Benjamin Claeys woont al elf jaar in China en stampte er twee start-ups uit de lokale grond. Zijn ene bedrijf focust zich op gamified advertising in WeChat, het andere op het verbeteren van QR-codes. Als Belgische founder heeft hij dus een mooi zicht op de ontluikende Chinese start-up scene die zich razendsnel ontwikkelt. “Ondanks de vaak sterke overheidscontrole heeft China een heel grote troef voor start-ups en dat is: een gigantische markt”, zegt de Belgische ondernemer in een interview met Bloovi.

"De grootste revolutie die China ooit heeft gehad, is niet de Culturele Revolutie van Mao Zedong maar het internet”, start Benjamin Claeys met een boutade. En hij kan het weten. Onze landgenoot woont namelijk al 11 jaar in China en staat er nu aan het hoofd van twee start-ups. Claeys begon zijn carrière in China als architect, werkte in design en kwam daarna in tech terecht. Lihaoma, zijn eerste start-up, bouwt een systeem om bedrijven reclame te laten maken met spelletjes in WeChat, de zogenaamde gamified advertising. Daarnaast richtte hij ook QRZebra op, dat je toelaat om QR-codes mooier te maken. Daarmee haalde hij al grote klanten zoals Nestlé binnen.

Benjamin Claeys (derde van links)

Terugreizen in de tijd

De start-ups van Claeys kunnen meerijden op het indrukwekkende Chinese app-ecosysteem. Sommige observatoren beschrijven terugkomen uit China bijna als terugreizen in de tijd. "Het Westen loopt eigenlijk wel achter op dit gebied”, vindt ook de Belg.

Het Westen loopt eigenlijk wel achter op techgebied als je het Chinese app-ecosysteem ziet

Centraal in dat app-ecosysteem staat WeChat. "WeChat is een soort kruising tussen Facebook en Whatsapp, je hebt er een wall maar je kan ook chatten”, legt Claeys uit. “WeChat is vergelijkbaar met een Zwitsers zakmes. Je kan er betalingen mee sturen, in de supermarkt betalen, enzovoort. Kortom, je kan er duizend-en-een dingen mee doen.” In die zin hoeft het niet te verwonderen dat WeChat in 2018 maar liefst een miljard gebruikers had.

Lihaoma is gebouwd op het gigantische platform dat WeChat biedt. "WeChat laat sinds dit jaar spelletjes toe waarin je reclame kan maken", vertelt Claeys. Of hij Lihaoma in een zin kan samenvatten? “We hebben een systeem ontwikkeld waarmee je in 90 seconden een spelletje online kan zetten, en daarmee heb je 10 keer meer engagement dan met klassieke reclame.”

Zijn andere start-up, QRZebra, speelt dan weer in op de populariteit van mobiel betalen in China. “Met QRZebra maken we QR-codes toffer en interessanter, want die zien er altijd heel lelijk uit”, legt hij uit. “In China zie je overal QR-codes, echt op alles. In het Westen zijn QR-codes nooit echt doorgebroken omdat geen enkele applicatie ermee werkte, maar in WeChat waren QR-codes van in het begin ingebouwd.” Of nu je nu betaalt in een buurtwinkel of wil binnengeraken op een festival, in China verloopt het allemaal via QR-codes.”

Moeilijke periode gekend

Aanvankelijk deed Lihaoma iets anders dan gamified advertising, zo kon je vroeger met de app immers cadeautjes sturen naar vrienden via WeChat. Dat bleek echter minder goed te werken, waardoor ze een pivot of een verandering in hun idee moesten maken. “Tuurlijk zijn er toen moeilijkheden geweest”, blikt Claeys terug. “De andere oprichters zijn toen afgevallen. Er waren zelfs enkele spanningen, maar die hebben we weggewerkt. Al mijn mede-oprichters hebben nog aandelen in het bedrijf maar bij Lihaoma ben ik als enige overgebleven.”

Door die mindere periode leerde ik opnieuw focussen

Ook financieel ging het Lihaoma op dat moment niet voor de wind. “Het bedrijf zat in een financiële put, tot ik de kans kreeg om voor Nestlé te gaan pitchen. Met groot succes, dankzij die pitch is het weer de goede richting uitgegaan.” Niettemin kijkt hij vandaag positief terug op die mindere periode. “Je leert er opnieuw door focussen. Dankzij die pivot weet ik nu dat ik een product-market fit heb waarvoor klanten me willen betalen.”

Met de start-up Lihaoma

Claeys haalde in het verleden al 130.000 dollar op met Lihaoma, maar een extra kapitaalronde is op dit moment niet aan de orde. “Er zijn twee dingen die je niet hebt als start-up ondernemer: tijd en geld”, stelt hij. “En investeringen ophalen kost erg veel tijd. Soms moet je gewoon keuzes maken.” Zelf kiest hij er voorlopig voor zijn twee start-ups te bootstrappen. “Ik zeg niet dat ik nooit externe investeerders zal toelaten. Maar door geen kapitaal op te halen, kan ik trager en misschien ook duurzamer groeien. En uiteindelijk er zo meer uithalen.”

Chinese bureaucratie

In China een start-up onderneming uit de grond stampen, is makkelijker gezegd dan gedaan. "Als ik een site wil lanceren buiten China dan is dat binnen een uur klaar”, verduidelijkt Claeys. “Binnen China moet ik eerst een ICP-licentie aanvragen bij de overheid, wat een maand duurt. En zo zijn er duizend en een zaken die alles vertragen.”

Ik zeg niet dat ik nooit externe investeerders zal toelaten. Maar door geen kapitaal op te halen, kan ik trager en misschien ook duurzamer groeien

Als Westerling een start-up oprichten in China kan ook cultureel moeilijk zijn. "Wanneer een buitenlander een start-up wil oprichten in China, dan zeg ik steeds: doe het niet. Je moet erg goed snappen hoe alles in elkaar zit", weet Claeys uit ervaring. “Als Westerling ben je helemaal ander gewired over hoe je dingen moet doen. Maar eens je begrepen hebt hoe het hier in z’n werk gaat, begin je te zien waar de opportuniteiten liggen.”

Niettemin zette China de laatste jaren enorm hard in op de eigen start-up cultuur, en dat heeft zijn redenen. “Start-ups zijn de wereld aan het veranderen op een niveau dat we nog nooit zagen en de Chinese overheid heeft dat heel goed begrepen”, stelt Claeys. “Start-ups kunnen mensen een job geven en van China een land maken dat kwalitatieve en innovatieve producten produceert in plaats van goedkope artikelen."

Dit land biedt een ongeziene schaalgrootte, waar we in Europa alleen maar kunnen van dromen

Ondanks de vaak sterke overheidscontrole heeft China een heel grote troef voor ondernemers: een gigantische markt. "Dit land biedt een ongeziene schaalgrootte, waar we in Europa alleen maar kunnen van dromen”, stelt hij. “Er zijn in de wereld maar drie landen met een dergelijke omvangrijke markt: China, de Verenigde Staten en India.”

Vergeleken met Europeanen zijn Chinezen ook ongeremder als het aankomt op technologie, ze durven veel meer. “Ze komen van een heel gesloten maatschappij en plots gaat dat helemaal open met het internet. Bijgevolg omarmen ze technologie erg hard omdat het hun wereld gigantisch heeft verbeterd, zelf de overheid kan het niet controleren omdat het dusdanig snel gaat."

Meer en meer beginnen Chinese start-ups nu ook uit te breiden naar Europa en de Verenigde Staten. Zo investeert e-commerce gigant Alibaba al een tijdje op de westerse markten, wat bij velen de angst oproept dat ze economisch overspoeld zullen worden. Benjamin Claeys ziet het anders: “Men heeft heel veel schrik van de Chinezen maar in Europa zijn we eigenlijk al overspoeld door Amerikaanse multinationals. Ik denk trouwens dat het net interessant is dat de Chinezen een deel van de markt innemen omdat dit het ecosysteem veel diverser gaat maken.”