Een geslaagde revenge of the nerds, zo beschrijft de Nederlandse onderzoeker Rob Van Kranenburg - oprichter van de ‘Internet of Things Council’ - de huidige toestand van de wereld. “De mensen die eeuwenlang spullen bedachten en maakten voor de machthebbers zijn nu zélf de machthebbers geworden. En wij hebben met z’n allen de basis van onze toekomstige welvaart - onze data - gewoon aan hen cadeau gedaan.” Van Kranenburg spoort Generatie Z aan om die data, maar vooral de algoritmes die erop gebouwd worden, terug te claimen.

Rob Van Kranenburg studeerde literatuur tijdens de prille begindagen van het wereldwijde web. Aan de universiteit stortte hij zich de op de eerste websites. “Met Hypertekst konden we boeken helemaal verknippen. (lacht) Compléét slopen. Websites hadden geen begin, geen midden en geen einde meer nodig. We vonden het heerlijk om bezoekers te laten verdwalen. Konden ze daar niet mee om, dan moesten ze maar opnieuw een boek gaan lezen.”

Het Internet of Things heeft een enorme impact op de maatschappij. Het creëert nieuwe machthebbers

Via het internet geraakte onze noorderbuur ook gefascineerd door ambient technology, wat we later eigenlijk ‘the Internet of Things’ (IoT) zijn gaan noemen. “Elk voorwerp dat we zien, heeft ook een virtuele representatie. Een digital twin. Sensoren kunnen al die dingen meten: hun gewicht, hun grootte, hun snelheid, hun richting. Met de opkomst van de cloud konden al die digitale tweelingen plots ook onbeperkt opgeslagen worden. Wie die data bijhoudt, heeft gigantisch veel macht”, zegt Van Kranenburg.

“Het Internet of Things heeft een enorme impact op de maatschappij. Het creëert nieuwe machthebbers. We zagen de eerste voorzichtige tekenen van die evolutie al rond de eeuwwisseling. Maar we hadden nooit gedacht dat het Internet of Things zo onwaarschijnlijk hard zou gaan.”

Internet of Things Council

In 2009 stichtte Rob Van Kranenburg samen met IT’ers, developers, designers en andere vooruitziende, gelijkgestemde zielen Council. Die beweging wil de evolutie van het Internet of Things niet alleen op de voet volgen, maar ze ook richting proberen geven.

“De hele achterkant van fabrieken is al compleet getransformeerd, met slimme apparaten die onderling communiceren, die zelf aangeven wanneer ze onderhoud nodig hebben, die zichzelf corrigeren bij fouten. In onze auto’s is alle elektronica slim. Van onze wasmachine tot onze koffiezet, allemaal hebben ze vandaag software die uitleesbaar is. Op elke straathoek hangen camera’s, officieel om criminelen en sluikstorters op te sporen. Maar we weten natuurlijk wel hoe laat het is. Overal sensoren, daar een laag video bovenop: elk object ter wereld is zo ongeveer digitaal traceerbaar.”

“De nieuwe generatie is opgegroeid met de smartphone, boordevol sensoren en altijd in verbinding met de rest van de wereld. Op letterlijk elke plek op de aarde zijn ze online. Dat geeft de beheerders van die data - overheden en de GAFA’s (Google, Apple, Facebook en Amazon; nvdr) van deze wereld - waanzinnige sturingsmogelijkheden. Want wij, mensen, steken simpel in elkaar. Je volgt ons twee keer in de supermarkt, en je weet wat we de honderd volgende keren kopen. Je volgt ons twee dagen, en je weet perfect hoe onze dagen er de rest van het jaar uitziet.”

In de tang tussen GAFA en de Chinezen

Van Kranenburg omschrijft de toestand waar de wereld zich in bevindt als de revenge of the nerds. “Doorheen de geschiedenis heb je altijd makers gehad. Ze maakten de spullen die de machthebbers toelieten om de macht te grijpen en te behouden. Ze bedachten en ontwierpen spullen voor koningen, voor keizers, voor pausen, voor priesters, voor soldaten. Voor de allereerste keer zijn die machtsverhoudingen helemaal omgedraaid. De makers hebben zélf de macht gegrepen. En die makers zijn de IT’ers, de ingenieurs, de programmeurs. De nerds trekken aan de touwtjes. Google en Facebook zijn machtiger dan eender welke regering.”

Het is echt geen toeval dat de Chinese president Xi Jinping en veel van zijn ministers ingenieurs zijn. En wat doen wij hier in Europa? We beheren niet eens onze eigen data meer

“Ik ben net terug uit Shanghai. De Asian Tigers zijn vandaag de enigen die de nieuwe technologische realiteit echt snappen. Het is echt geen toeval dat de Chinese president Xi Jinping en veel van zijn ministers ingenieurs zijn. En wat doen wij hier in Europa? We beheren niet eens onze eigen data meer. We geven de grondstof van ons bestaan en de basis van onze toekomstige welvaart zomaar cadeau aan GAFA.”

De strijd om het algoritme

De verandering zal van de nieuwe generaties komen, benadrukt Rob Van Kranenburg. Met Generatie Z op kop. “Het probleem is dat de generaties voor hen de technologische realiteit al lang niet meer begrijpen. Generatie Z begrijpt die wel, maar stelt zich dan weer te weinig vragen. Ze doet wat van haar gevraagd wordt. Netjes dronken worden tussen 11 en 1 uur, en niet na 1 uur ’s nachts, want dat mag niet.”

Het is typisch voor IT’ers en ingenieurs dat ze weinig fantasie hebben, maar vooral beter maken wat er al is. Generatie Z moet meer fantasie aan de dag leggen, uit de band durven springen

“Het is typisch voor IT’ers en ingenieurs dat ze weinig fantasie hebben, maar vooral beter maken wat er al is. Generatie Z moet meer fantasie aan de dag leggen, uit de band durven springen. Een beetje zoals de provo’s, de Amsterdamse protestbeweging die in de jaren ’60 met heel veel fantasie en creativiteit de gevestigde orde uitdaagde. Generatie Z moet de nerds uitdagen.”

De strijd gaat volgens Rob Van Kranenburg niet meer om het terugkrijgen van onze data - “die zijn we kwijt” - maar om het in handen krijgen van de algoritmes. Het is volgens hem nu of nooit. “Iedereen kent websites om vluchten of hotels te boeken, die op basis van ingewikkelde algoritmes hun prijzen aanpassen aan de bezoeker. Drie keer zoeken, en je vlucht is plots een pak duurder.”

Als we niet oppassen, is dat soort dynamic pricing in de toekomst overal. Dan betaal jij in de supermarkt 5 euro meer voor die biefstuk dan de klant voor jou, gewoon omdat een slim algoritme weet hoe graag je die wil. Of dan rekent een restaurant elke klant een andere prijs aan voor exact hetzelfde gerecht. Zo hoéft het niet te werken. Maar dan moet er wel iemand kwaad worden en eisen om die algoritmes vrij te geven.”

Internet of Things als bondgenoot

Toch is hij optimistisch over de richting die het Internet of Things uitgaat. “Het kan ook onze bondgenoot zijn”, stelt Rob Van Kranenburg. “Want het is een brenger van transparantie. Het spit corruptie naar boven, het zorgt voor slimme contracten die elke vorm van gesjoemel onmogelijk maken. Het wordt heel moeilijk om nog slechte diensten te leveren of slechte producten te maken als alles met alles, en iedereen met iedereen verbonden is.”

“De grote techreuzen zijn niet de vijand. Die willen vooral waanzinnig veel geld verdienen aan onze data, ze hebben geen enkele maatschappelijke bekommernis. Je kan dat wansmakelijk vinden, maar het is natuurlijk veel minder erg dan regimes die onze data op een veel gevaarlijkere manier willen gebruiken.”