De drie oprichters van Sentea: (vlnr) CTO Thijs Spuesens, CEO Karsten Verhaegen en COO Ronny Bockstaele

Herinner je je nog de Morandi-brug in Genua? Of de problemen met de Brusselse tunnels? In beide gevallen waren er van het ene op het andere moment technische implicaties, wat in Italië zelfs leidde tot vele slachtoffers door de ‘plotse’ ineenstorting van de brug. Zo onverwacht als deze voorvallen misschien lijken, zo doortastend is de technologie van Sentea, een spin-off van de UGent, om dergelijke ongelukken in de toekomst te voorkomen. Met behulp van sensoren kunnen ze de gezondheid van materialen en structuren monitoren, én dus op tijd ingrijpen. “De universiteit is een ideale voedingsbodem om hoogtechnologische producten te ontwikkelen”, zegt Thijs Spuesens die mee aan wieg stond van Sentea. “Je krijgt tijd om specifiek op je onderzoek te werken. En dat is onbetaalbaar.”

Marktleider worden

Thijs Spuesens was lange tijd onderzoeker aan de UGent, voor hij Sentea mee oprichtte. “Aan de universiteit kom je in aanraking met heel veel verschillende, vernieuwende technologieën. Ik heb het geluk gehad om jarenlang te kunnen werken in de onderzoeksgroep die zich focust op silicon photonics. Hoewel ik zelf nooit de ambitie had om een academische carrière uit te bouwen, heb ik uiteindelijk wel de kans gekregen om met deze technologie vanuit de universiteit een eigen spin-off op te starten.”

Fiber optic sensing – glasvezelsensoren, dat is de core business van Sentea. Een domein waarin het jonge Gentse bedrijf de marktleider wil worden. Bij fiber optic sensing zijn de sensoren gebaseerd op licht in plaats van elektriciteit waardoor ze niet alleen ongevoelig zijn voor elektromagnetische verstoringen, corrosie en extreme temperaturen, maar ook bekendstaan als zeer accuraat en stabiel doorheen de tijd.

“Meerdere sensoren kunnen eenvoudig geïntegreerd worden op één glasvezel wat maakt dat verschillende zaken, zoals temperatuur, trillingen, buiging van materialen,… tegelijk gemeten kunnen worden”, verduidelijkt Spuesens. “Het laat ons toe om op een kostenefficiënte manier de gezondheid van gebouwen, windturbines,… te monitoren en catastrofes te voorkomen.”

Van Europees onderzoeksproject naar spin-off

Na een Europees project waarbij de voordelen van deze smart fiber werden onderzocht, werd de technologie opgemerkt door één van de business developers van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) van de UGent, die vrij snel de mogelijkheden voor industriële toepassingen zag.

Thijs Spuesens was zelf ook erg enthousiast, en vatte daarom zijn ondernemerstraject aan. Niet vanuit een jongensdroom om ondernemer te worden, maar vanuit een passie voor de technologie. “Het grootste verschil tussen de academische wereld en de industrie, is dat je aan de universiteit eerst en vooral moet bewijzen dát je technologie werkt, zodat je er een paper over kunt schrijven”, zegt hij. “In de industrie daarentegen moet je kunnen aantonen dat je technologie in elke context en onder alle omstandigheden werkt. En dat is echt waar een wereld van verschil.”

Een product is méér dan de technologie

Het is niet omdat de technologie werkt dat je ook een product hebt dat je in de markt kunt zetten”, gaat Spuesens verder. “We hebben heel wat tijd geïnvesteerd in het ontwikkelen van ons product. Denk bijvoorbeeld aan de elektronica en software, de thermische huishouding van je toestel is van belang, enzovoort.”

Als beginnend ondernemer moet je je zoveel nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken en buiten je comfortzone treden dat het een zeer steile, maar erg boeiende leercurve is

En uiteraard komt er ook bij de opstart van je bedrijf in het algemeen heel wat kijken: je moet marktonderzoek doen, investeerders overtuigen, een businessplan opstellen, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Als beginnend ondernemer moet je je zo veel nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken en buiten je comfortzone treden dat het een zeer steile, maar erg boeiende leercurve is.”

Veerkracht en creativiteit

Dat ondernemen veel méér is dan alleen rozengeur en maneschijn, heeft ook Thijs Spuesens ondervonden. “Onderweg moet je tegenslagen kunnen verwerken en de veerkracht vinden om zaken op een andere manier te bekijken en op te lossen.”

Investeerders leggen soms heel wat druk op je schouders. Zij willen natuurlijk snel resultaten zien, maar in de ontwikkeling van hoogtechnologische producten stoot je soms op onverwachte problemen. Zo ontdekten we dankzij UGent TechTransfer dat een deel van onze technologie al gepatenteerd was. Geheel onverwacht moesten we op een andere manier naar een oplossing zoeken. En zo kan ik nog wel een aantal voorbeelden opsommen.”

Eigen horizonten verkennen

“Aan de universiteit werk je heel gefocust op je eigen onderzoek. Maar er zijn zeker voldoende mogelijkheden om je eigen horizonten te verkennen”, benadrukt Spuesens. “Alleen moet je die kansen zien en met beide handen grijpen.”

Aan de universiteit werk je heel gefocust op je eigen onderzoek. Maar er zijn zeker voldoende mogelijkheden om je eigen horizonten te verkennen

“Zo kun je steeds aankloppen bij de business developers van het Industrieel OnderzoeksFonds om je technologie af te toetsen. Zij kennen de industrie en hebben inzicht in wat al dan niet zou werken in een industriële context. De universiteit organiseert ook heel wat cursussen rond ondernemerschap, communicatie,..., zoals de Technology Transfer Skills Course.”

De voordelen van een wetenschapspark

Sentea is nog steeds dicht bij de universiteit gevestigd. Tech Lane Ghent Science Park, het wetenschapspark van de UGent in Zwijnaarde, is hun thuishaven. Een heel bewuste keuze, volgens Spuesens. “Het is gewoon heel handig om dicht bij de universiteit aanwezig te zijn. Zo blijf je niet alleen makkelijker op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Maar we kunnen ook gebruikmaken van de infrastructuur van de universiteit om testen uit te voeren. Zelf investeren in zo’n cleanrooms en testfaciliteiten zou voor ons onbetaalbaar zijn.”

Wat waren zijn grootste uitdagingen tot dusver? “Het juiste team vinden is cruciaal”, antwoordt Thijs Spuesens. “Je moet mensen vinden die complementair zijn qua skills, maar die ook matchen qua karakter, personen met wie je goed kan communiceren.”

“Investeerders kijken immers ook naar het totaalplaatje, en niet enkel naar je technologie. Ze moeten zien dat je samen met jouw team de lancering tot een goed einde kan brengen. Anders gaan ze hun geld nooit op tafel leggen.”