Ze kunnen hier elk moment binnenvallen in mijn bureau met de melding dat ze me eindelijk doorhebben. Dat de maskers gevallen zijn. Dat ze me al die tijd veel te hoog hebben ingeschat en dat het nu maar eens genoeg moest zijn. Dat is het – weliswaar irrationele – scenario dat door het hoofd gaat van iemand die kampt met het 'impostor syndrome'. In de praktijk blijkt het een fenomeen waar veel professionals mee kampen en maar moeilijk vanaf raken. Met alle nefaste gevolgen voor hun carrière.

Een hardnekkige stem in je hoofd

Het impostor syndrome (letterlijk: ‘bedrieger’-syndroom) steekt de kop op als je kampt met de (irrationele) angst dat je door de mand gaat vallen. Je hebt – al dan niet acuut – schrik dat je consistent overschat bent door je baas en je collega’s en dat je eigenlijk helemaal niet over al die capaciteiten beschikt die men jou toedicht. Het voelt alsof je de hele tijd de boel aan het belazeren bent en het enkel een kwestie van tijd is alvorens ze je voorgoed ontmaskeren.

Veelvoorkomend fenomeen

Als je de symptomen van dit syndroom herkent, weet dan één ding: je bent heus niet alleen. Je zou ervan versteld staan hoe vaak die hardnekkige ‘aandoening’ lijkt voor te komen. En wat meer is: het lijkt vooral voor te komen bij bijzonder getalenteerde, veelbelovende professionals. Iemand met een director rol op hoog niveau. Iemand met een ongelofelijk fotografisch geheugen. Iemand met een indrukwekkend academisch palmares en een MBA. Net die mensen waarvan je zou denken dat ze zich zelfzeker zouden voelen in hun rol, worden getroffen. Hoe meer gekwalificeerd, hoe venijniger het impostor-beest, zo lijkt het wel.

Eigen ervaring

Een van de redenen waarom ik er als loopbaancoach zo hard op focus, is omdat ik uit eigen ervaring kan spreken. In het begin van mijn carrière was ik altijd gefocust op de zogenaamde ‘softe’ HR. Ik zag mezelf dan wel als HR-generalist, ik vond niet dat ik mezelf een volwaardige HR-professional kon noemen omdat ik geen ervaring had in het hardere deel van HR (payroll, compensation & benefits,…). Op zich al een heel beperkende overtuiging, want hé, wie bepaalt wat een ‘volwaardige’ HR-professional is?

De overtuiging die ik koesterde over mezelf hield me tegen om te solliciteren voor een algemene HR-rol waarin ik de volledige eindverantwoordelijkheid zou dragen. Het idee alleen al dat ik er die payroll zou moeten bijnemen, daar niets van zou bakken en menig boze werknemer met foutieve payslip in mijn bureau zou krijgen… thanks, but no thanks.

Ik vertrouwde mijn gevoelens en mijn angst toe aan mijn coach. Het feit dat ik het met haar kon delen en haar feedback zetten mij er uiteindelijk toe aan om exact dat te doen waar ik zo bang voor was geweest: een rol opnemen met eindverantwoordelijkheid. Inclusief payroll.

En raad eens? Die gevreesde payroll bleek helemaal niet het onoverkomelijke obstakel dat ik ervan gemaakt had in mijn hoofd. Hoewel het nooit mijn passie zou worden, waren de werknemers wel netjes en op tijd betaald. Misschien was ik dan toch niet de boel aan het belazeren?

Tips om het impostor syndrome te overwinnen

Het goede nieuws is: ook al lijkt de angst bijzonder groot, hij kan ook bijzonder snel gecountered worden.

1. Spreek je angst uit

Zolang angst vaag blijft, is het zoals een of ander monster onder je bed. Zo een met scherpe tanden, dito klauwen en een grote honger. Eén waarmee je liever niet oog in oog komt te staan. Je verbeelding slaat op hol en je overtuigt jezelf ervan om stil je lot te ondergaan en vooral niets heldhaftigs te ondernemen. Je trekt de lakens stilletjes tot over je neus…

Tip: Kijk het monster recht in de ogen en probeer je angst zo gedetailleerd mogelijk te benoemen.

Een paar voorbeelden, recht uit de praktijk.

Ben je echt bang om minder competent te lijken dan je bent? Of gaat het eigenlijk hierom: ‘Ik ben in ons bedrijf de enige specialist in grafisch ontwerp en iedereen vindt het geweldig wat ik doe. Maar als ik mij vergelijk met designers in andere bedrijven, kom ik nog niet aan hun enkels.’

In plaats van: ‘Ik ben bang om door de mand te vallen op het werk’, zeg je bijvoorbeeld ‘Ik ben bang dat mijn baas zal zien dat ik minder inzet toon dan mijn collega’s, omdat ik minder uren werk’.

2. Kruip uit je eigen hoofd en bekijk het samen met iemand anders

Iemand die last heeft van het impostor syndrome, schaamt zich daar meestal voor. Het is niet iets wat je pakweg op vrijdagavond aan de toog met je vrienden aankaart (tenzij je er misschien al eentje te veel op hebt!). Precies omdat niemand ermee te koop loopt, denken we al te vaak dat we de enige zijn met die angst om door te mand te vallen.

Zoek daarom iemand die je vertrouwt. Een vriend, een goeie collega of een coach die de vertrouwelijkheid moet respecteren. Kies een rustige setting waar ruimte en tijd is om jouw twijfels én battle plan te bespreken.

Waarom dit zo belangrijk is? We zien de wereld niet zoals die is, maar wel zoals wij zelf geconditioneerd zijn om die te zien (dixit Stephen R. Covey). Of met andere woorden: we zitten snel vast in ons eigen hoofd, in onze eigen erg selectieve perceptie van de realiteit. Het standpunt van een ‘outsider’ helpt om dat beeld open te breken.

3. Ga na met wie je jezelf vergelijkt en hoe fair dat is

Mensen zijn sociale beestjes. Of we het nu willen of niet, we vergelijken ons steeds met andere mensen. Vinden we dat we het beter doen dan de ander, dan voelen we ons goed. Maar o wee als we het in ons hoofd steken dat we het slechter doen: onzekerheid troef!

Check dus even met jezelf: met wie vergelijk jij jezelf? Welke weg hebben zij al afgelegd om te komen waar ze nu zijn? Welke ondersteuning, opleiding of coaching krijgen die anderen? Hebben zij een even brede scope of zijn ze gespecialiseerd in een subdomein?

Als je jezelf als all-round digital marketeer bijvoorbeeld vergelijkt met SEA-expert, dan is het logisch dat die andere persoon dieper kan gaan in de kneepjes van het online advertising vak. Als je jezelf vergelijkt met een gespecialiseerde conversion copywriter, dan is het normaal dat hij of zij beter weet hoe met overtuigende copy mensen aan te zetten tot een aankoop.

Als je als generalist jouw expertise afmeet tegen die van experten in subdomeinen, dan is de kans op frustratie groot. Terwijl een generalist beter ‘the big picture’ ziet, de puntjes met elkaar verbindt en kan zorgen voor een coherent geheel. Ook mega waardevol, niet?

En is het echt fair om jouw “begin” te vergelijken met iemand anders “midden”? Het is logisch als iemand meer tijd en ruimte gekregen heeft om zich een bepaalde skill eigen te maken dat die al verder staat dan jij. Maar wie weet waar sta jij binnen een paar maanden of jaren?

4. Zet je gevoelens af tegen de feiten

Noteer jouw belangrijkste successen. Beschrijf de context, het doel van de opdracht, jouw rol én het resultaat. Wat denk en voel je als je daarop terugkijkt?

Als je deze stap zet, en je gevoelens met de feiten confronteert, dan krimpt de twijfel zienderogen. Ik heb zelf menig coachees zien doorstoten naar een volgend niveau of met veel meer zelfvertrouwen in hun rol zien blijven nadat ze die innerlijke ‘klik’ maakten.

5. En… actie!

De laatste genadeslag voor het impostor monster is keiharde actie. Want wat je het meeste vreest, is vaak net datgene wat je moet doen: het monster recht in de ogen kijken. Die nieuwe rol opnemen in je bedrijf om je skills te versterken, een extra project opzetten of een gesprek aangaan met je manager.

Maar ook kleine acties kunnen je al een heel eind op weg helpen. Stel jezelf de vraag wie of wat je kan helpen om je kennis te verstevigen of om je zelfvertrouwen aan te wakkeren. Een opleiding? Een coach of mentor? Een mastermind groep? Een interessante nieuwsbrief?

Als je al deze tips in de praktijk kunt omzetten, dan heb je dat monster in no time verslaan. Kan je al voor je zien hoe anders (beter!) je in je job en in je vel gaat zitten als je overgaat tot actie? Je weet wat je te doen staat!