Wat de natuur ons kan leren over problemen oplossen en innoveren, is waar biomimicry over gaat. Bloovi-redacteur Mischa Verheijden vroeg bioloog en transitiedeskundige Leen Gorissen en Biomimicry PhD-kandidaat Daphne Fecheyr-Lippens om uitleg: “De natuur heeft 3,8 miljard jaar voorsprong in research en development op de onze.”

Heb je nog nooit van biomimicry gehoord? Ik ook niet voordat ik met Leen Gorissen en Daphne Fecheyr-Lippens ging praten. De term biomimicry komt van het Griekse 'bios' en ‘mimesis’, dat respectievelijk leven en imitatie betekent. Bij biomimicry gaat het er dus om wat we van de natuur kunnen leren om problemen op te lossen en ons te laten inspireren voor nieuwe uitvindingen.

Leen Gorissen: “De mens denkt vaak dat zij het beter weet: waarom zouden wij, die het meest ingewikkelde brein hebben, niet met de beste oplossingen komen? Maar daar draait het niet altijd om. De natuur heeft 3,8 miljard jaar voorsprong in research en development op de onze.

Als je de geschiedenis van de aarde samenvat in één kalenderjaar, dan neemt de volledige geschiedenis van de mens plaats in het laatste half uur van de laatste dag. De Industriële revolutie in de laatste 2 seconden. Dat wil zeggen dat onze innovatie heel primitief is in vergelijking met die van de natuur.

biomimicry-geschiedenis-aarde-1-kalenderjaar

Daphne: “Waarom zouden wij, degenen die de jongste species op aarde zijn, dus de beste manier weten om die oplossingen te ontdekken? Die miljoenen jaren hebben er misschien voor gezorgd dat iemand anders al met de oplossing is gekomen. De natuur is bovendien niet gepatenteerd, dus je kunt bij wijze van spreken in je achtertuin inspiratie opdoen.

Biomimicry is een nieuwe lens, een nieuwe bril om naar problemen te kijken en je de vraag te stellen of de natuur al  uitgeteste voorbeelden of oplossingen voor je probleem heeft.”

Biomimicry-denken kan startupwereld versterken

Ik spreek Daphne Fecheyr-Lippens en Leen Gorissen kort na hun sessie tijdens de Ignition Bootcamp van nexxworks.

Daphne Fecheyr-Lippens Biomimicry
Daphne Fecheyr-Lippens (foto: nexxworks)

Daphne vertelt dat ze na haar master biochemie aan de Universiteit Gent op haar honger bleef zitten. Het is de TED-talk van Janine Benyus, die haar wereld op zijn kop zet. En passant aan haar toegestuurd door een vriend doet die talk Daphne inzien dat wetenschap echt tot toepassingen kan leiden. Hoe de natuur oplossingen kan bieden voor problemen en tot anders nadenken over innovatie aanzet.

Daphne trekt naar Ohio om in the middle of nowhere aan de University of Akron als eerste een PhD Biomimicry te doen. Daar middenin de natuur deed ze onderzoek naar duurzame bouwmaterialen.

Inmiddels is ze terug thuis, omdat ze zich meer Europeaan dan Amerikaan voelt, zegt ze. Maar ook omdat ze als co-founder aan de wieg staat van Jaswig, producent van innovatieve standing desks. De start-up waarover we onlangs hier op Bloovi berichtten dat ze negen maanden na de succesvolle Kickstarter-campagne al een omzet van een kwart miljoen euro realiseert. Ook voor de startupwereld heeft biomimicry een meerwaarde gelooft ze:

“Ik geloof dat biomimicry-denken de startupwereld helemaal omver kan gooien. In die zin dat start-ups veel meer moeten gaan nadenken over hoe ze als systeem gaan functioneren en een startupcommunity kunnen creëren.“

Niet zo’n goede designers, ingenieurs en managers als we zelf denken

Leen Gorissen Biomimicry
Leen Gorissen (foto: nexxworks)

Leen Gorissen is bioloog en transitiedeskundige bij VITO. Ze behaalde haar doctoraat aan de Universiteit van Antwerpen op communicatie bij vogels. Daarna kwam ze in het bedrijfsleven terecht.

En daar viel haar iets op:

“Eén van de eerste dingen die mij opviel in de bedrijfswereld is hoeveel ontzettend goede specialisten er rondlopen, maar vrijwel geen generalisten.

Iedereen zit een probleem van een probleem of een detail van een detail te optimaliseren, maar niemand ziet de samenhang die er tussen de dingen en de systemen nodig is. Daardoor worden er oplossingen bedacht die nog meer problemen veroorzaken.”

Wat mij blijft inspireren, is dat de natuur al miljoenen jaren bestaat. Wij zijn een product dat die natuur heeft uitgevonden, dus misschien moeten we eens kijken hoe de natuur problemen oplost. Misschien kunnen we dingen leren, die ons helpen om veel sneller duurzamer te worden. Dat is hoe ik er ben ingerold.

Als transitiedeskundige bij VITO denkt ze na over hoe we die grote omslagen kunnen maken en naar systeemverandering kunnen toewerken. Daarnaast is ze in bijberoep gestart om best practices in de natuur te vertalen naar ingenieurs, designers en managers en zo de principes van de natuur toe te passen in hun dagelijkse praktijk. Een soort ask a biologist to the design table or the boardroom table. Gewoon om te inspireren.”

Die vertaling is een uitdaging beaamt Daphne: “Het natuurdenken is meer een taal die alleen biologen begrijpen en daarom designers, engineers en zakenmensen vaak niet bereikt.”

Leen: “Heel ons industrieel systeem draait op 10% efficiëntie wat betekent dat onderweg 90% van alle grondstoffen verloren gaat. Ons voedselsysteem consumeert tien keer zoveel energie als dat het ons oplevert. Tegen 2050 zal er meer plastic in de zee zitten dan vis. Wij zijn dus echt niet zo’n goede designers, ingenieurs, en managers als we denken. Eens we dit beseffen, is het niet zo gek om te onderzoeken hoe de organismen die al miljoenen jaren bestaan omgaan met grondstoffen, energie ...

Drie op vijf bedrijven verdwijnt in komende tien jaar

Leren van de natuur, hoeveel mensen staan daar voor open. Of hun verhaal niet met scepsis wordt ontvangen, wil ik van de twee vrouwen weten. Of hun verhaal niet als kwats wordt afgedaan en zij eigenlijk de heksen van de moderne tijd zijn?

“Met wetenschappelijke diploma’s dan wel!” lacht Leen, “De wereld zit zo in elkaar. Je hebt heel conservatieve, behoudsgezinde bedrijven en je hebt heel innovatieve bedrijven.

Het zijn altijd de koplopers en pioniers die dingen in gang zetten. Bedrijven die zich niet aanpassen aan de dynamiek van verandering, zullen fossielen worden, net zoals in de natuur.

Waarom biomimicry relevant is voor bedrijven? Disruptie accelereert, zegt Peter Hinssen. Sommigen zeggen dat we leven in een tijdperk van verandering. Transitieprofessor Jan Rotmans, stelt dat we leven in een verandering van tijdperk. Hij stelt dat drie op de vijf bedrijven in de komende tien jaar gaan omvallen.

En wie heeft het meest ervaring met verandering en disruptie? De natuur! Daarom is het voor bedrijven nuttig om door die bril naar innovatie te kijken.

Grote bedrijven die enorm investeren in innovatie hebben allemaal biomimicry al ontdekt. HP, NASA, P&G, Johnson & Johnson en hier in België Nike: zij zijn allemaal al vollebak bezig met biomimicry. Als die succesvolle businessmodellen opzetten, gebaseerd op biomimicry, dan zal het vanzelf aan belang winnen.

Tapijtenfabrikant Interface bijvoorbeeld, die heeft zich om tapijten te ontwikkelen, laten inspireren door de georganiseerde chaos van een bladerdek op de grond van het bos. Door patronen van tegels zo te ontwerpen, past elke tegel op elke andere plek en vermijd je heel wat installatieafval.

Hun businessmodel is zo succesvol dat ze sinds de start van hun Mission Zero, productieafval met 84% heeft gereduceerd. De besparing op vermeden afvalkosten bedraagt meer dan 450 miljoen dollar. Hun broeikasgasemissies zijn met 41% gedaald. Als er zo meer voor zich sprekende voorbeelden komen, dan verwacht ik dat meer en meer bedrijven en mensen de waarde van biomimicry gaan inzien.”

Silodenken doorbreken

Daphne: “Toen Janine Benyus’ boek Biomimicry: innovation inspired by nature verscheen, wisten ze in de bibliotheek niet of ze het nu onder biologie of onder technologie moesten plaatsen.”

Biomimicry: innovation inspired by nature, het boek van Janine Benyun

Leen: “Dat typeert ook hoe we nog altijd in silo’s denken en in silo’s georganiseerd zijn. Je hebt allemaal departementen en elk departement probeert een zo goed mogelijke oplossing te maken. Maar als ze niet samenwerken met de andere departementen komen we echt niet vooruit. Je blijft wel optimaliseren, maar in suboptimale oplossingen. De integratie is cruciaal.

Als je kijkt naar de ecosystemen, de netwerken, in de natuur, dan is zwermtechnologie heel toepasselijk voor de digitale revolutie.

Vleermuizen wonen met honderden of zelfs duizenden in heel donkere grotten met vaak maar een heel kleine uitvliegopening. En toch botsen ze zonder centrale controle niet tegen elkaar en landen ze perfect op de plaats die voor hen bestemd is. Kijk volgens dat principe naar Zaventem. Zonder controlesysteem: vleermuizen kunnen het, wij niet.”

Vleermuizen doen aan echolocatie en volgens dat principe is er nu een fiets ontwikkeld voor blinden. Die fiets bootst de strategie van een vleermuis na om blinden te laten fietsen door geluidsgolven uit te sturen en door de respons weet hij of hij naar links of naar rechts moet sturen.”

Het anternet en wood wide web

Of wat we van het anternet van mierenkolonies kunnen leren over wat de toekomst voor de digitale netwerken gaat brengen. Mieren die bestaan al miljoenen jaren en zijn door natuurlijke selectie en evolutie enorm goed geworden in het vinden en aanboren van nieuwe grondstoffen.

Daar zitten algoritmes achter die heel effectief zijn in het omgaan met beperkingen en variabiliteit. Als je dat algoritme toepast om het dataverkeer op internet te regelen, dan leer je gewoon van mieren hoe je internetverkeer veel slimmer kunt sturen.

Nog een voorbeeld hoe je wederzijdse waardecreatie kunt stimuleren of genereren. Het is samenwerking, en niet competitie, dat bossen doet groeien. Bossen hebben eigenlijk internet uitgevonden. Ze noemen dat het wood wide web.

Ondergronds is er een heel slim netwerk waarbij wortels van bomen samenwerken met zwammen en schimmels om niet alleen informatie te delen, maar ook om grondstoffen door te geven. Stel je voor dat ons internet grondstoffen en energie kan doorgeven, zoals het wood wide web nu doet.

Als Jeremy Rifkin het heeft over het energie-internet van de toekomst, dan heeft hij zijn inspiratie gehaald bij het wood wide web.”

Is natuur waardevoller dan technologie

Is de natuur dan waardevoller dan technologie? Of komt technologie voort uit de natuur?

Leen: “Als mensen zijn we onderdeel van de natuur. En wat we als mens maken, is ook nog altijd onderdeel van de natuur. Ik zou de twee niet loskoppelen, dan is dat weer silodenken. Ik geloof dat er heel veel kracht zit in wat wij nog kunnen leren van de natuur om onze technologieën en organisatievormen te optimaliseren.

Als we bijvoorbeeld de omschakeling naar hernieuwbare energie willen maken, hebben we inderdaad een energie-internet nodig. Niet iedereen kan op dezelfde plek evenveel energie opwekken maar je kunt wel veel beter uitwisselen. Daar zit echt nog heel veel potentieel in.”

Daphne: “Momenteel is het gevoel dat de digitale wereld ons aan het controleren is, maar eigenlijk zouden wij de digitale wereld moeten controleren om het op zo’n manier te gebruiken dat het ons ten goede komt.

Dat is een kwestie van evolutie en ook dat is een mooie les uit biomimicry: alles is gebaseerd op evolutie, op uittesten, onder druk zetten en verfijnen.

Ik denk dat wij nu in een fase van ‘onder druk staan’ zitten en dus aan het verfijnen zijn. Het blijft work in progress. Elk moment in de tijd zijn wij, zowel als mens als alle technologieën, work in progress. 

Met biomimicry kunnen we proberen dat ‘onder druk staan’ te simuleren om zo het verfijnen te versnellen. Stop met te denken dat wij het alleen zijn. Door bij onze voorgangers te kijken, kunnen we met echt succesvolle strategieën sneller vooruit komen.”

De natuur heeft zoveel ervaring in netwerkdenken

Leen: “Het netwerkdenken gaat nog belangrijker worden en de natuur heeft zoveel meer ervaring in netwerkdenken dan wij.

Het wood wide web, waar ik het net over had, is daar een mooi voorbeeld van: een boom die aangevallen wordt door een insect begint signalen uit te zenden, zowel onder de grond als geursignalen, die andere bomen opvangen. Die lezen die signalen en weten dat er een insect is dat ook hen kan aanvallen. Ze reageren daarop door signalen uit te zenden die roofdieren aantrekken om dat insect op te eten.

En zo zie je dat het systeem meer is dan de som van al zijn onderdelen. Een echt goed functionerend systeem. Bedrijven moeten ook zo beginnen denken als deel van een groter, ruimer ecosysteem.”

Daphne: “Een mooi voorbeeld hiervan is de starfish en spider-analogie. Dat gebruiken de meesten die gaan nadenken over het netwerk en communities rond zich willen creëren zodanig dat dat verschil verdwijnt. Als je van een spin een poot afsnijdt, dan gaat hij manken en als je het hoofd afsnijdt, dan sterft de spin.

Een zeester heeft geen hoofd en als je een arm van een zeester afsnijdt, dan ontwikkelt er zich een volledig nieuwe arm. Maar die afgekapte arm kan zelf een volledig nieuwe zeester ontwikkelen.

Dat kan een zeester, omdat het een volledig gedecentraliseerd besturingssysteem heeft. Dat zorgt voor een redundant besturingssysteem dat meer veerkracht heeft. Door te zorgen voor het netwerk rondom ons, zorgt het netwerk dat wij succesvoller worden. Amazon gebruikt dat bijvoorbeeld.

biomimicry-balans-veerkracht-efficientie
Bron: Journal of Futures Studies

Daarbij is het belangrijk  dat erover nagedacht wordt: als je net iets teveel decentraliseert, zoals bij de illegale muziekhandel waarbij de controle en verantwoordelijkheid volledig is zoek geraakt, dan krijg je virusinfecties. Letterlijk. Je moet goed nadenken over hoeveel zeester- en spinstructuur je organisatie nodig heeft.”

Waar je daar het best over gaat nadenken: in de natuur natuurlijk.

Daphne: “Mensen kampen met nature deficiency: ze gaan met de auto naar hun werk en terug, waardoor ze bijna niet meer worden blootgesteld aan de natuur. Je kunt wel op je computer gaan zoeken naar inspiratie van de natuur.

Maar er is niets zo sterk als gewoon in het gras gaan liggen en een keer een half uur zonder digital disruption of afleiding naar de natuur te kijken.

Je zult dan zien dat er een wereld bestaat waar je zelf geen besef van hebt. Dat kan zelfs in je achtertuin en het is dat, dat het zo mooi maakt.”