Van egoïstisch en egomaan, tot egotrippen en egosurfen: bepaald hartverwarmend klinkt het rijtje ego-woorden niet. Topsportcoach en mensenmentor tout court Paul Van Den Bosch voegde aan de reeks een neologisme toe. Dit keer wél met overtuigend positieve bijklank. Met ‘Egopreneur’ schreef hij een boek over zelfzorg in de meest actieve vorm. “Ons lichaam is onze hoogsteigen kmo. Vóór alles moeten we ondernemers zijn van onszelf”, zegt Van Den Bosch die keynote speaker is tijdens de tweede editie van Bloovi Talks op woensdagochtend 6 november in Antwerpen.

“Ga je na het interview zeker even de benen strekken?”, vraagt hij bezorgd. “Je moet jezelf lucht geven. Doe je dat niet dan loop je vast, net als een gazon waar geen water meer doorheen kan.” Na dertig jaar te hebben samengewerkt met een rist aan topatleten – de één nog meer gedreven en onstuimiger dan de ander – ademt Paul Van Den Bosch haast vaderlijk advies.

Tijd maken en zorg dragen voor jezelf: van dat mantra is de master lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen doordrongen. Hij probeert het niet alleen over te brengen aan de sporters die hij onder zijn hoede heeft, maar ook aan mensen die buiten de topsport staan. “De essentie van coachen is: mensen beter maken”, vat Van Den Bosch zijn levensmissie samen. “Of het nu gaat om topatleten of ‘gewone mensen’, de skills en focus die je gebruikt om beiden naar een hoger niveau te brengen, zijn precies dezelfde.”

Weerbaar worden

Een groot deel van de mensen die vastraken in hun job of in het leven, zijn mensen die zichzelf op de een of andere manier verwaarlozen, stelt de topsportcoach. Een groot woord, geeft hij zelf aan, maar daar komt het wel op neer: op een gebrek aan aandacht en zorg voor het eigen ‘ik’. “Wij moeten allemaal perfect zijn. Op onze Twitter en Instagram moeten we laten zien hoe goed we het doen, hoe goed we het hebben en waar we allemaal geweest zijn. We willen presteren in onze job en als we thuis zijn dan willen we ons gezin alle aandacht geven, en terecht. Maar dat impliceert wel dat er geen tijd meer overblijft voor onszelf. Op de duur nemen de druk en de stress de overhand.”

Dan maar de strijd aangaan met de stressfactoren om ons heen? Weinig zinvol, stelt Van Den Bosch. “Uit heel wat onderzoeken blijkt dat je eenvoudigweg geen stressvrije omgeving kán creëren, noch op het werk, noch thuis. Er zullen altijd nieuwe stressoren opduiken. Neem je er één weg, dan komt er wel een andere in de plaats. Dus is mijn conclusie: dan moet je voor jezelf een grotere veerkracht en stressbestendigheid creëren. Dat kan alleen maar door tijd vrij te maken voor jezelf en tegelijk te werken op het fysieke en het mentale. Je zal op alle vlakken productiever zijn.”

Minder inspanning, meer resultaat

Dubbele winst dus. Maar geen dubbele inzet, want het principe waarop Van Den Bosch zijn adviezen stoelt, gaat uit van een onevenredige verdeling van in- en output. “De Italiaanse econoom Pareto stelt dat oorzaak en gevolg ongelijk verdeeld zijn. Zo levert 20% van de inspanning over het algemeen 80% van het resultaat op. Met andere woorden: in de meest effectieve situatie kan je met een klein deel van de inspanningen toch een grote onderscheiding behalen in je output.”

Wat er vandaag misloopt, is volgens Van Den Bosch dat heel wat mensen onverantwoord veel energie investeren om nog die laatste 20% van het resultaat te behalen. “Perfectionisme trekt ons naar beneden. Topsporters hebben geen keuze, die moeten voor de 100% gaan en zelfs erboven. Want bij sport is het verschil aan de top soms maar een halve seconde of een halve meter. Maar wij moeten tevreden durven zijn met 80%.

“Het is vandaag bijna een statussymbool om te zeggen dat we 70 uur per week werken. Maar daarvan gaan we écht niet beter functioneren. Mijn advies is: probeer je agenda niet tot de laatste minuut vol te proppen. Hou 20% van je tijd vrij voor jezelf en ga die investeren in jezelf door te bewegen, voldoende te slapen en gezond te eten – de drie pijlers die ik aanhaal in mijn boek. Uiteindelijk gaat dat je veel meer opleveren dan het kleine percentage dat je ervoor hebt ‘ingeboet’.”

Scoren op je sterke punten

We besteden onze energie en tijd vaak aan de verkeerde dingen. Met name aan zaken waarvan we weten dat we er eigenlijk niet zo heel erg goed in zijn. “Als je doet waar je sterk in bent, dan ga je ook het grootste rendement hebben. Jammer genoeg is onze cultuur heel erg gefocust op negatieve dingen. Komt een kind thuis met een prima rapport, maar met een twee voor wiskunde, dan kan je al raden waarover het zal gaan op het volgende oudercontact. Precies door altijd maar onze aandacht te richten op de zwakke punten, gaat er heel wat talent verloren.”

Precies door altijd maar onze aandacht te richten op de zwakke punten, gaat er heel wat talent verloren

Ook in de werkcontext is dat het geval, merkt Van Den Bosch op. “Enige tijd geleden sprak een kantoordirecteur van een bankbedrijf mij aan na een presentatie. Hij sprak zijn bezorgdheid uit over een loketbediende. Die kon echt niet met mensen omgaan, vertelde hij me: ‘Ik zou hem dringend op cursus moeten sturen’. En dat is inderdaad zowat onze stijl: ah, jij kan dat niet goed, dan gaan we je daarin eens een beetje bijschaven. Veel beter zou die directeur iemand aan zijn loket zetten die wél het talent heeft om goed met mensen om te gaan. En die zou hij op opleiding moeten sturen om er nóg beter in te worden. Enkel als we mensen aanmoedigen in hun sterke punten gaan ze excelleren.”

De hemel ligt te ver

Richard Branson, Steve Jobs, Bill Gates, you name it: één voor één sporen ze mensen aan om het hoogste doel te bereiken. De hemel ligt binnen ons gezichtsveld, dus daar moeten we naartoe. “The sky is the limit? Ik geloof daar niet in”, klinkt Van Den Bosch heel gedecideerd. “Inderdaad, je hebt die paar succesverhalen. Maar daarbij vergeet men te vermelden dat er ook ontzettend veel mensen zijn die op het hoogste gemikt hebben en vervolgens ten onder zijn gegaan. De jonge wielrenners die ik begeleid, willen ook allemaal de hemel bestormen. Ik druk hen altijd op het hart: stap voor stap. Op lange termijn worden de doelen vaak heel ambitieus gesteld. Wat is het probleem? Op die manier zit je constant met een onvoldaan gevoel. Want je werkt hard, maar je bent er niet. Dus werk je nog harder, maar wat later ben je er nog steeds niet.”

Wie zijn succes alleen maar afweegt aan een objectief in de verre toekomst, die verliest zich in de rush naar dat doel

“Als ik mijn renners zou voorhouden ‘wij gaan samen de Ronde Van Frankrijk winnen’ en het lukt niet, dan is hun hele carrière wel mislukt”, stelt Van Den Bosch scherp. “Ik zeg niet dat je de lat niet op zekere hoogte mag leggen, maar leg ze wel op de juiste hoogte. Een hoogspringer die de lat te hoog legt en ze er telkens opnieuw afspringt, die raakt binnen de kortste keren helemaal nergens meer over. Durf acceptabele vooruitzichten te stellen, streef een haalbaar doel na, realiseer het en ga dan verder. Wie zijn succes alleen maar afweegt aan een objectief in de verre toekomst, die verliest zich in de rush naar dat doel. Zorg ervoor dat je op korte termijn een succesbeleving kan ervaren. Dat motiveert enorm, waardoor je ook weer beter zal gaan presteren.”

Ondernemers van ons eigen lichaam

Investeren in jezelf. Dat kan ook perfect door ’s avonds met een goed glas wijn onder een dekentje te duiken voor een Netflix-serie, toch? “Dat is na een dag hard werken inderdaad verleidelijk. Maar je moet weten wat je lichaam nodig heeft. Eigenlijk is het ontstellend hoe weinig mensen precies weten hoe hun lichaam werkt. Je hebt onder andere die hardnekkige fabel van mensen die zeggen aan vier à vijf uur slaap genoeg te hebben. De Canadese professor en neuropsycholoog Matthew Walker heeft 22 jaar van zijn leven niets anders gedaan dan onze slaap onderzocht. Hij zegt dat íedereen, zonder enige uitzondering, zeven tot acht uur slaap nodig heeft. Kom je daar systematisch niet aan toe, dan heeft dat op termijn een gigantische impact op je cognitieve welzijn, maar ook op de ontwikkeling van hartproblemen, obesitas, kanker of alzheimer.”

Het vergt een bepaalde energie, een klik die we moeten maken om aan ons lichaam te werken, geeft de topsportcoach toe. “Maar je hoeft echt geen marathon te lopen of de Mont Ventoux te gaan beklimmen. Dat is juist wat ik met mijn boek wil aantonen: neem je een paar eenvoudige tips in acht, dan kan dat al wonderen doen. Als je de wekker instelt, reken dan bijvoorbeeld uit hoeveel ruimte je nodig hebt om voldoende te slapen. In plaats van te diëten, probeer gewoon verstandig te eten en vermijd enkelvoudige suikers. Ga drie keer per dag tien minuten extra stappen: ’s morgens voor je na het werk vertrekt, tijdens je middagpauze en ’s avonds nog een keer. Je zal versteld staan wat dat met je doet. We zíjn niet gewoon onze hersenen, we hebben ook nog onze vrije wil. Die ondernemingskracht moeten we in ons voordeel gebruiken.

Wil je graag het volledige verhaal van Paul Van Den Bosch horen? Schrijf je dan zeker in voor de tweede editie van Bloovi Talks. Ons lezersevent, in samenwerking met Lannoo Campus, vindt dit keer plaats op de Antwerpse boekenbeurs, met een keynote breakfast op woensdag 6 november.