eens zullen zijn met deze stelling.

Internetproviders hebben geld geroken

De internetprovider heeft ondertussen wel een volledig arsenaal aan technieken om internetgebruik te regelen, traffic shaping genaamd. Bepaalde data wordt bewust vertraagd of zelfs geblokkeerd, terwijl andere juist voorrang krijgt. En de internetprovider heeft niet alleen geld geroken, maar ook hard nodig. We willen namelijk steeds snellere internetverbindingen en dus moet infrastructuur aangepast en onderhouden worden.

Omdat je internetprovider beseft dat hij reeds op de grenzen botst van wat de consument over heeft voor zijn internetverbinding besluit hij een andere tactiek. Het geld halen waar het geld zit, namelijk de providers van internetdiensten en applicaties. En waarom ook niet, providers van diensten zoals Netflix en YouTube vormen nu eenmaal een zware belasting van het netwerk. Die dienstenproviders staan trouwens niet allemaal weigerachtig tegenover extra betalen, voor zover dit hun dienst ten goede komt.

Voorrangsregime

Alleen, we mogen  niet naïef zijn. Wat gebeurt er met je data die niet onder het ‘voorrangsregime’ valt? Vanuit ideologisch standpunt is het eveneens problematisch dat de internetprovider een totale willekeur aan de dag kan leggen in zijn ingrijpen. In bepaalde landen is dit reeds schering en inslag, denk hierbij maar aan de recente blokkering van een BBC nieuwsartikel in Maleisië.

In de VS heeft Obama ervoor gezorgd dat de Federal Communications Commission (FCC) netneutraliteit in haar regels heeft opgenomen. Dat wil zeggen, internetproviders kunnen nog wel ingrijpen voor zover dit binnen de grenzen van het redelijke valt, namelijk geen ‘blocking’ van bepaalde data en geen onredelijke discriminatie. Deze regels zijn nu onder vuur komen te liggen door een uitspraak van het US  Court of Appeal, district Columbia.

Waarom is er nood aan netneutraliteit?

De voornaamste reden is het feit dat er reeds intouchables bestaan op internet, zijnde de internetproviders en de reeds bestaande grote providers van diensten en applicaties. Zonder bevestiging van netneutraliteit maken we van het internet zo goed als zeker een onderonsje tussen beide spelers. De internetprovider zal zijn rol als ‘maker-of-kraker’ volledig kunnen uitspelen.

Sta mij even toe een kleine voorspelling te maken. De internetprovider zal die dienstenproviders helpen die haar de nodige incentives daartoe geven (lees, betalen). Het zal deze spelers alvast geen incentive geven om op verantwoorde wijze om te gaan met de beperkte infrastructuur. Aangezien ze er toch (stevig?) voor betalen zullen zij wellicht niet al te veel moeite troosten in de ontwikkeling van meer efficiëntere diensten die een lager dataverbruik impliceren.

Wanneer een dienstenprovider echter niet binnen het plaatje van de internetprovider past, zal er eenvoudigweg rechtstreeks of onrechtstreeks voor gezorgd worden dat deze diensten niet, of veel minder, worden gebruikt. Op de meest subtiele wijze door de snelheid van de diensten oninteressant laag te maken, minder subtiel door de diensten eenvoudigweg niet meer toegankelijk te maken. Geen voorspelling zonder grond, want in Nederland vond de mobile internetprovider KPN het gepast om haar klanten de toegang tot Whatsapp en Skype te ontzeggen omdat online diensten direct ingaan tegen haar eigen telefoniediensten.

De kleintjes zullen bloeden

Om een lang verhaal kort te maken: de kleintjes zullen bloeden. Hiermee bedoel ik niet alleen rechtstreeks maar ook onrechtstreeks. Het internet is altijd gekenmerkt geweest door ‘garage-innovatie’, namelijk de kans dat buurjongens met een gezonde dosis aan creativiteit en inzet een wereldproduct kunnen lanceren vanuit hun achterkamer. Vele van de grote dienstenproviders kennen een gelijkaardige oorsprong nota bene. De nieuwe Larry Page zal alvast over meer middelen moeten beschikken wil hij dezelfde kwaliteitsvolle dienst kunnen leveren.

Ook nadelen voor consument

Ik had nog wat bloed beloofd; bij deze de consument. Zonder bevestiging van netneutraliteit komt de kwaliteit van de gemiddelde internetverbinding mogelijk in gevaar. Als men een bepaalde dienst voorrang verleent, komt dit altijd ten nadelen van zij die geen voorrang genieten. Het gewone internetgebruik zal dus gedegradeerd worden tot een ‘dirtroad’.

Net dit is hetgene wat men vanuit de EU wil vermijden. In de huidige voorstellen lijkt het er alvast op dat de internetprovider voorrang kunnen verlenen aan dienstenproviders, zolang het gewone internetgebruik hier geen nadelen van ondervindt. Met het stijgende dataverbruik in het vooruitzicht lijkt het voor ons alvast een uitdaging om ‘gewone internetgebruik’ te definiëren.

Ryan Heath, Woordvoerder van Neelie Kroes, bevoegd voor de EU digital agenda:

Laten we misschien ook het sociale aspect van netneutraliteit niet vergeten. Diverse nationale en internationale armoede-organisaties wijzen steeds meer op de noodzaak aan een goede internetverbinding om sociale isolatie tegen te gaan. Hoewel het slechts vrij recent op hun kaart staat, zijn we nu al nieuwe manieren aan het bedenken om onderscheid te maken.

Benieuwd wat de toekomst brengt. Hoe denk jij over netneutraliteit?