Hoe gebruiken we technologie voor en niet tegen ons? In die uitdaging schuilt niet enkel de vraag wat we met technologie doen, maar ook wat die technologie met ons doet. In zijn pas verschenen boek ‘Artificial Stupidity’ gaat Gentenaar Fredo De Smet op zoek naar nieuwe vuistregels voor het omgaan met onze digitale realiteit. Mischa Verheijden sprak met de auteur over de zoektocht naar wat het betekent om mens te blijven in een sterk en snel veranderende wereld.

Het moet gezegd: ‘Artificial Stupidity. Handleiding voor digitaal humanisten’ is een zalig boek dat leest als een trein. Heel diep gelaagd op het snijvlak van technologie en cultuur. Een snijvlak waarop Fredo De Smet helemaal thuis is. Met de denktank ‘Gent M’ onderzoekt hij al jaren de impact van technologie op ons leven. In ‘Artificial Stupidity’ illustreert de auteur dat mooi met persoonlijke verhalen uit zijn muzikale verleden toen hij als dj, vooral bekend van het duo Fredo & Thang, in de hipste clubs draaide.

‘Draaien doe ik soms nog’, schrijft hij in zijn boek, ‘maar in werkelijkheid wordt een groot deel van de selectie en curatie van muziek in mijn leven door technologie gedaan. Namelijk door het algoritme van Spotify.’

Zie daar een mooi voorbeeld van wat we met technologie doen en wat die technologie met ons doet. Technologie verandert de mens

Het Spotify-algoritme is voor Fredo De Smet het meest tastbare bewijs dat technologie de mens verandert. En dat is zacht uitgedrukt. Het was een existentiële crisis, bekent hij. “Het moment dat ik echt besefte dat ik een deel van mijn eigen talenten had geoutsourced aan een AI als Spotify’s Discover Weekly en moest bekennen dat ik dat goed vond… Het klinkt belachelijk, maar dat was een grote klop om te verwerken. Het moment dat ik echt genoot van ‘Discover Weekly’ was een existentiële crisis.”

Om te begrijpen waarom die door een algoritme samengestelde Discover Weekly zo’n klop was, citeer ik één van de vele herinneringen uit zijn dj-verleden die hij in Artificial Stupidity bovenhaalt. ‘De eerste jaren van mijn dj-avontuur was het belangrijk om op het juiste moment naar de platenwinkel te gaan. Daar kon ik de muziek vinden die ik nodig had. Ik deed in die zin net hetzelfde als dj’s decennia voor me gedaan hadden. Dat moment was donderdag, want dan kwamen de nieuwe bestellingen binnen. Om correct te zijn kwamen ze een dag voordien binnen – woensdag dus – om donderdag verkocht te worden.’

Eentje uit de oude doos: Fredo en zijn dj-maatje Thang, luisterend naar nieuwe platen

‘Mijn dj-partner en ik hingen dan ook vaak op woensdag in de winkel om mee te volgen bij het unboxen van de nieuwe platen. De verkoper haalde een plaat uit de doos, legde die op een van de platenspelers en luisterde hoe de plaat klonk. Als eerste de nieuwe releases horen: magisch was het!’

Controlecrisis

Controle, zowel het behouden als het loslaten ervan, speelt een belangrijke rol in onze relatie met technologie. Dat was ook voor Fredo De Smet een gigantische eye-opener, zegt hij als we aan tafel zitten in de bistro van Ampla House, de urban collaborative workspace aan de Gentse Coupure.

Die eye-opener kwam er als co-curator van de fantastische expositie ‘Hello, Robot. Design tussen mens en machine’ in het Gentse Designmuseum, waarin onze relatie met technologie zo mooi werd blootgelegd.

Trends waarover iedereen een mening heeft, probeer ik vaak te bestuderen door te lezen wat mensen die heel kritisch zijn en mensen die heel positief zijn erover schrijven”, vertelt Fredo De Smet. “Zo las ik in de voorbereiding op ‘Hello Robot’ twee essays: de ene heel waarschuwend, de andere met een typisch vooruitgangsoptimisme. Allebei maakten ze dezelfde referentie naar controle.”

“De ene naar Norbert Wiener, de ander naar James Beniger. Ik kon niet kiezen, ik zou graag meegaan in dat waarschuwende van Beniger, maar ook in dat optimisme van Wiener. Ik wil kritisch zijn, maar ook de toekomst meemaken. Ik wil alle twee. Dan is de enige opdracht ze allebei lezen en verder studeren. Echt studeren.”

The Control Revolution en Cybernetics

Fredo De Smet verdiept zich in ‘The Control Revolution’ van James Beniger en ‘Cybernetics’ van Norbert Wiener. Twee steunpilaren waar hij in Artificial Stupidity uitvoerig op ingaat om de context bij zijn betoog uit deel 1 en handleiding in deel 3 om te leven met technologie te duiden.

Kort samengevat beschrijft Beniger de relatie tussen de vooruitgang in de industriële revolutie en de onrust die ermee gepaard ging. Hij focust daarbij op een specifiek aspect van die onrust: het verlies van controle over onze eigen uitvinding, schrijft De Smet over The Control Revolution.

In cybernetica - de wetenschap van communicatie en controle waarvan Norbert Wiener de grondlegger is - meent Fredo De Smet dat er bijzonder veel te ontdekken valt over hoe we vandaag naar technologie kijken. Hij schrijft er dit over: ‘De versmelting van mens en machine die Norbert Wiener verkondigde in de eerste helft van de vorige eeuw, kun je samenvatten in de volgende twee aspecten. De machine zou leren denken en dus menselijk worden. En de mens zou de machine tot zich nemen en een nieuw wezen worden. Het zouden twee fundamentele drijfveren worden in het vormgeven aan de wereld, in het zingeven van de mens. Zo zag Norbert Wiener het.’

Artificial Stupidity

Controle, zowel houden als loslaten, is dan ook de rode draad in de levenshouding die Fredo De Smet als ‘Artificial Stupidity’ kwalificeert. In zijn boek verwoordt hij het als volgt: ‘Ik heb een vrij eigenzinnige houding ten opzichte van technologie en digitale media. Een houding die ik Artificial Stupidity noem’.

“Ik heb het expliciet niet gedefinieerd”, verduidelijkt hij tijdens onze ontmoeting. “Als ik het teveel omschrijf, is het een definitie, een idee of concept. Ik probeer een voorzet te geven zodat het een gesprek kan zijn. De mensen die mijn vuistregels gebruiken om er zich vragen rond te stellen, zijn vertrokken. Die zijn begonnen aan het gesprek. Een moedig gesprek.”

Ik adviseer niet om die machines niet meer te gebruiken, wel om ze beter te gebruiken. Dat is echt een dom advies. Het is op zich al een soort kunstmatige onzinnige houding tegenover die machines. Maar het is volgens mij wel de beste

“Ik vind het een spannender idee om de lezer daarbij de ruimte te geven zijn verbeelding te gebruiken. Als jij er iets van maakt dat helemaal anders is dan wat ik bedoel, kan ik dat alleen maar toejuichen. Alhoewel ik de neiging zou hebben van ‘nee, nee’. Maar die neiging wil ik onderdrukken, dus vul zelf maar in.”

Voor mij heeft artificial stupidity een aantal betekenissen. Het betekent dat we in de huidige controlecrisis de controle verliezen over de machines die we zelf bedacht en gemaakt hebben. Ik adviseer niet om die machines niet meer te gebruiken, wel om ze beter te gebruiken. Dat is echt een dom advies. Het is op zich al een soort kunstmatige onzinnige houding tegenover die machines. Maar het is volgens mij wel de beste.”

We worden geleerd een machine te zijn

“Als je dan ziet hoe onderwijs werkt. Ik vind het krankzinnig dat je geoefend wordt om je te gedragen gelijk een machine. We worden gewoon geleerd om een machine te zijn. Nog steeds. Het onderwijs helpt ons meer mechanistisch dan humanistisch te worden”, stelt De Smet.

“We moeten tegen dat systeem ingaan en ons afvragen wie we zijn. Wie ben ik? Hoe wil ik leven? Hoe wil ik dat mijn omgeving eruitziet? Hoe gek is het dat we elke dag schrijven of lezen over wat de grootste impact is van artificiële intelligentie en niet hetzelfde doen over hoe het is om mens te zijn.”

De echte vraag naar identiteit maakt heel veel andere dingen banaal. Tot stupiditeiten. Dat is ook wat artificial stupidity voor mij betekent.”

Naar een digitaal humanisme

Zo komen we bij het slotdeel en tevens de ondertitel van zijn boek: een handleiding voor digitale humanisten. Het is in dit momentum dat we de mogelijkheid hebben om tot een update van het humanisme te komen, schrijft De Smet. Om dat te doen, hebben we volgens hem niet enkel inzicht in de technologie nodig, maar ook het vermogen om ermee om te gaan. Hoe kunnen we de technologie, waarvan we weten dat ze ons kan bedreigen, gebruiken om onszelf te bevrijden?, is de vraag waar de auteur met zijn handleiding een antwoord wil op geven.

Hij ziet daarbij een hoofdrol weggelegd voor Europa. In de wedloop tussen China en de Verenigde Staten voor de sterkste AI kan Europa leider in digitaal humanisme worden, zo stelt hij. “Dat is culturele romantiek. Ik denk wel dat dat onze rol is. Onze opportuniteit. Ik denk dat het een Europese opdracht is. Europa is al een rol aan het spelen met de GDPR. Op het hoogste niveau zijn we kritisch en optimistisch tegelijkertijd en bouwen we een systeem waarin het creëren van waarde centraal staat.”

Het creëren van waarde voor de mens eerder dan winst voor het systeem. Dat is wat ik als een humanistische opdracht zie. Dat het emancipatorisch effect van digitaal in functie van die opdracht wordt gebruikt, mag voor mij de signatuur van de 21ste eeuw zijn.”

Vuistregels

Inzicht krijgen in wat digitaal humanisme zou kunnen zijn, is één ding. De uitdaging bestaat er volgens Fredo De Smet in het zo toe te passen dat je er iets aan hebt. Zijn eigen inzichten heeft hij daarom in tien vuistregels samengevat. Die kun je oefenen, toepassen en je eigen maken, zodat het vaardigheden worden.

De Smet geeft een voorbeeld over de vuistregel die hij zelf ook de moeilijkste vindt: beleef je lichaam: “Onlangs was ik hier aan de toog aan het praten met een meisje die was beginnen sporten, maar het moeilijk vond om dat vol te houden. Ik heb haar enerzijds advies gegeven over een app die je echt motiveert. Je ziet dat je vrienden ook sporten en dat competitief element helpt om door te zetten.”

“Maar zet er een deadline op van een paar maanden en probeer dan verder te sporten zonder apps en echt naar je lichaam te luisteren. Dan word je intrinsiek gemotiveerd. Omdat je dan in een flow raakt.”

“Dat geeft me voldoening om even los van de filosofie in vijf minuutjes, terwijl de melk geschuimd wordt, iemand advies te geven. Mensen een handvat te bieden om te leren omgaan met vooruitgang. Waarbij vooruitgang niet iets vreemd is. We moeten niet leren omgaan met die vreemde vooruitgang, we zijn zelf de vooruitgang.”

Ik hoop dat geen enkele van mijn vuistregels nieuw is”, zegt de auteur. “Ik heb lang gedacht dat ik met iets origineels op de proppen moest komen, maar nee, dat maakt het enkel moeilijker. Het maakt het misschien exclusiever, maar dat zou niet mogen, omdat het juist over de situatie gaat waar we allemaal in zitten. Als we allemaal een klein beetje veranderen, kunnen we samen een grote golf creëren.”

Allemaal ethici worden

Eigenlijk is mijn boek een oproep dat we allemaal ethici worden. Maar dat klinkt totaal onsexy. Omdat veel mensen denken dat ethiek een apart statuut is”, geeft Fredo De Smet nog mee. “Ik hoop mensen meer aan te spreken om persoonlijk te groeien. Dat je meer jezelf kunt vinden en niet het gevoel te hebben dat je de pedalen verliest, want dat is wel een sentiment dat leeft.”

Wij moeten allemaal het schip durven besturen. Allemaal kapitein zijn. Ik vind dat belangrijk omdat ik geloof in de emancipatorische kracht van machines

“Wij moeten allemaal het schip durven besturen. Allemaal kapitein zijn. Ik vind dat belangrijk omdat ik geloof in de emancipatorische kracht van machines. En dat die tools een middel zijn om onszelf meer mens te maken.”

Ik geloof echt dat iedereen een belangrijke rol kan en zou moeten spelen. En het is vrij eenvoudig om daar vanaf vandaag samen aan te beginnen. Door het gesprek beter te voeren en door elkaar te helpen met do's-and- don’ts.”

Wil jij ook een gratis exemplaar van 'Artificial Stupidity'? Uitgeverij Lannoo Campus schenkt vijf boeken weg. Om kans te maken, hoef je enkel onderstaande velden in te vullen.