Het geaccepteerde discours over de 'race' tussen menselijke en technologische competenties is dat technologie ons steevast klopt in efficiëntie. Wij, 'softe' mensen, zijn dan weer beter in emoties en creativiteit. Nu, er is intussen al heel wat creatieve software beschikbaar, zoals bij het Magenta-project van Google, die bewijst dat creativiteit niet enkel een menselijk ‘recht’ is. Maar vooral: tijdens SuperNova in Antwerpen begreep ik meer dan ooit dat het menselijk biologisch systeem en de natuur in het algemeen vaak nog steeds efficiënter zijn dan de meeste van onze hi-tech tools.

Het is inderdaad waar dat - voor repetitieve taken, en ook op cognitief niveau - algoritmes dikwijls efficiënter werken dan mensen. Maar wij blinken meestal nog steeds uit in energie- en kostefficiëntie: de kosten van onze acties zijn in de meeste gevallen lager dan hun rendement, terwijl dat vaak niet het geval is in technologische omgevingen. Verschillende sprekers op SuperNova hebben dit onderwerp aangekaart.

Het is vaak gewoon te duur om mensen te vervangen

Zo liet Bram Vanderborght - ook een frequente spreker op de nexxworks innovatie-bootcamps - ons zien hoe onze lichamen, dankzij hun slim ontwerp, voorlopig nog altijd een stuk energie-efficiënter stappen dan geavanceerde robots. Het Imec team vertelde hoe het zijn neuromorfe chips - die hersenen imiteren in een 'diep neuraal netwerk' - heel wat energie-efficiënter wil laten worden.

Volgens Pieter Abbeel - die vaak op onze innovatietours spreekt - zou het niet minder dan 5.000 dollar per uur aan cloud-computing-power kosten om een ​​AI op het niveau van de mens te ontwikkelen. In theorie kàn het dus, maar het is gewoonweg nog niet betaalbaar. Gebrek aan energie-efficiëntie is dan ook nog steeds één van de grootste uitdagingen van de blockchain: Bitcoin verbruikt dagelijks ongeveer evenveel energie op vlak van processing als Ierland.

Eenmaal een technologie goedkoop genoeg is om je achterste mee af te vegen, is zij goedkoop genoeg om de wereld te veranderen

We mogen dan inderdaad beschikken over fascinerende technologieën met veel capaciteiten maar om de wereld echt te veranderen, zullen we nog een oplossing moeten vinden voor hun kost-inefficiëntie. Tim Harford, die SuperNova opende, illustreerde deze uitdaging perfect met zijn 'toiletpapier-principe': eenmaal een technologie goedkoop genoeg is om je achterste mee af te vegen, is zij goedkoop genoeg om de wereld te veranderen. En op dit moment zijn wij mensen in heel wat (intellectuele) zaken nog steeds een stuk (kost)efficiënter en dus goedkoper.

Biomimicry kan ons inefficiëntieprobleem helpen oplossen

Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door deze paradox: hoewel ons menselijk biologisch systeem erg efficiënt is, zijn we zelf heel erg inefficiënt in het bouwen van onze eigen systemen. Niemand kan ontkennen dat veel van onze economische, sociale, technologische en bedrijfssystemen behoorlijk suboptimaal zijn. Het zou dus geen verrassing moeten heten dat vaak wordt teruggegrepen naar de natuur voor inspiratie op vlak van systeemorganisatie.

Denk maar aan hoe efficiënt een zwerm spreeuwen, ons ecosysteem of een mierenkolonie zijn georganiseerd. Er is zelfs een wetenschappelijk tak gewijd aan het imiteren van de modellen, systemen en elementen van de natuur voor het oplossen van complexe menselijke problemen: biomimicry. De natuur is namelijk uiterst efficiënt in het verbruik van hulpbronnen zoals beschreven in de Life’s Principles van Biomimicry 3.8 en ze is gewoon veel beter dan wij om op grote schaal te managen. Mickey McManus legt bijvoorbeeld ook op briljante wijze uit wat we van de natuur kunnen leren om het immense Internet of (Intelligent) Things te beheren.

Ik interviewde onlangs Leen Gorissen over biomimicry en zij vatte het mooi samen: mensen en hun systemen degenereren de planeet, terwijl de natuur een re-generatief systeem is. Met andere woorden: mensen nemen waarde weg uit het systeem en de natuur voegt waarde toe.

Bram Vanderborght (Photo by Fille Roelants Photography)

Ik zag op SuperNova heel wat biomimicry voorbeelden de revue passeren. Nina Tandon legde bijvoorbeeld uit hoe EpiBone het eerste bedrijf ter wereld is dat in een lab menselijke beenderen laat groeien om daarmee delen van een skelet mee te reconstrueren. "We bootsen gewoon een natuurlijk proces na, waarbij we de cellen die onze beenderen in ons lichaam laten groeien gebruiken om hetzelfde (buiten het lichaam) te doen", zei ze. Terwijl concurrerende bedrijven inerte vervangers of cellen zonder structuur produceren, doet EpiBone beide wel. Daarom gelooft Tandon dat de derde industriële revolutie het leven zal aanpakken (de eerste ging over machines, en de tweede over data).

Maar dat was zeker niet alles: laten we de MEA-chip van Imec, de computerinterface en het menselijk intranet van Jan Rabaey, de biologische neus op een chip van Charlotte D'Hulst en het interstellaire ruimteschip van Angelo Vermeulen op een asteroïde niet vergeten: elk op hun eigen manier imiteren ze de natuur om zo technologie efficiënter en goedkoper te maken.

Bram Vanderborght vertelde ons ook hoe zijn team zachte robots ontwikkelt uit een flexibel, zacht materiaal, waardoor ze geschikt zijn voor toepassingen in onzekere, dynamische taakomgevingen, inclusief veilige mens-robot interacties. Het opmerkelijke is dat deze omhuld worden door zelfherstellende elastomeren die natuurlijke genezingscapaciteiten nabootsen. Dat is overigens nog iets waar tech zo inefficiënt in is: de kosten voor het repareren van apparaten zijn vaak zo hoog dat we ze gewoon weggooien en nieuwe kopen (tenzij ze extreem duur zijn zoals Tianhe-2. Je gooit Tianhe-2 niet zomaar weg als hij defect raakt, al was het maar omdat je daarvoor een enorme prullenbak nodig hebt). Maar wat als deze apparaten zichzelf konden herstellen, zoals de robots van Bram? Ik kan me voorstellen dat bedrijven als HP en Brother hier NIET blij mee zullen zijn.

Aanpassing aan het systeem is efficiënter dan het systeem op jou te proberen afstemmen

Het meest opvallende voorbeeld van het huwelijk tussen mens, technologie en natuur op SuperNova was uiteraard de zeer kleurrijke (pun intended) Neil Harbisson: de eerste persoon ter wereld die een antenne in zijn schedel liet implanteren en wettelijk erkend werd als cyborg.

Het mag allemaal erg sci-fi klinken, maar het is wel degelijk zo dat aanpassing aan een systeem een ​​stuk efficiënter is dan het systeem aan jou aan te passen

Hoewel ik best geïntrigeerd was door zijn kruistocht om "technologie te worden", begon ik pas echt de mogelijke impact van cyborgs te begrijpen toen hij het volgende beweerde: “als we onze soort modificeren met behulp van (bio)tech, zullen we ons eindelijk zelf beginnen aanpassen aan de natuur, en stoppen met het omgekeerde te doen. Nachtzicht zou ons bijvoorbeeld in staat stellen om op elektriciteit te bezuinigen. Regulering van onze eigen lichaamstemperatuur als we het te koud of warm hebben, zou hetzelfde kunnen doen. Of we zouden onze huid kunnen modificeren om beter bestand te zijn tegen straling (dit kwam eigenlijk van Angelo Vermeulen).

Cyberborg Neil Harbisson (Foto: Facebook SuperNova)

Het mag allemaal erg sci-fi klinken, maar het is wel degelijk zo dat aanpassing aan een systeem een ​​stuk efficiënter is dan het systeem aan jou aan te passen. Dat laatste doen we nu al tientallen jaren en deze aanpak zal ons vernietigen als we dat blijven doen. We zouden er eigenlijk voorlopig minder bang voor moeten zijn dat AI onze banen zal stelen (niet dat we dit mogen onderschatten, uiteraard) dan van het feit dat we ons eigen milieu aan het vernietigen zijn.

Kloof dichten

Een van de antwoorden op ons inefficiëntieprobleem - op technologisch niveau maar ook op het niveau van door de mens ontworpen systemen - kan zijn dat we meer holistisch over het ecosysteem van mens, natuur en technologie nadenken. We hebben in het westen ooit de fout gemaakt om de geest en het lichaam als compleet apart te beschouwen - dat hebben we te danken aan Aristoteles en het Christendom - en nu doen velen dat nog steeds met het onderscheid tussen natuur, mens en technologie. Als we heel wat van de SuperNova-sprekers mogen geloven, kan deze kloof binnenkort worden gedicht.

Nexxworks-partner Peter Hinssen schreef in 2010 dat technologie compleet normaal werd in 'The New Normal' (op dat moment was het dat allesbehalve). Ik geloof dat we op het punt staan dat tech en natuur zullen samensmelten, en ik hoop dat de mens zich zo eindelijk zal leren aanpassen aan zijn omgeving in plaats van - op behoorlijk onsuccesvolle wijze - het omgekeerde te doen.