Apple of Facebook, maar net zo goed het ziekenhuis in jouw buurt of de Champions League voetbal: ze zijn volgens econoom Geert Noels allemaal in hetzelfde bedje ziek. “Gigantisme leidt tot oneerlijke concurrentie, te grote winstmarges en een overdreven machtsconcentratie. Zowel de burger als kmo’s of start-ups worden daar op termijn de dupe van”, vindt Noels die met zijn nieuwste boek ‘Gigantisme’ een verrassende diagnose van onze ontspoorde economie maakt en er meteen ook een aantal remedies naar voren schuift. “Mijn discours is gericht tegen overdreven snelle groei, en tegen het schijnkapitalisme dat zich de voorbije jaren heeft ontwikkeld.”

“We zitten vandaag sociaal én economisch op een keerpunt. Daarom ook heb ik dit boek geschreven”, begint de auteur zijn betoog. “Dit werkstuk wil uitdrukkelijk geen links of rechts, groen of liberaal verhaal zijn: het is een maatschappelijk en breder gedragen pamflet, waarvoor ik zoveel mogelijk mensen wil meekrijgen. Niet enkel in België, maar ook in de rest van Europa. Met het oog daarop werken we nu ook aan een Engelse vertaling van ‘Gigantisme’.”

Noels legt in zijn boek een direct verband tussen de in zijn ogen ongefundeerde roep om eindeloze schaalvergroting enerzijds en een aantal nefaste maatschappelijke trends anderzijds. “Het aantal burn-outs blijft pieken, elke dag plegen er in dit land drie mensen zelfmoord, pesterijen op school en op het werk zijn schering en inslag en steeds meer mensen voelen zich onzeker over hun professionele toekomst. Dan kan je toch moeilijk blijven volhouden dat maatschappelijk alles op wieltjes loopt? Ik probeer in dit boek een aantal verbanden te leggen en mogelijke oorzaken aan te wijzen.”

Diversiteit van het start-uplandschap

De econoom toont met harde cijfers aan hoe gigantisch grote bedrijven anno 2019 een steeds belangrijker gedeelte van onze economie inpalmen. Niet enkel in de VS, maar net zo goed in Europa. Terwijl er toch nog nooit zoveel buzz is geweest over start-ups, innovatie en disruptie door vaak relatief onbetekenende nieuwkomers op de markt. “Noem dat het verschil tussen de gevoelstemperatuur enerzijds en de echte temperatuur, gemeten onder een thermometerhut, anderzijds. Ik ga niet af op die gevoelstemperatuur, en al zeker niet op een soort van hype die de voorbije jaren ontstaan is op dat vlak, ook in ons land”, aldus Noels.

“Er is niets mis met verhalen over start-ups, maar het valt me toch wel op dat de media wel heel vaak dezelfde verhalen oppikken en misschien te weinig oog hebben voor zowel de diversiteit van ons start-uplandschap als voor een aantal problemen waarmee starters hier af te rekenen hebben. Zo hebben zij het bijvoorbeeld bijzonder lastig om overheidsopdrachten binnen te halen, of krijgen zij in bepaalde sectoren amper voet aan grond door het sterke corporatisme.”

De moeilijke stap naar ondernemerschap

We mogen in dat opzicht ook niet langer blind blijven voor het grote verschil in behandeling tussen grote bedrijven en kmo’s in ons land, vindt Noels. “Fiscaal - qua vennootschapsbelasting dus - maar net zo goed op vlak van betalingstermijnen of in de toekenning van overheidsopdrachten. Hoe wil je bijvoorbeeld dat een start-up in zo’n pitch voor de overheid zijn referenties van de voorbije tien jaar op tafel kan leggen? Dan vraag je uiteraard het onmogelijke. Is het niet ongehoord dat onze overheid - in ons land goed voor zowat de helft van het BBP - de facto een systeem in stand houdt waarbij starters met zowat de helft van de economie geen zaken kunnen doen? Zo versterken we uiteraard ook de almacht van een aantal grote spelers in bepaalde sectoren.

Iedereen moet ondernemend zijn in zijn activiteiten, ongetwijfeld, maar ik weet niet zo zeker of we nu elke twintiger moeten aanmoedigen om meteen een eigen bedrijfje te starten

Buitenstaanders onderschatten ook systematisch hoe lastig de stap naar het ondernemerschap wel niet is. Ikzelf heb mijn bedrijf opgericht toen ik veertig jaar was, maar op mijn dertigste had ik die stap nooit kunnen zetten. Iedereen moet ondernemend zijn in zijn activiteiten, ongetwijfeld, maar ik weet niet zo zeker of we nu elke twintiger moeten aanmoedigen om meteen een eigen bedrijfje te starten.”

Betere producten dankzij anti-trustregels

De cijfers die Geert Noels aanhaalt, liegen niet: de bedrijven die wereldwijd de grootste beurswaarde hebben, zijn vandaag nog uitsluitend technologiebedrijven van Amerikaanse of Aziatische origine. In Europa wordt de lijst met grootste bedrijven dan weer aangevoerd door spelers uit de ‘klassieke’ sectoren, genre Shell, Total of Nestle.

Moeten we ons hier dan zorgen maken? “Europa heeft de voorbije jaren sterk ingezet op aan goed onderbouwd anti-trustbeleid. Het meest recente voorbeeld daarvan zijn de fusieplannen tussen de treindivisies van Siemens en Alstom, die door de Europese Commissie werd afgeblokt”, geeft Noels aan. “Vaak wordt dan meteen moord en brand geschreeuwd, of wordt Europa een gebrek aan ambitie verweten. Maar geloof me vrij: mocht je off the record je oor te luister leggen bij Siemens, dan zouden heel wat mensen daar je bevestigen dat die Europese weigering een goede zaak was. Om de eenvoudige reden dat insiders maar al te goed beseffen dat meer concurrentie doorgaans ook resulteert in betere producten voor de consument. Of omdat twee bedrijven op termijn misschien ook twee heel verschillende innovatieve producten gaan ontwikkelen.”

Europa heeft dan misschien geen gigantische techbedrijven, maar we beschikken wél over andere, meer verborgen technologie

“De kans is vandaag niet denkbeeldig dat een aantal interessante innovaties of productverbeteringen bij Google of Apple nooit de eindmeet halen, net omdat die bedrijven té groot zijn geworden. Europa heeft dan misschien geen gigantische technologiebedrijven, we beschikken wél over andere, meer verborgen technologie. Die zit vaak verscholen in wat kleinere spelers in wat meer traditionele sectoren en heeft doorgaans ook minder schaaleffecten, maar onderschat niet hoeveel innovatief potentieel er vandaag in Europa huist.

“Natuurlijk hebben bedrijven zoals Facebook of Google voor heel veel innovatie gezorgd, maar we zullen nooit weten hoeveel van hun innovaties en productiviteitsverbeteringen nooit echt de markt hebben gehaald. Vergelijk het met de topploegen zoals Chelsea of Real Madrid, die elk jaar opnieuw opduiken in de eindfase van de Champions League. Ze zijn onaantastbaar groot geworden omdat ze elk piepjong talent in heel Europa opkopen. Maar hoeveel van die jonge gasten halen ooit de eerste ploeg? En hoeveel jong talent gaat er zo dan niet verloren?”

Nepkapitalisme

Hij kan het niet voldoende benadrukken: ook in de bedrijfswereld is voldoende biodiversiteit van cruciaal belang. En ook kleine bedrijfjes die misschien nog niet zo’n groot soortelijk gewicht hebben, moeten voldoende kansen en ruimte krijgen om te kunnen doorgroeien. “Al was het maar omdat zij de grote jongens kunnen blijven challengen en hen het vuur aan de schenen leggen”, zegt Noels. “Recent onderzoek toont ook aan dat ons start-uplandschap hier lang niet zo dynamisch is als we zelf denken. Daar moeten we dus ook van wakker liggen. De regels van de markteconomie, die broodnodig zijn om het ecosysteem gezond te houden, worden vandaag niet meer gerespecteerd. We zitten vandaag in een soort van nepkapitalisme.”

Waar ik me nog het meest zorgen om maak, is dat de trend naar almaar grotere entiteiten zich maatschappelijk ook veel breder doorzet

“En waar ik me nog het meest zorgen om maak: de trend naar almaar grotere entiteiten zet zich maatschappelijk ook veel breder door. Scholen fuseren omdat die schaalgrootte hen optimaler zou doen laten functioneren, ziekenhuizen worden steeds groter en onpersoonlijker - vaak ten koste van de beleving en dienstverlening aan de patiënten - enzovoort. Heel vaak worden de positieve effecten van die schaalvergroting overschat en wordt er zedig gezwegen over de schaalnadelen. Een organisatie die groeit, heeft ook nood aan meer administratieve lagen en structuren. Op termijn verander je zo ook de hele dynamiek van de instelling, het bedrijf of de school.”

Het grote probleem is dat er weinig onderzoek of documentatie bestaat over die schaalnadelen, die vaak ook veel verder reiken dan het puur economische aspect. Net daardoor zijn ze een stuk lastiger te meten, en wordt er dus meestal vrolijk aan voorbijgegaan. Iemand die daarop wijst kan dit doorgaans niet meteen hard maken met naakte cijfers, of brengt zo een proces op gang dat langer duurt én een stuk uitdagender is. En dus kiezen de meeste managers én politici liever voor de weg van de minste weerstand.”

Economische onzin

Noels toont zich nog altijd een overtuigd voorstander van de vrije markt, maar vindt het hoog tijd om terug te keren naar het échte kapitalisme. Met daarin voldoende ruimte voor concurrentie, de nodige checks and balances en een ruime mate van solidariteit. “Het nepkapitalisme waarin we nu beland zijn, wordt vaak aangestuurd door mensen die zich min of meer boven de massa verheven voelen en waarop amper nog controle bestaat. Ik geloof absoluut niet in nulgroei: dat is regelrechte economische onzin en mensen die daarvoor pleiten, begrijpen echt niet hoe de economie werkt.”

Groei ontstaat net omdat mensen oplossingen zoeken voor systemen of technologieën die ze nog niet ideaal vinden. Mijn discours is wél gericht tegen overdreven snelle groei, en tegen het schijnkapitalisme dat zich de voorbije jaren heeft ontwikkeld.”