Foto: © Flickr/Scott Beale

In tijden waarin internethypes sneller verdwijnen dan ze gekomen zijn, houdt er eentje nu al tien jaar stand. Met 1,35 miljard actieve gebruikers mag Facebook zich een monument in de internetgeschiedenis noemen. Maar de Oude Grieken voelden het vijfduizend jaar geleden al in hun kleine teen: aan alle verhalen, off- en online, komt een einde. Of ontspringt Zuckerberg die evolutionaire dans? Facebook kampt met een vertraging in groei. Doemberichten duiken op. Betekenen die ook het einde van Facebook?

Tien jaar geleden, in een studentenkamer van Harvard. Een select groepje programmeurs onder leiding van Mark Zuckerberg ontwikkelt een sociaal netwerk dat in zijn beginperiode nog ‘The Facebook’ heet en alleen de studenten op de Harvard-universiteit met elkaar verbindt. Niemand die toen dacht dat diezelfde Zuckerberg een decennium later aan het hoofd zou staan van de op één na meest (Alleen Google scoort nog beter, nvdr.) bezochte website ter wereld.

Dode voorouder

Er was niemand die in 2007 dacht dat het machtige MySpace ooit zou wankelen. Het sociale netwerk dat in 2003 het levenslicht zag, wordt gezien als een van de pioniers in het zogenaamde interactieve web 2.0. Het principe van MySpace.com was vergelijkbaar met dat van Facebook: een profiel met bijhorende foto en info, vrienden toevoegen en bestanden delen. Vooral muzikanten die muziek wilden delen, vonden gemakkelijk hun weg naar het sociale netwerk.

Op het hoogtepunt van MySpace, rond 2007, had de site zo’n 300 miljoen actieve gebruikers. Een tweetal jaar later sprong de bubbel. De populaire website veranderde van lay-out en structuur, het grote publiek haakte af. In april 2008 overtrof het bezoekersaantal van Facebook dat van MySpace. 2009 zou het jaar van de ondergang worden: vele MySpacers verlieten het zinkende schip en kozen voor een kajuit op het schip van Zuckerberg.

In 2013 kondigde MySpace nog aan dat het bezoekersaantal was gezakt naar 36 miljoen gebruikers, van wie een meerderheid muzikanten. Zanger Justin Timberlake moest het sociale netwerk een nieuwe boost geven. Die kwam er vooralsnog niet, waardoor MySpace anno 2014 meer dood dan levend is.

De vraag rijst of Facebook hetzelfde lot is beschoren als zijn halfdode voorouder. “Nee”, zegt sociale mediaexpert en socioloog Ben Caudron.

“Facebook is in essentie een ander verhaal. Het is een gebruiksvriendelijker platform dat de gebruikers gratis laat werken in zijn fabriekshal. MySpace is niet snel genoeg ingesprongen in het verhaal van Facebook. Het heeft de bedreiging te laat gezien en voldeed niet meer aan de behoeften van zijn gebruikers.”

Tekens aan de wand

Voorlopig heerst nog geen paniek in Palo Alto, het stadje in Californië waar het hoofdkwartier van Facebook gevestigd is. Dramatische MySpace-achtige statistieken konden Zuckerberg en co nog niet bespeuren. Wel enkele cijfers die op z’n minst tot lichte verontrusting bij de Amerikaanse internetreus kunnen leiden.

In april 2013 verloor Facebook 6 miljoen gebruikers in de Verenigde Staten. In diezelfde periode speelde het bedrijf ook 2 miljoen leden in het Verenigd Koninkrijk kwijt. Gelijkaardige trends vielen te noteren in Canada, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Japan. Alleen Zuid-Amerika lijkt een tegendraadse evolutie in het aantal gebruikers te vertonen. Waar de gebruikersaantallen in de VS en het VK met respectievelijk 4 en 4,5% zakten in april 2013, stegen deze in Brazilië met 6%.

Een plausibele uitleg is dat de Europese en Centraal-Amerikaanse markt simpelweg verzadigd zijn terwijl Zuid-Amerika nog potentieel heeft. Maar het zakkend aantal gebruikers in het Westen bij marktverzadiging leggen, zou te kort door de bocht zijn.

Zoekende jeugd

Vooral jongeren nemen het besluit niet langer actief te zijn op Facebook. Een studie die het Amerikaanse blad Forbes uitvoerde, toont dat aan. In het derde kwartaal van 2013 zakte het aantal Facebook-actieve (dagelijks inloggen en meer doen dan alleen kijken) tieners met zo’n 20%. In die periode van ongeveer negen maanden was plots 16% van de Amerikaanse tieners (10-20 jaar) die op Facebook zaten, niet meer zo actief op het sociale netwerk. De sterkste daling was te zien in Nederland, waar er in minder dan een jaar 56 % minder Facebook-actieve tieners te bespeuren vielen.

Waar kan zo’n grote groep dan naartoe zijn gegaan? Het antwoord vind je op applicaties als WeChat, Vine, Flickr, Instagram en het populaire Snapchat. Vooral die laatste scoort opvallend goed onder jongeren. Maar liefst 10% van alle tieners op de wereld zou de applicatie op zijn of haar telefoon hebben staan.

“Facebook met zijn Harvard-wortels lijkt moeite te hebben om de smaak van jonge trendsetters bij te houden”, zegt sociale mediajournaliste Jennifer Van Grove. “De snelle uitwisseling van informatie, het feit dat foto’s meteen gewist worden en het sociale karakter van Snapchat spreekt jongeren enorm aan.”

“Deze mobiele applicaties zijn iets wat bijzonder schadelijk zou kunnen zijn voor Facebook aangezien het zich vooral richt op de peer-to-peer-gemeenschap, en het online delen van filmpjes en foto’s”, vult Tom Smith aan. De ceo van GlobalWebIndex voerde de studie naar het sociale mediagebruik bij jongeren uit. En inderdaad: in Palo Alto voelden ze de bui al hangen. In november 2013 legde het bedrijf van Zuckerberg 3 miljard dollar op tafel om Snapchat op te kopen. Topman Evan Spiegel bedankte vriendelijk en legde enige tijd later zelfs een bod van 4 miljard dollar van internetgigant Google naast zich neer.

Bron van ergernissen

Maar niet alleen mobiele applicaties als Instagram of Snapchat zorgen voor een knikje naar beneden in de groeistatistieken onder jongeren.

“Facebook is een sociaal netwerk geworden dat vaak te ingewikkeld en te riskant is, maar vooral een plaats die te veel door ouders is ingenomen om jongeren het soort vrijheid te geven waarnaar ze verlangen”, aldus Van Grove.

Ook volwassenen zien redenen om het sociale netwerk te verlaten of even on-hold te zetten. Een op de vijf volwassenen zegt een Facebook-account gehad te hebben, maar er nu mee gestopt is. Het Amerikaanse PEW Research Center onderzocht waarom 61% van de gebruikers een pauze van een week of langer nam. De voornaamste reden was: gewoon geen tijd hebben. Een op tien ergerde zich dan weer dood aan de dramatische, opschepperige of onnozele posts van vrienden. Een kleine minderheid stelde dan weer een gebrek bij Facebook vast: privacy.

Privacyprobleem

Tijdens het tienjarige bestaan van Facebook, steeg de kritiek op de manier waarop het bedrijf omgaat met de privacy van zijn gebruikers. In 2010 zorgde een fout in het codeersysteem voor wel erg gênante situaties, doordat berichten bij verkeerde personen terechtkwamen en privégesprekken plots toch niet zo privé bleken te zijn. In mei van datzelfde jaar organiseerden twee Canadezen een ‘Quit Facebook Day’ – gelukkig voor Zuckerberg zonder al te veel succes.

Twee jaar later kwam Facebook dan weer onder vuur te liggen door zijn ‘vind ik leuk-beleid’. Gebruikers die rechtstreeks gelinkt werden aan advertenties van bedrijven die ze ooit hadden geliket, konden daar allerminst mee lachen. De privacyproblemen bezorgden het bedrijf wel wat imagoschade en Zuckerberg kopzorgen, maar een flinke kater inzake bezoekersaantallen bleef uit. Twee maanden geleden kondigde Facebook zijn nieuwe gebruikersvoorwaarden aan. Via uitgebreidere locatievoorzieningen kan de internetreus nu nog beter zien waar gebruikers zijn, om zo advertenties op maat te maken.

Ello

Een nieuw sociaal netwerk dat Facebook toch enigszins het vuur aan de schenen wil leggen, is Ello. Het bedrijf van Paul Budnitz gaat er prat op niét in gebruikersdata te handelen en advertentieloos door het leven te gaan. Maar kan het daarmee Facebook als dominant netwerk bedreigen? “Ik ben sceptisch over initiatieven die als ‘killers’ worden aangekondigd”, zegt technologiejournalist Jeff Jarvis van The Guardian. “Het is geen creatieve manier om met de technologiebusiness om te gaan. Ello streeft naar een Facebook 1.0, terwijl Facebook al op versie 4.0 zit, denkende aan nieuwe manieren om te innoveren.”

“Bij nieuwe initiatieven zal Facebook eerst afwachten en al het innovatieve schaamteloos kopiëren. Blijkt het toch nog een succes, dan koopt Zuckerberg het bedrijf simpelweg uit”, legt Caudron uit.

Weltmeister

Laat het duidelijk zijn: Facebook is ook nu nog steeds dé Weltmeister der sociale netwerken. Maar daar komt volgens onderzoekers van de Princeton University binnen enkele jaren verandering in. Tegen 2017 zou maar liefst 80% van de Facebook-gebruikers, het sociale netwerk vaarwel hebben gezegd.

“Onzin!”, zegt Caudron. “Een kutonderzoek gevoerd door pseudo-wetenschappers. Methodologisch compleet van de pot gerukt. In het onderzoek wordt Facebook gezien als een ziekte die uitdooft, wat natuurlijk helemaal niet klopt.”

“Facebook is zelfs al zodanig groot dat het niet alleen meer afhankelijk is van zijn gebruikers. Het is zoals het verhaal van IT-bedrijf IBM, dat al enkele keren verdween, maar steeds terugkwam onder een andere vorm. Of Google: meer dan een zoekmachine alleen. Hetzelfde zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren wanneer Facebook zich aan virtual reality of iets dergelijks waagt.”

Facebook zingt het nog wel even uit. Of het ooit gedaan kan zijn met het netwerk aller sociale netwerken? “In het licht van de oneindigheid is alles eindig”, besluit Caudron.

© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia – Jef Cauwenberghs