Allard Castelein, CEO Port of Rotterdam

De haven van Rotterdam, met stip de grootste van Europa, is goed voor 12.500 hectare, 42 kilometer havenlengte, 150.000 schepen en 470 miljoen ton vracht per jaar. Van zo’n mastodont een digital twin bouwen, lijkt onbegonnen werk. En toch is dat exact waar Port of Rotterdam volop mee bezig is. “We willen zelf op het speelveld van digitalisering staan en niet vanaf de zijlijn toekijken”, zegt CEO Allard Castelein.

Digitale disruptie

“Als we rondom ons heen kijken, kunnen we alleen maar vaststellen hoe disruptief digitalisering in de samenleving is”, steekt Castelein van wal. “Dat is voor onze haven niet anders. Zeker wanneer je beseft dat je de haven niet alleen in verschillende stukken - ladingtransport, diensten tussen knooppunten, infrastructuur en ruimte – maar ook tijdvakken - voor, tijdens en na het aanmeren - kunt opdelen, kan digitalisering dat logistieke geheel veel inzichtelijker maken. Dat biedt niet alleen toegevoegde waarde aan de betrokken partijen in die stukken, maar ook aan de haven in zijn totaliteit.”

“Klein voorbeeldje: we hebben vandaag slimme sensoren in de kademuren, die ons realtime inzicht geven in de conditie ervan, zodat we ons onderhoud daarop af kunnen stemmen. Door alle kademuren, bolders, kranen en andere objecten in de haven ‘slim’ te maken, kunnen die in de toekomst met elkaar communiceren, zodat de doorvoer van schepen en afhandeling van lading nog sneller, efficiënter en veiliger kan plaatsvinden.”

Minder energieverspilling en vervuiling

Bij digitalisering is echter veel meer te winnen dan operationele efficiëntie. Zo wil de grootste zeehaven van Europa ook energieverspilling en vervuiling drastisch reduceren. “Alles wat niet maximaal efficiënt is, is een vorm van verspilling”, stelt Castelein. “Daarom zetten wij volop in op IoT, om in de verschillende deelgebieden van de haven het energieverbruik te optimaliseren en klanten zelf keuzes te laten maken.”

“Maar om verder te gaan op de slimme oplossingen: die vermijden dat schepen té snel naar de Maasmonding varen om daar vervolgens te liggen pruttelen omdat de terminal nog niet beschikbaar is. Dat is zowel energie-inefficiënt als vervuilend. Alle data uit diverse bronnen en sensoren verzamelen en analyseren we in realtime op een cloud based Internet of Things-platform, dat we met onze IT-partners IBM, Cisco, Esri en Axians uitbouwen. Zo kunnen we de dienstverlening naar onze klanten sterk verbeteren. Op termijn willen we zo ook een digital twin van de haven creëren.”

Virtuele haven

Die digital twin komt neer op een digitale representatie van de werkelijke, fysieke haven. “We bouwen met andere woorden over de harde, fysieke infrastructuur een virtuele tweede haven”, legt Castelein uit. “Met dat digitale zusje koesteren we dezelfde torenhoge ambities als met de fysieke haven, waarvan de infrastructuur door het World Economic Forum de afgelopen jaren tot de beste ter wereld werd uitgeroepen. We willen met andere woorden niet alleen de slimste en meest innovatieve haven ter wereld worden, maar dat vooral ook blijven. Of beter: we willen dat andere partijen dat van ons vinden (lacht).”

We willen met niet alleen de slimste en meest innovatieve haven ter wereld worden, maar dat vooral ook blijven

“Hoe we daarbij te werk gaan? Per havengebied en binnen dat gebied per structuur - een kade, bolder, leidingsysteem … – brengen dedicated teams alles in kaart om zo een driedimensionale weergave te verkrijgen die de tweedimensionale geprinte plattegronden en tekeningen waar we doorgaans mee werkten vervangt. Vervolgens brengen we 3D-modellen samen, zodat we op termijn een digitale versie van de haven hebben met 3D-modellen van toekomstige condities.

“We zijn op dat vlak echt pionier en frontrunner, want wereldwijd bestaan nauwelijks digitale zusjes van dergelijke complexe ecosystemen – enkel de luchthaven van Shanghai is met iets gelijkaardigs bezig. Ook voor IT-partner IBM zelf is dit project baanbrekend, zo blijkt uit hun jaarverslag. Het is dan ook enorm complex: ik zeg dit met alle respect, maar goederentransport door de haven opvolgen is van een andere orde dan een DHL-pakje traceren. Er komt gewoon véél meer bij kijken.”

Menselijke factor blijft belangrijk

“We hebben met onze partners dezelfde stip op de horizon voor ogen: we willen de hele keten van ladingtransport, diensten tussen knooppunten, infrastructuur en ruimte in één digitale ruimte recreëren én die ruimte voor klanten toegankelijk maken via applicaties en andere slimme ontwikkelingen en services. Dat vormt een heel veelomvattend traject met heel veel werk, maar we moeten die ambitie van een volledig naadloos havenproces waarmaken.

“Vijf jaar geleden vroeg ik me af waar de Uber of Airbnb van het havencomplex bleef die de waardenketens een boost kon geven. Tot ik besefte dat we die beter zelf konden ontwikkelen. Overigens betekent digitalisering niet dat de menselijke factor wordt uitgeschakeld, want die moet net die slimme oplossingen bedenken en ermee aan de slag gaan”, beklemtoont Castelein.

“Een stip op de horizon is niet hetzelfde als een concrete termijn. Niet alleen omdat digitalisering een continu proces is, maar ook omdat het altijd om deelprojecten gaat. Zo hebben we recent met succes een project rond blockchain uitgerold en testen we nu een concept rond de realtime opvolging van containers, terwijl we ook verder werken rond de smart sensoring van onze infrastructuur.”

Dat zijn allemaal opgeknipte projecten die we agile ontwikkelen en waarvan we non-stop het proof of concept valideren. Het is dus letterlijk stap per stap – we rijgen kralen aan elkaar, om het analoog te zeggen (lacht) – maar de richting staat ons wel heel duidelijk voor ogen: een innovatie-ecosysteem. Daarom doen we ook niets alleen, maar werken we samen met IBM en andere softwarepartners, en daarnaast met rederijen, het (haven)bedrijfsleven, terminals, internationale havens als Houston, enzovoort.”

Robotarmen voor de maan

Port of Rotterdam heeft met PortXL ook een eigen en specifiek innovatie-acceleratieprogramma. “Gedurende honderd dagen kunnen start-ups van over de hele wereld hun product of technologie komen testen in onze haven”, gaat Allard Castelein verder. “Op die manier worden we een broedplaats voor innovatie. Daar worden niet alleen wij slimmer en beter van, het tilt start-ups ook naar een hoger niveau, omdat ze zo hun concept kunnen testen, verbeteren en verder in de markt zetten. Daar zitten trouwens heel opwindende concepten bij. Zoals Ramlab, een start-up die reusachtige scheepsschroeven 3D print in de haven zelf.

Gedurende 100 dagen kunnen start-ups van over de hele wereld hun product of technologie komen testen in onze haven. Op die manier worden we een broedplaats voor innovatie

Als gevolg van de pandemie worden echter veel innovatieprojecten stopgezet, wat net niét zou mogen gebeuren. Niet alleen geraakt de economie zo minder sneller uit de coronadip, het is ook een klap voor veel startende ondernemers”, stelt Castelein. “Daarom is PortXL als gevolg van de crisis gestart met een eigen innovatieprogramma. Met MATCH wil het het komend jaar samen met bedrijven en start-ups honderd innovatieve pilots opstarten in de Rotterdamse haven. Alleen zo kunnen we de haven blijvend schoner, duurzamer en slimmer maken.”

“Daar zitten trouwens heel vernieuwende dingen tussen, zoals een bedrijf dat normaliter robotarmen voor NASA ontwikkelt, met als bedoeling die op de maan in te zetten, en nu kijkt of die ook in de haven kunnen worden gebruikt. Dat zou je in een traditionele omgeving als een haven niet meteen verwachten, denk ik (lacht).”

Neverending story

De Deltawerken waren destijds een infrastructurele overwinning van Nederland op de zee. Zou de CEO van Port of Rotterdam zover gaan om dit innovatieproject als de digitale overwinning op de zee te benoemen? “Ik vind de vergelijking wel leuk, omdat het dezelfde filosofie omhelst”, antwoordt hij. “Net zoals de Deltawerken Nederland beschermen tegen water, zal digitalisering klanten en consumenten beschermen tegen vervuiling, inefficiëntie en energieverspilling.”

“Bijkomend waren de Deltawerken een langjarig traject, net zoals digitalisering dat is. Niemand moet mij komen vragen of morgen het digitale verhaal af is, want dat is het nooit. Maar we moeten het wel vertellen. En ja, het gaat allemaal zo snel en we zullen fouten maken, maar we willen zelf op het speelveld staan in plaats van enkel vanaf de zijlijn toe te kijken naar wat er allemaal staat te gebeuren.”