Het oorspronkelijke plan was een lange sabbatical en een vervroegd pensioen. Vandaag mag ondernemer Peter Verstraeten zich met zijn nieuwe bedrijf Proceedix een van de zeldzame Google-partners van in Europa noemen, en schenkt hij de verguisde Google Glass een tweede leven in de industrie.

Verkeerd gecaste ingenieur

Het is een wat merkwaardige paradox: hoewel de wereld - en dan zeker het bedrijfsleven - steeds meer geconnecteerd is, blijven pen en papier in tal van industriële productie-omgevingen vandaag nog altijd de norm. Om allerlei redenen, zo blijkt. Wie op de fabrieksvloer aan de slag is, moet vaak de handen vrijhouden. Of de beschikbare technologie is te kwetsbaar, of niet afgestemd op een vlot gebruik in een specifieke productieomgeving. Het was die vaststelling die – in combinatie met het technisch vernuft van de Google Glass – Peter Verstraeten enkele jaren geleden tot het besluit bracht om zijn sabbatical- en pensioenplannen toch nog even uit te stellen.

Peter Verstraeten

Hij omschrijft zichzelf als ‘een verkeerd gecaste ingenieur’. “Ik heb eigenlijk nooit echt veel gehad met technologie,” klinkt het. “Na mijn ingenieursopleiding heb ik eerst een Vlerick-opleiding gevolgd en belandde ik in de consultancy, waarna ik al vrij snel besloot een eigen bedrijf op te richten. Dat was gericht op de optimalisatie van logistieke en productieprocessen in de industrie.” De zaken liepen opperbest, en tal van grote industriële bedrijven waren bij Verstraeten kind aan huis. “Toen ik dat bedrijf uiteindelijk verkocht, was ik eigenlijk niet van plan om nog echt te werken. Tot ik toevallig in contact kwam met iemand die volop experimenteerde met nieuwe hardware voor digitale gegevensoverdracht op de werkvloer."

Toen ik mijn bedrijf uiteindelijk verkocht, was ik eigenlijk niet van plan om nog echt te werken

" Met mijn jarenlange ervaring in de industrie was het een vraag die me ook wel intrigeerde: wat kan draagbare technologie doen voor het mobiliseren en optimaliseren van bepaalde bedrijfsprocessen? In elk productiebedrijf lopen er tal van mensen rond die voornamelijk op de vloer aan de slag zijn, van onderhoudstechnici over kwaliteitscontroleurs tot productie-operatoren. Ook zij moeten steeds meer en beter geconnecteerd zijn, maar in de praktijk botst dat vaak op tal van praktische problemen”, vertelt Verstraeten.

Bovendien is de industrie hier vaak ook nog behoorlijk conservatief, in die mate zelfs dat ook tablets of smartphones amper doorgedrongen zijn op de werkvloer. Tegelijk worden er wel nog tonnen papier met instructies, procedures of lijstjes voor kwaliteitscontroles afgedrukt. Alleen: dat zijn donkere data, die doorgaans een maand later al grotendeels vergeten zijn en die eigenlijk ook weinig bewijskracht hebben. Niets bewijst immers dat een bepaalde procedure of controle echt wel uitgevoerd is op het moment dat op het papier vermeld staat. Met een gebruiksvriendelijk digitaal platform – in welke vorm dan ook – zou dit allemaal voltooid verleden tijd worden. Dat alles deed me in 2014 besluiten om dat pensioen toch nog maar even op de lange baan te schuiven: Proceedix was geboren.”

Google Glass, technologisch paretje

Dat de hardware voor dit nieuwe platform minstens voor sommige toepassingen ook de vorm van een soort bril zou aannemen, daar was Verstraeten al vrij snel van overtuigd. Hij ging onder meer praten met een aantal chirurgen – grote focus, zero foutenmarge – en leerde daar dat er wel degelijk nood was aan zo’n echt vernieuwende toepassing. “Bijvoorbeeld voor het lezen van instructies of patiënteninformatie tijdens een operatie. Het was me al snel duidelijk dat het niet bepaald handig is dat zo’n chirurg zich daarbij om de haverklap moet omdraaien om dat alles op een monitor af te lezen.”

Enter de Google Glass, een technologisch pareltje dat vandaag nochtans geboekstaafd staat als de enige echte grote commerciële misser ooit van Google. “De consument lustte die bril niet, om uiteenlopende redenen. Ik had nochtans al snel door dat de Google Glass zich in theorie uitstekend leende voor het doel dat ik voor ogen had. Alleen stellen industriële toepassingen wel heel andere eisen aan zo’n bril dan het dagelijkse gebruik door de doorsnee consument."

Hoe Google zich het gebruik van Google Glass had voorgesteld, maar de consument moest het niet

"Ik zag ook tijdig in dat sommige bedrijven wel eens behoorlijk huiverachtig zouden kunnen staan tegenover de introductie van zo’n toestel, dat alles registreert op de productievloer. Bovendien besefte ik ook dat bedrijven pas echt geïnteresseerd zouden raken als ik ook gebruiksvriendelijke software kon ontwikkelen om de noodzakelijke content heel vlot op zo’n bril over te zetten. Het kon niet de bedoeling zijn dat elk bedrijf eerst nog een programmeur aan het werk zou moeten zetten om de eigen, bedrijfsspecifieke content op de hardware te plaatsen. Dat content platform hebben we de voorbije jaren met Proceedix gebouwd, en daarbij hebben we er meteen ook voor gezorgd dat het ook vlot bruikbaar was op een tablet of smartphone. Ook die draagbare toestellen kunnen in een productieomgeving immers bijdragen tot een sterke verbetering van de connecteerbaarheid van de medewerkers.”

Gecontroleerde biosfeer

Tijdens een van zijn vele studiereizen naar de VS kwam Peter Verstraeten toevallig in contact met een Amerikaanse tractorbouwer die al jarenlang op zoek was naar een dergelijke toepassing. Die ontmoeting zou beslissend blijken in de verdere ontwikkeling en commercialisering van het nieuwe product. “We sloten een deal: het bedrijf mocht ons platform gratis uittesten, in ruil voor feedback vanuit de productie die ons zou toelaten onze toepassing verder te ontwikkelen en te perfectioneren. Die feedback is enorm waardevol gebleken, en bovendien bracht het bedrijf me uiteindelijk ook aan tafel bij Google. We schreven toen 2015, en ik kreeg daar toen te horen dat de Google Glass van de markt zou worden gehaald, maar dat de bril wel selectief en in een confidentieel programma verder zou worden ontwikkeld. Met een heel beperkt aantal software partners, en met het oog op een doorstart in het bedrijfsleven. Wij zijn dus één van die partners geworden.”

We moeten niet naïef zijn: op termijn wil Google hiermee natuurlijk ook opnieuw een poging doen om de consumentenmarkt te veroveren

Twee jaar lang moest Verstraeten absolute geheimhouding in acht nemen, maar vorige zomer mocht de Gentse startup zijn platform dan ook eindelijk in combinatie met Google Glass commercialiseren. “De bril is in die periode technologisch verder verfijnd, waarbij vooral rekening werd gehouden met de specifieke vereisten van de industrie. Denk aan een krachtiger batterij, een betere processor, een geoptimaliseerde display, dat soort dingen. Dat gebeurde al die tijd in een soort van gecontroleerde biosfeer, en dat is natuurlijk een heel ander verhaal dan wanneer je zo’n product zomaar op de consumentenmarkt gooit. Maar we moeten niet naïef zijn: op termijn wil Google hiermee natuurlijk ook opnieuw een poging doen om de consumentenmarkt te veroveren.”

Kantoor in de VS

Anno 2018 telt Proceedix al een vijftiental medewerkers én een eigen kantoor in de VS, en mag het onder meer grote jongens als Philips, Friesland Campina en Picanol tot zijn klanten rekenen. “Wij bieden de nieuwe Google Glass nu aan als mogelijke hardware bij ons softwareplatform. Net zoals klanten onze software gewoon ook op tablets of smartphones kunnen installeren. Op dat vlak zien we vandaag overigens een opmerkelijk verschil tussen Europa en de VS: terwijl de meeste Europese bedrijven zich nog eerder van hun meest schuchtere kant tonen, kiest 80 procent van onze Amerikaanse klanten resoluut voor de Google Glass als hardware."

"Het duurt traditioneel wat langer alvorens we in Europa het potentieel van nieuwe technologie zien. Dit is een business die pas langzaam ontluikt, maar de feedback die we vandaag krijgen van onze klanten geeft aan dat we hiermee hoe dan ook wel een innovatief antwoord bieden op een latente nood. Tegelijk geloof ik niet dat Google Glass het allesomvattende antwoord zal zijn voor mensen in een productieomgeving die hun handen moeten vrijhouden, maar het kan minstens wel een deel van het antwoord zijn.”