Van ‘jobs jobs jobs’ tot ‘de arbeidsmarkt staat in brand’. De voorbije maanden zijn er tal van artikels verschenen rond veranderingen op de arbeidsmarkt als gevolg van digitalisering en robotisering. De ene keer gaat het over jobcreatie, een andere keer over jobverlies of het gebrek aan competenties. Los van de toon van de berichtgeving kwam hetzelfde uitgangspunt steeds weer terug: de job als centraal gegeven op de arbeidsmarkt. Nochtans wordt in een recente studie van McKinsey de vraag geopperd of het denken in termen van jobs nog wel overeind blijft. Een terechte kanttekening.

De studie van McKinsey waarvan sprake haalt twee belangrijke redenen aan om die stelling te staven: ten eerste zijn het niet hoofdzakelijk de jobs op zich die verdwijnen, wel het takenpakket van bepaalde jobs dat als gevolg van de digitalisering een andere invulling krijgt.

Ten tweede komen er nieuwe rollen bij die gelijklopend zijn over de jobs en sectoren heen. Het denken in termen van nieuwe rollen, eerder dan in jobs, betekent een shift in het arbeidsmarkt-denken en vereist een andere aanpak in opleiden en arbeidsmarktwerking (voorbeeld het uitschrijven van vacatures). Maar het zorgt er ook voor dat de inzetbaarheid van wie op de arbeidsmarkt actief is gemaximaliseerd wordt.

Van jobs naar rollen?

Het inzetten op soft skills in een VUCA-wereld is niet nieuw voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Ook de nood tot herscholen en permanent leren weerklinkt steeds luider. Daarnaast is het hebben van eenzelfde job doorheen de hele loopbaan al lang geen zekerheid meer.

Bij verschillende jobs is de impact van technologie en digitalisering niet meer weg te denken. Dat hierdoor jobs zullen verloren gaan, daar twijfelt niemand nog aan. Zoals recentelijk nog pijnlijk is gebleken in de retailsector na de ontslagregen bij Carrefour.

In tegenstelling tot veel andere studies geeft het McKinsey-rapport aan dat het vooral rollen zullen zijn binnen jobs die veranderen, eerder dan het geheel van jobs die zal verdwijnen. Deze manier van denken werpt naar zowel jobdestructie als jobcreatie een heel ander licht op de zaak.

Als we kijken naar welke rollen onderhevig zijn aan digitalisering gaat het over fysiek werk en alles wat gerelateerd is aan data en monitoring. Tegelijkertijd zouden we eenzelfde figuur kunnen laten verschijnen over welke rollen noodzakelijk zijn in de toekomst. Of het nu gaat over de vraag wat er precies gaat verdwijnen dan wel bijkomen: de essentie is dat het niet langer gaat om jobs maar over rollen binnen jobs die over de sectoren heen zullen verdwijnen en bijkomen.

Andere kijk op de arbeidsmarkt

Indien er niet langer sprake is van jobcreatie of -destructie maar eerder van rolcreatie en -destructie, biedt dit wel een andere kijk op de arbeidsmarkt. In dit scenario richten we ons best op rollen die voorkomen in meerdere jobs. Als gevolg hiervan organiseren we opleiding rond die specifieke rollen. Ook vacatures en sollicitaties zullen zich niet langer organiseren rond functieprofielen maar volgens rollen. De expertise in een rol van een werknemer kan dan door verschillende bedrijven worden aangewend.

In het kader van het inzetbaar houden van werknemers gedurende een ganse loopbaan biedt het denken in termen van rollen dus een opportuniteit. Met het concept van de werkgeversgroepering waarbij werknemers voor verschillende werkgevers werken, is alvast een eerste basis gelegd voor een dergelijke regelgeving richting arbeidsmarkt van de toekomst. Laat ons hier vooral naarstig verder aan bouwen.