Nee? Terecht allicht. De kans dat net jij Suarez tegen het lijf loopt en bovendien gebeten wordt is nagenoeg nul. Dat dacht Giorgio Chiellini vermoedelijk ook voor hij aan de match tegen Uruguay startte. Hij had zich beter wél verzekerd, het had hem ongetwijfeld een fikse vergoeding opgeleverd.

Dit artikel heeft niet de ambitie om te doorgronden waarom Luis Suarez het deed. Voor de derde keer overigens al. Maar laat ons er toch even bij stilstaan, want het vormt een goede aanleiding. In november 2010 beet de voetbal legende Bakkal van PSV Eindhoven, een jaar geleden in april 2013 viel de beurt aan Branislav Ivanovic.

De meer statisch geschoolde lezer begrijpt prompt dat de kansen op een volgende tandafdruk dichter bij zijn dan gedacht. Theoretisch gezien is er binnen 7 maanden alweer een volgend voorval als deze trend zich voortzet. De man is verder overigens voor wel meer, euh, situaties gekend. Dat Suarez nu kop van jut is en nagenoeg elk groot food­merk er naar alludeerde op Twitter of zelfs in de krant viel te verwachten.

Even terug naar die kans... Kansrekening gaat al eeuwen mee. Girolama Cardano, een Italiaans arts uit de 16de eeuw, beoefende zoals zovelen uit zijn tijd het dobbelen. Het was in dat kader dat hij de grondslag voor het kansrekenen legde, een vandaag nog steeds belangrijke statistische tak van de wiskunde. Zijn theorieën vormden de basis van vele jaren en eeuwen verfijning van wat vandaag nog steeds wereldwijd gebruikt wordt.

Voor het in kaart brengen van risico­statistieken bij voorbeeld.

Risico­analysten doen niets anders dan hele dagen rekenen om risico’s een waarde op te kleven. Rijden met een wagen? Grote kans dat je wat tegenkomt in het drukke verkeer van vandaag. Jonge bestuurder? Je kaarten liggen slecht. Je rijdt met een snelle, dure wagen? Ouch, dat gaat je een noot kosten. En waarom eigenlijk? Wie weet rij je maar 1 keer per maand. Of mijd je de snelle wegen. Of was je wel geslaagd voor je rijbewijs met glans. Maar statistieken liegen niet.

“Men lie, women lie, numbers don’t.” - Jay Z uit ‘Reminder’

Het werken met statistische gemiddelden is een techniek die toelaat om onzekerheid te spreiden. Het is niet meer noch minder dan het invullen van de slimme reflex om niet al je eieren in één mand te leggen. En het heeft zeker en vast een sociaal kantje: we krijgen het gevoel dat we correct betalen, niet (veel) te veel, maar dragen tegelijkertijd de lasten van elkaar. Wetende dat de meeste mensen niet zonder meer doodvallen, zijn levensverzekeringen een relatief lucratieve poot van de maatschappijen.

De berekening vandaag is simpel: als de verzekering een “event” inschat op een kans, vb op overlijden van 1%, dan betaal je 1€ voor een verzekering die zeker niet meer dan 100€ zal uitkeren.

Maar is dat vandaag nog wel zo slim?

“There are three types of lies -- lies, damn lies, and statistics.” - Mark Twain, auteur van oa. ‘The Adventures of Tom Sawyer’ en ‘Adventures of Huckleberry Finn’

Statistieken zijn per definitie fout. Omdat ze een geaggregeerd kantje hebben. Gemiddeld genomen kloppen ze, maar graaf je dieper, dan is de score van elk onderdeel verschillend. Jaren, zelfs decennia en eeuwen lang was het onmogelijk om een verzekering op maat aan te bieden. Omdat men nooit met voldoende zekerheid het échte risico kon vaststellen.

Maar het was een voldoende afdoende aanpak, omdat ook de verzekerde zelf zijn risico’s niet kon inschatten. En dat is het tweede cruciale element in het bestaan van verzekeringen: er moet het gevoel van een risico zijn, of er is geen markt voor. Als er geen nood is, heb je geen oplossing. Startups, verzekeringsmaatschappijen. Potato, potato. Toch op dit vlak.

Vandaag liggen de kaarten echter anders. De quantified self, een stroming waarbij je als gebruiker in kaart brengt wat je allemaal doet met behulp van je toestel en add­ons is in opmars.

Bedrijven van toebehoren zoals Jawbone, Nike’s Fuelband, Fitbit of de Sony, Samsung en andere wearables verschijnen vaker en vaker in het straatbeeld. Maar de grote verandering zit nog meer op het vlak van dat ene toestel waar we elke dag mee in contact komen. En volgens recent Forrester onderzoek zelfs 200 tot 300 keer per dag.

Google kondigde gisteren op het Google I/O evenement het Google Fit platform aan. Een health data platform, zoals ze het zelf noemen dat zoveel mogelijk gezondheidsgegevens van je verzamelt en het vervolgens via een API ter beschikking stelt van app developers.

De data zal van tal van bronnen komen: via tal van wearables, zoals de Nike Fuelband (die overigens een deal met Apple hebben), een aangekondigd toestel van Adidas en een pak meer toestellen in de toekomst. Maar het zal vooral gevoed worden door de sensoren in je eigen Android toestel , de Nexus 6 zou, net zoals de iPhone 5S een biometric sensor krijgen.

Gegeven je die 200 tot 300 maal per dag gebruikt voor het unlocken van je toestel, weten Google als geen ander hoe je je écht voelt. Maar Google is daarmee de eerste niet. Eerder had Samsung reeds zijn SAMI platform aangekondigd en ook Apple had op zijn april­editie van het WWDC iOS 8 voorgesteld met extra aandacht voor HealthKit, Apple’s health API.

De belofte van Apple is vergelijkbaar: “baas over je eigen data, centraal en secured bewaard en te delen met andere apps zoals jij het wenst”. En de strijd is nog niet gestreden, het aantal patenten in de biometrics sfeer van Apple groeit gestaag. Je 200 interacties per dag voorspellen je voortaan zelfs wat er met je staat te gebeuren. Iets waar onze collega’s van Argus Labs, een Belgisch startup nota bene, met man en macht aan werken. Een test­project rond epilepsie aanvallen vertaalt inputdata via je smartphone naar voorspellend gedrag wanneer een aanval reëel wordt.

Nog een voorbeeld? Onlangs ging een vriend van me naar de dokter. Na een zware fysieke inspanning slaat zijn hart soms over. Een raar, onbeschrijfbaar gevoel. Het gebeurt niet heel de tijd. Van een dokter word je naar een specialist doorgestuurd. Maar op geen van die momenten, zelfs niet tijdens een inspanningstest slaat je hart weer over. “Niks aan de hand” is het verdict. Op weg naar huis in de auto wel. Pech gehad. Dit hoef je vandaag niet langer voor te hebben.

Ook op het vlak van rijgedrag staat de technologie niet stil. Je smartphone vandaag meet met de ingebouwde gyroscoop, gps en accelerometer hoe je rijdt, remt en optrekt. AXA in België en StateFarm in de VS hebben experimenten lopen om je polis af te stemmen op maat van je rijgedrag. Gekoppeld aan voorlichtingstips, want een verwittigd man is er twee waard.

Maar de echte vernieuwing gebeurt vandaag door startups wereldwijd ­ook in België. Ze lanceren Kickstarter projecten die je auto­data koppelen met je smartphone. OBD II data wordt uitgelezen en live gestreamed naar het web. Waar je rijdt, of je je aan de regels houdt, of je voldoende afstand houdt, vlot remt en dergelijke meer worden live gemeten. Accurater dan met je toestel. Relevanter voor de verzekeringsmaatschappij.

 

Een derde belangrijke tak voor verzekeraars zijn woningpolissen. Je betaalt een premie in de hoop die nooit te hoeven benutten. Maar wat is de échte kans op “problemen”? Wat is je échte risico.

Het aantal kamers, het aantal ramen, je EPC­score en dergelijke meer vormen vandaag de basis van je premie. Ook op dit vlak zijn de startups als paddestoelen uit de grond aan het schieten. Met True North zijn we bijvoorbeeld actief voor een klant (geen verzekeraar overigens) met dergelijke voorspellende data. Echte data zoals overstromingsgevaar, verkeersdrukte, criminaliteit, densiteit en noem maar op. Ook hier is een nauwkeurigere inschatting, op maat, meer en meer mogelijk.

Laat ons even terug kijken naar hoe verzekeringen vandaag werken: er moet een gevoel van risico bestaan én het moet statistisch ingeschat kunnen worden. Een levensverzekering houdt vandaag rekening met gedeclareerd gedrag: “Neen, ik rook niet. Uiteraard eet ik gezond. Groenten, elke dag meneer de dokter. En sporten dat ik doe.”.

Wat foutenmarge er bij en je premie is zo berekend. Morgen vertelt jouw smartphone live aan je verzekeraar of je rookt. En of je wel gezond eet. En sport. Té intensief misschien. Je risico wordt perfect inschatbaar. Op maat. Voor jezelf en voor je verzekeraar. Wat een verzekering op maat zal toelaten. Een flat fee die alles dekt wat jij nodig hebt. Nooit nog teveel betalen, voor alles gedekt. Convenience door technologie. Dank u Google, Apple en the like.

Of we ons met elk denkbaar risicio moeten bezig houden, zoals ­God forbid ­gebeten worden door Luis Suarez? Allicht niet. Maar het is een mooi voorbeeld van hoe kansrekening vandaag een premie kan opdrijven voor een nagenoeg minimaal risico. Terwijl er vandaag zoveel mogelijkheden zijn om het échte risicio op “S­Bite marks” te berekenen. Jouw risico.

Of verzekeraars al klaar zijn voor deze revolutie is niet duidelijk. Dat ze er komt, staat vast. Technologische vooruitgang maakt ons mondiger en de dag dat we er ons voordeel bij kunnen doen, zullen we staan springen om onze verzekeraars onder druk te zetten... Boeiende tijden voor verzekeraars.