Servaas Bingé en Jelle Van De Velde, oprichters van Emma.health

De oprichters van Emma.health hebben hun vlaggetje op de Himalaya geplant: Servaas Bingé en Jelle Van De Velde - de ene dokter de andere ondernemer - willen mensen verwittigen om hun leefgewoonten aan te passen vóór ze ernstig ziek worden. Tweeënhalf jaar geleden staken ze hun online screeningplatform in de proefbuis. Midden april stelden ze Emma voor aan het publiek. “Het moest een tool worden even leuk als een Flair-test, maar dan grondig medisch onderbouwd.”

Twee mannen en een vrouw – geboren uit het brein van die twee mannen. Dat verdient een kennismakingsrondje. “Ondernemer”, stelt Jelle Van De Velde zichzelf voor. “Zo kan ik mezelf nog het best omschrijven.” Zijn eerste job als docent aan de Arteveldehogeschool verruilt de jonge Oost-Vlaming inderdaad al vrij snel voor het ondernemerschap. Hij richt zijn bedrijf Playlane op, gespecialiseerd in mobile entertainment, dat in 2013 wordt overgenomen door de Cartamundi groep. Binnen die groep is hij als General Manager nog drie jaar verantwoordelijk voor de digitale transformatie.

Servaas Bingé studeert in 2006 af als geneesheer en neemt de huisartsenpraktijk van zijn vader over. De eerste jaren combineert hij zijn job als huisdokter nog met het werk op de spoedafdeling van een ziekenhuis. Dat levert niet de verwachte voldoening op, dus zoekt Bingé andere wendingen. Die vindt hij in de sportgeneeskunde, met onder andere een functie als topsportdokter bij het wielerteam Lotto Soudal.

De twee leren elkaar kennen tijdens een sportconsult. “Grappig verhaal is dat eigenlijk”, vertelt Bingé. “Jelle ging de 10 miles lopen en liet zich – op aandringen van zijn vrouw – eerst preventief screenen. Zo kwam hij bij mij terecht, ergens in maart 2016 was dat, geloof ik. We raakten aan de praat over mijn werk in de sport en ik boomde wat door over mijn geloof in het meetbaar maken van de mens. Op het moment dat ik over data begon, gingen Jelles oren flapperen. Dat moet zowat het embryonale bevruchtingsmoment zijn geweest voor ons project.

Dokter, hou mij gezond

Emma staat voor ‘EMpowerment door Medische Autonomie’. Of in een alternatieve vertaling: de kracht van de computer met de zorg van de arts. “Met die uitmuntende slagzin kwam ons marketingdepartement af”, elleboogt Bingé breed grijnzend naar zijn zakenpartner. Van De Velde lacht, het duo zit vriendschappelijk naast elkaar, met inmiddels een zekere routine in het spreken over hun project. “We vullen elkaar eigenlijk prima aan”, verklaren ze. Heel even zelfs letterlijk, als Bingé een minuut wordt weggeroepen. “Wat Servaas je dadelijk wel gaat vertellen”, neemt Van De Velde het gesprek alvast over, “is dat Emma gegroeid is uit een zekere frustratie. De verzoeken die hij in zijn huisartsenpraktijk kreeg, kwamen altijd ongeveer op hetzelfde neer: dokter, geef mij eens een pilletje en maak me weer gezond. Maar nooit eens vroeg iemand hem: dokter, wat kan ik preventief doen?

Die laatste vraag kreeg ik wel van de renners die bij mij op consultatie kwamen”, pikt Bingé opnieuw in. “Sporters hebben hun gezondheid nodig om optimaal te kunnen presteren. Ik had voor mezelf al de bedenking gemaakt: preventie zou een stuk makkelijker zijn als we de mindset van de sporter konden projecteren op die van de algemene populatie. Die gedachte deelde ik met Jelle tijdens onze eerste ontmoeting.”

Met de billen bloot

Het gesprek bleef hangen bij beiden. Kort daarop ging het tweetal samen een koffie drinken. En daarna nog één. En nog één. Eind 2016 kwamen ze tot de conclusie: hier zit écht iets in, februari 2017 begonnen ze eraan. “Dat wil zeggen”, nuanceert Van de Velde meteen, “het idee was er, maar het bedrijf nog lang niet.”

De eerste actie die het Emma.health team ondernam om hun plan ook werkelijk tot een onderneming te maken, leek eerder op een shocktherapie. “Als je ons vraagt naar de verrassingen en valkuilen die we onderweg zijn tegengekomen, dan is dat misschien wel een mooi verhaal”, brengt Van de Velde aan. “Op zeker moment kregen onze plannen toch al wat vorm en hadden we om ons heen een team van dokters verzameld. Maar ik had al wel gemerkt: Servaas en ik spreken compleet een andere taal – hij de medische, ik het marketingjargon. Toen we ons ingeschreven hebben voor de Vlerick e-health bootcamp was dat een deel van het opzet: elkaars taal leren spreken. Ons medische team trok voor de eerste week van de bootcamp naar Londen. Ze waren daar nog geen drie uur of Servaas belt mij op.”

We wisten perfect wat we inhoudelijk wilden doen, maar kregen het niet vertaald. Die eerste dagen had ik vooral het gevoel: die mensen begrijpen mij hier gewoon niet

“‘Ik wil naar huis!’”, vult Bingé schaterend aan. “‘Wat komen wij hier in godsnaam doen?’, heb ik hem toegeroepen aan de telefoon. Het ging er over design thinking en customer journeys, zaken waar wij geen flauwe notie van hadden. Ik herinner mij nog dat onze eerste presentatie ook helemaal met de grond werd gelijkgemaakt: te weinig matuur, te medisch. We wisten perfect wat we inhoudelijk wilden doen, maar kregen het niet vertaald. Die eerste dagen had ik vooral het gevoel: die mensen begrijpen mij hier gewoon niet.”

Eerste opdracht: Babel slopen

“Uiteindelijk is het na die eerste sessie nog wel goed gekomen”, maakt Bingé de anekdote af. “Meer zelfs, we hebben die bootcamp nog gewonnen ook. Maar het bracht ons wel even met de voeten op de grond. We realiseerden ons dat ons plan er niet op één dag zou liggen”.

Wat het tweetal vooral al snel begreep, was dat de schoenmakers best bij hun eigen leest bleven. Van De Velde werd verantwoordelijk voor business development en de strategische uitwerking, Bingé nam het medisch inhoudelijke en de wetenschappelijke validatie voor zijn rekening. “Dat is tot op vandaag een heel comfortabele positie”, beaamt Bingé. “We coveren alle facetten van onze start-up met twee personen en weten intussen ook heel goed wat we elkaar wel of niet kunnen vragen.”

De oprichters laten zich inmiddels wel omringen door een multidisciplinair team van IT’ers, ingenieurs, designers, data-scientists, dokters en commerciële krachten. Jelle Van De Velde: “Waar we dag in dag uit het meest mee bezig zijn? Dat is exact waar we het daarnet over hadden: elkaars taal leren spreken. We zijn bijvoorbeeld overeengekomen dat we het woord ‘patiënt’ niet meer in de mond zullen nemen. Te medisch. We hebben het nu over ‘burgers’ of ‘testpersonen’ of ‘gezonde mensen’.”

“‘Gebruiker’ mag trouwens ook niet meer”, pikt Bingé aan. “In ons medische jargon staat dat woord voor ‘druggebruiker’. Dat soort discussies hebben we maandenlang elke woensdagochtend gehad in de meetings met ons team: hoe we vragen moesten verwoorden, in welke volgorde, welke nuances we moesten uitsluiten... Pittige, boeiende momenten waren dat.”

Testen, testen, testen en bijsturen

Op die manier kreeg Emma gaandeweg vorm: een vaste, stabiele vorm, want een meeneemapp mocht ze niet worden. “We wilden vooral heel veel informatie in Emma kwijt,” benadrukt Van De Velde, “dus hebben we ook heel bewust gekozen voor een site, en niet voor een app. Emma is een AI-systeem dat je in een chatbot-conversatie meeneemt doorheen een heel aantal vragen. Die differentiëren naargelang elk aspect van je profiel. Emma peilt onder andere naar leeftijd, gewoonten, persoonlijke en familiale medische achtergrond. Ze doorloopt in feite de geest van Servaas en volgt de wetenschappelijk aanvaarde algoritmen die hij ook in zijn eigen praktijk zou toepassen wanneer je bij hem op consultatie zou komen.”

Belangrijk: Emma screent enkel op darmkanker, baarmoederhalskanker, diabetes of obesitas. Aandoeningen waar we door onze levensstijl impact op hebben. Na de intake volgt een rapport. De resultaten worden weergegeven in een dashboard volgens kleur: groen betekent ‘alles veilig’, oranje ‘je loopt een licht verhoogd risico’ en rood ‘je past best je levensstijl aan.’ Wat iemand met zijn uitslag doet, bepaalt hij helemaal zelf. “Er gaat automatisch een samenvatting naar de huisarts. De user is echter vrij om daar al dan niet iets mee te doen, maar het helpt de arts om het gesprek over gezondheid te beginnen in een verder stadium”, haalt Bingé aan. “Het rapport komt wel in je dossier, zodat je arts meer info ter beschikking heeft om je in de toekomst sneller en beter te kunnen helpen.”

Emma’s eerste prototype was klaar in december 2017. Begin 2018 volgde een publieksavond, waar tot verrassing van de founders meer dan 300 mensen op afkwamen: stakeholders, bedrijven, investeerders en pers. In de maanden die volgden, werd er volop getest – tot op het niveau van biomarkers en bloedanalyses. “Wat we merkten, is dat gebruikers ook fundamenteel bijstuurden”, vertelt Van De Velde. “Wij hadden bijvoorbeeld het idee dat Emma ook moest coachen. Maar wat bleek? Onze testpersonen wilden helemaal niet digitaal horen dat ze ‘gezond moesten eten’ of ‘meer moesten sporten’. Mensen wilden vooral medisch inzicht, een persoonlijke wake-up call van: oei, ik heb inderdaad een verhoogd risico op een hartvaatziekte of diabetes, of wat dan ook. In die zin zijn we onze aanpak beginnen finetunen.”

De lokroep van de lege buidel

Momenteel kan iedereen nog gratis een profiel aanmaken op Emma.health en de screening doorlopen. Hoe het financiële plaatje er in de toekomst moet uitzien, is nog niet helemaal uitgeklaard. “Hier zitten in elk geval twee bijna lege portemonnees”, knipoogt Bingé. “We zijn in een constellatie gestapt waarin wij met z’n twee de enige aandeelhouders zijn van het bedrijf. Tot op dit moment hebben we alles zelf gefinancierd, zonder externe investeerders.”

Van De Velde knikt. “Deze onderneming heeft ons inderdaad al een bom geld gekost. Je moet weten dat er momenteel twaalf mensen fulltime aan werken. Een start-up bouw je niet van vandaag op morgen en zeker niet in het landschap waarin wij actief zijn. En effectief, als we Europees willen gaan schalen, zullen we sowieso investeerders nodig hebben.”

E-health is nog een heel prille sector, maar volgens mij wel de sector die de komende tien jaar het meest disruptief zal benaderd worden

Voorlopig overbruggen de twee dus alles zelf, tot ze de “death valley” gepasseerd zijn. Maar dát ze investeerders zullen vinden voor hun project, daar twijfelt het duo eigenlijk niet aan, daarvoor is de deining op de markt te groot. “E-health is nog een heel prille sector, maar volgens mij wel de sector die de komende tien jaar het meest disruptief zal benaderd worden”, meent Jelle Van De Velde. “De storm komt eraan, de golven zijn hoog. Wat ons team moet doen, is leren surfen.

Voor mij is ondernemen topsport en focus. Het aantal opofferingen dat je ervoor moet doen, valt niet te onderschatten. Ik ga niet zeggen dat ik mijn zoon ga afraden om ondernemer te worden, maar soms denk ik toch: god, hoeveel miserie en shit moet je door? Maar ik denk niet dat ik ooit anders zou willen, en Servaas evenmin.”

“Stel dat dit initiatief fout afloopt, dat we ermee moeten stoppen omdat het gewoon niet werkt – die kans bestaat nog altijd, voor alle duidelijkheid – dan denk ik dat ik gewoon weer terug zou gaan ondernemen. Eigenlijk twijfel ik daar zelfs niet aan. Omdat het zo mooi is. Gewoon omdat je als ondernemer steentjes kan verleggen in de maatschappij.”