Een reportage maken over de Rode Duivels in samenwerking met het marketingbureau van de speler(s) in kwestie: categoriseren we dit als reclame of niet? Zien we het als een betaalde samenwerking met een influencer of is het gewoon een vorm van journalistiek? Moeten we voorzichtig omspringen met dit soort formats om de onafhankelijkheid van de media te vrijwaren, of is het een discussie buiten proportie?

Twee weken geleden deed de krant De Morgen een boekje open over mediasamenwerkingen met de Rode Duivels. Volgens hen zouden de VRT-reportages over de Napelse God Dries Mertens en het Blauwe Genie uit Manchester, Kevin De Bruyne, stoelen op gecensureerde beelden die de marketingbedrijven van deze Duivels aanleverden. Er werd gewag gemaakt van praktijken ‘op de rand’, ‘branded content’, en een ‘hellend vlak’ op het gebied van journalistiek. Betekent dit soort reportages werkelijk het faillissement van de onafhankelijke journalistiek?

Iedereen heeft een mening over onze Duivels

De aanleiding voor het artikel is duidelijk. Het WK komt eraan! Je kan geen krant opendoen en geen YouTube-filmpje bekijken of onze Nationale Trots wordt langs alle kanten op je afgevuurd. Rode Duivels die samen een balletje hoog houden om daarna samen te genieten van een Colaatje, topsporters die maar zelden alcohol consumeren (op Radja Nainggolan na), maar wel met een brede glimlach bier aanbevelen… Je kan het zo gek niet bedenken.

Die gemaakte, betaalde vreugde op het televisiescherm zien voorbijkomen is altijd een beetje tenenkrullend. En, zo bleek onlangs, zelfs de Duivels zelf kunnen er ook niet altijd mee lachen. Ze wensen meer inspraak in welke reclamecampagnes worden verbonden met hun mediagenieke gezichten. Een verzoek waar de voetbalbond – opvallend genoeg - weigert op in te gaan.

Dit soort campagnes is een duidelijk voorbeeld van een betaalde samenwerking: een merk betaalt, de Duivels ‘acteren’ en wij kopen als gevolg meer van deze producten. Dìt is reclame. De verhoudingen zijn scherpgesteld: er is een product, een endorser en het is duidelijk wie de doelgroep is. Bij de reportages die in het vizier kwamen, zijn deze factoren veel minder duidelijk, maar er is wel degelijk een grond van waarheid.

Noodzaak of gemakzucht?

De Duivels zijn niet meer zo toegankelijk als ze ooit waren. Onder andere vanwege hun drukke schema’s, portretrechten en nog vele andere financiële aspecten is het niet meer zo vanzelfsprekend om hen voor de camera te halen. “Zonder Sporthouse Group (het marketingbureau in kwestie, nvdr.) hadden we deze beelden nooit kunnen maken,” zegt sportjournalist Ruben Van Gucht. “Branded content,” noemt Pol Deltour het, nationaal secretaris bij de Vlaamse Vereniging van Journalisten.

Het merk is in dit geval geen drank of kledij, maar wel de speler zelf. De reportage geeft een boost aan de mediawaarde, waardoor hij wint aan populariteit en zo dus ook stijgt in prijs. Het product dat wordt verkocht, is het privéleven van de speler. Maar valt het daarom onder de noemer ‘reclame’?

Bij de VRT houden ze vol dat de beelden werden aangeleverd ‘door intimi van de spelers’, maar dat de eindmontage en redactie volledig bij Sporza lag. De journalistieke eindverantwoordelijkheid kwam met andere woorden dus nooit in het gedrang. Tenzij één van deze spelers (of hun management) druk uitoefende om bepaalde zaken achterwege te laten, kunnen we dat dan ook beschouwen als een reportage van de VRT. Wat is immers het verschil met het gebruiken van archiefbeelden? In dat geval worden eveneens beelden die de journalist niet zelf produceerde simpelweg verwerkt in zijn eigen narratief. Waar ligt de lijn?

Wat wil de kijker weten?

Bovendien gaat het niet om een feitelijke weergave van een specifiek nieuwsfeit, maar om een achtergrondverhaal dat meer duiding geeft over de levensstijl en de persoon achter de Rode Duivel. Wanneer een bedrijf een interview geeft aan een journalist, zal het ook steeds vragen of het inkijk krijgt in de finale versie voor publicatie, al was het maar om de feitelijke kant van het verhaal scherp te stellen.

Deze samenwerking zorgt voor een verhaal dat niet alleen achtergrond biedt, maar ook de waarheid vertelt zoals ze is, zonder de vertrouwensband te beschadigen. Ten slotte is het televisiekijkende publiek er niet op uit om de kleine kantjes van hun idolen te ontdekken, maar verlangen ze weinig meer dan een inkijk in het doen en laten van bijvoorbeeld Mertens en De Bruyne.

Het is absoluut geen overbodige luxe om de grens tussen journalistiek en ‘product placement’ te bewaken. In dit geval kunnen we daarentegen stellen dat het opzet van het programma niet als doel heeft om de kijker te misleiden of om hem een verkeerd beeld te verkopen. Zolang de redactie van het programma bij de journalist blijft, moeten we niet vrezen voor overschreden grenzen. Als het zou gaan om het productiehuis van één van onze duivels dat exclusief de rechten verwierf om dit soort programma’s te maken, zouden de kaarten natuurlijk anders liggen.

Noot van de redactie: opinies vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van Bloovi. Indien je het niet eens bent met de auteur en/of zelf een opinie wil schrijven, stuur ons dan een mailtje op redactie@bloovi.be