Zijn ultieme betrachting? Het eigen businessmodel zo snel mogelijk ondergraven en het bedrijf in zijn huidige vorm overbodig maken. Als het over ons klimaatbeleid gaat, kan Steven Van Praet, interim-CEO van FutureproofedCities, zijn ergernis nog amper verbergen. “Lokaal beleid gaat nog te veel over een scheefliggende tegel of over vijf verkeerplaatsen die dreigen te sneuvelen. Eerlijk: op overdreven veel visie kan ik het gros van onze Vlaamse politici helaas niet betrappen.”

Zowat duizend euro per inwoner per jaar. Dat is anno 2020 het prijskaartje van de strijd tegen de klimaatopwarming voor een stad of gemeente die die strijd ook ernstig neemt. “Met zo’n bedrag raak je al een stevig eind op weg richting transitie,” geeft Steven Van Praet aan. “Niet bepaald peanuts, dat klopt, maar het gaat niet zomaar om een naakte overheidsinvestering. Wie vandaag als particulier besluit om zijn dak te renoveren en te isoleren, of wie volgende week een nieuwe elektrische wagen koopt, doet daarmee uiteraard ook een stevige duit in het zakje.”

“Idem dito voor bedrijven die bijvoorbeeld besluiten om op hun site zelf een aantal windmolens neer te poten. Al die investeringen kunnen worden meegenomen in het totaalpakket aan maatregelen dat openbare besturen kunnen faciliteren.”

Klimaatplan als marketingstunt

Toen Van Praet in 2007 mee aan boord kwam bij Futureproofed was dat nog het eenmansbedrijf van Serge De Gheldere. “Ik ken Serge al 33 jaar, als studiegenoot en businesspartner, en intussen zijn we gewoon ook goede vrienden geworden”, klinkt het. “Jarenlang hebben we ons geld verdiend als consultants voor het bedrijfsleven – nog altijd trouwens - maar enkele jaren geleden kwamen er plots ook steden en gemeenten bij ons aankloppen: of we voor hen geen klimaatplan konden maken?

Drie jaar geleden zag FutureproofedCities dan het daglicht, intussen zijn er 12 medewerkers aan de slag. “Burgemeesters wilden zich plots engageren om de CO2-uitstoot in hun steden en gemeenten fors terug te dringen. Ze wilden de talmende nationale overheden wat graag voor zijn, maar ondanks de goede intenties bleek zo’n klimaatplan vaak toch vooral een marketingstunt.

“Ze spraken een studiebureau aan, legden enkele tienduizenden euro’s op tafel en kregen vervolgens een fraai rapport aangeleverd waarmee ze even de krant haalden. Doorgaans verdween dat plan vervolgens ook snel in de schuif, bij gebrek aan mankracht en middelen. En helaas: dit blijft tot vandaag toch wel een pijnpunt.”

Futureproofed Cities hielp intussen al ruim 65 Vlaamse steden en gemeenten bij de opmaak en verdere implementatie van een klimaatplan, en het bedrijf is intussen ook al actief over de landsgrenzen, van Frankrijk over Spanje tot Montenegro.

Resultaten zichtbaar maken

Steden of gemeenten die met FuturproofedCities in zee gaan, betalen maar een fractie van de prijs die klassieke studiebureaus aanrekenen om een klimaatplan op maat op tafel te toveren. “Reken vanaf 250 euro voor een kleine gemeente tot maximaal 2.000 euro per maand voor een heel grote stad in het buitenland”, geeft Steven Van Praet aan. “In ruil daarvoor ontzorgen wij de ambtenaren en proberen we zo’n plan vooral een stuk meetbaarder en beter opvolgbaar te maken.”

Lokale besturen hebben best wel wat instrumenten in handen om zelf ook een relevant klimaatbeleid uit te stippelen

“Onze klimaatplannen zijn online documenten die gewoon ook gedeeld kunnen worden door beleidsmakers en ambtenaren. Daarnaast hebben ook burgers en bedrijven toegang tot de publieke pagina. Maar vooral: ook de cijfers, de vooruitgang en de concrete acties op het terrein kunnen in dat plan verwerkt en constant aangepast worden. De gerealiseerde inspanningen en de progressie in de cijfers worden zo dus heel zichtbaar.”

Wij proberen samen met zo’n gemeentebestuur de vinger te leggen op kwalitatieve lokale projecten, van de aanleg van een warmtenet tot een collectieve renovatie van een volledige sociale woonwijk. Vervolgens proberen we de lokale bestuurders ook naar potentiële investeerders toe te leiden. En we rekenen hen ook voor hoe lang het duurt alvorens bepaalde investeringen effectief geld gaan opbrengen. Lokale besturen hebben best wel wat instrumenten in handen om zelf ook een relevant klimaatbeleid uit te stippelen.”

Steven Van Praet, interim-CEO van FutureproofedCities

Vlaanderen mist de boot

Het keert in het betoog van Steven Van Praet telkens opnieuw terug: als de Vlaamse of federale overheid blijven talmen met concrete maatregelen, dan is het aan de lokale en regionale overheden om het voortouw te nemen. “Ik overdrijf niet als ik stel dat Vlaanderen vandaag volop de boot aan het missen is. Onze politici zijn te volgzaam, het ontbreekt hen aan visie en leiderschap.”

“Nochtans weten we intussen perfect waar de klepel hangt, en wat we concreet moeten doen: onze gebouwen transformeren, hernieuwbare energie opwekken en onze mobiliteit op een volledig andere leest gaan schoeien. Dat is dus geen hogere wiskunde, maar het werk begint uiteraard pas als dat klimaatplan er effectief ligt. Dan moet je ambtenaren en mensen hebben die kwalitatieve projecten kunnen identificeren en die de burgers daarin ook kunnen meekrijgen. En het spijt me zeer, maar daarin staan we eigenlijk nog nergens.”

Ik overdrijf niet als ik stel dat Vlaanderen vandaag volop de boot aan het missen is. Onze politici zijn te volgzaam, het ontbreekt hen aan visie en leiderschap

Wij stellen de steden die met ons in zee gaan een soort menu van zowat 65 maatregelen voor. Van zeer voor de hand liggende maatregelen tot wat minder eenvoudig te realiseren oplossingen. Neem nu het energiebeleid: waarom zouden steden en gemeenten bijvoorbeeld niet de ambitie koesteren om zelf als lokale energieleveranciers te gaan fungeren? In Denemarken is 63 procent van de warmtevoorziening vandaag al in handen van lokale besturen en burgers.”

Zo’n aanpak maakt je relevant als gemeentebestuur én bovendien schep je daarmee ook nog eens nieuwe lokale banen: wat kan een politicus nog meer willen? Intussen blijven onze gemeenten hier zweren bij regionale netbeheerders en energieleveranciers en betalen we handenvol geld voor de distributie van die energie. Dat is toch absurd?”

15 jaar terugverdientijd

Van Praet kan het niet voldoende herhalen: het gaat niet om het klimaat, maar om onze toekomstige welvaart. De transitie naar een klimaatneutrale samenleving vraagt vandaag forse investeringen, maar op termijn winnen we die investeringen moeiteloos terug. “Minder fijn stof, energie-onafhankelijkheid en betaalbare energierekeningen, comfortabele woningen, brede en veilige fietspaden, noem maar op.”

“In Nederland is dit besef vandaag wél al volop aanwezig. Ook bij ons maken openbare besturen volop plannen, maar daar blijft het al te vaak bij. Elk plan is vrijblijvend, het wordt maar concreet als je er vervolgens ook een concrete visie en een realistisch budget aan koppelt. Daar ligt in Vlaanderen het kalf gebonden: onze gemeenten trekken voorlopig jaarlijks per burger tussen de 50 cent en 20 euro uit voor hun klimaatplannen. Daarmee blijven we natuurlijk mijlenver verwijderd van de duizend euro per jaar die we min of meer nodig hebben. Elk gemeentebestuur zou toch minstens aan 50 euro per inwoner en per jaar moeten komen om kwalitatieve projecten te faciliteren en om die dan samen met financierders, bedrijven en burgers ook te implementeren.”

Berekeningen van Futureproofed Cities wijzen uit dat het al snel 15 jaar duurt alvorens zo’n lokaal klimaatplan effectief geld begint op te brengen. Vandaag maken al 130 Belgische steden en gemeenten gebruik van van FutureproofedCities.

“Daarbij onder meer Antwerpen, Gent en Leuven – de drie steden die vandaag wellicht al het verst staan – maar ook steden zoals Hasselt, Kortrijk en Oostende. Alle maatregelen die deze steden en gemeenten vandaag aan het uitvoeren zijn, brengen nu jaarlijks al zowat 140 miljoen euro op”, weet Van Praet. “Daar staat een investering van 2,3 miljard euro tegenover, voor een totaal van 6,6 miljoen inwoners. Ook dit is nog onvoldoende, want het komt neer op slechts 350 euro per inwoner per jaar. Op basis van de datasets die gemeenten ons ter beschikking stellen, kunnen we dit voor elke gemeente ook netjes berekenen.”

Betaalbare consultancy

Intussen heeft zowat iedere gemeente in ons land al een eigen klimaatplan, maar al te vaak blijven die beperkt tot pure windowdressing. “Vaak is dat niet eens slechte wil”, klinkt het, “maar doorgaans beschikken wat kleinere gemeenten gewoonweg ook niet over de slagkracht om ingrijpende maatregelen zelf verder uit te werken.”

Daarnaast kunnen ze hun ervaringen en best practices ook niet delen in een veel groter netwerk. Dat is nu net wat wij onze klanten wél proberen te bieden: wij coachen hen in hun aanpak en vervolgens kunnen ze online hun progressie opvolgen via onze applicatie. Op langere termijn kunnen ze daar zowel hun concrete acties als de gerealiseerde CO2-besparingen meetbaar maken én kunnen ze online ook veel van elkaar opsteken.”

Ergens is dit natuurlijk ook een vorm van consultancy, maar dan wel online en veel goedkoper dan in het traditionele model. Het heeft toch geen enkele zin om het wiel vijftig keer opnieuw uit te vinden? We weten vandaag perfect wat we moeten doen, laat ons nu eindelijk ook eens echt de hand aan de ploeg slaan.”