Olivier Pintelon

Is onze work-life balance helemaal uit evenwicht? Wie er de kranten op naslaat, wordt al snel om de oren geslagen met het stijgend aantal burn-outs, bore-outs en nog meer van dat fraais. Er gaan steeds meer stemmen op om ons werk en leven anders in te richten, en een van die stemmen is Olivier Pintelon. De Vlaamse politicoloog bracht onlangs een boek uit - De strijd om tijd - waarin hij pleit voor een kortere werkweek. Pintelon wil daarmee de aandacht vestigen op een steeds dwingender probleem, maar tegelijk ook de handvaten voor een betere toekomst aanreiken. “Met mijn boek wil ik een megafoon aanbieden aan mijn generatie, die te kampen heeft met een enorme tijdsdruk. Het is een maatschappelijk probleem dat veel te weinig aandacht krijgt.”

Pintelon onderzoekt al langer het idee van een kortere werkweek. Maar het kersverse vaderschap zorgde ervoor dat de Gentse West-Vlaming plots zelf de dwingende nood aan een andere indeling van werk en leven voelde. “Ik begon pas echt te begrijpen wat het inhield toen ik eind 2016 zelf vader werd. Daarvoor was de noodzaak aan een kortere werkweek iets theoretisch, maar plots werd het heel concreet. Dagen die eruitzien als een opeenstapeling van deadlines, niet enkel op professioneel vlak maar ook privé. Want plots moet je ook op tijd aan de schoolpoort of crèche staan. Op zo’n moment merk je dat er in onze samenleving heel veel tijdsdruk zit. En dat komt ons duur te staan. Niet alleen als individu, maar ook als maatschappij. We hebben in België 400.000 langdurig zieken, sinds 2016 zijn dat er meer dan het aantal officiële werklozen in ons land. We hebben dus een heel leger aan mensen die ziek, uitgeblust aan de kant staan, en dat heeft voor een deel te maken met die tijdsdruk en jachtigheid van het leven.”

Een maatschappelijk brandje dat we dringend moeten blussen, aldus de politicoloog. De oplossing die Pintelon aankaart, is evolueren naar een werkweek waarin niet 38, maar wel 30 uur werken de norm wordt. Hoe een fulltime baan er dan komt uit te zien? Dat kan verschillende vormen aannemen, maar Pintelon pleit voor een feitelijke verkorting van de werkweek: “Die moet structureel korter. Compenseren met extra verlof gaat onze problemen niet oplossen”, meent hij. “We moeten gemiddeld tot 30 uren per week komen, en dan zie ik twee voor de hand liggende opties: vier dagen per week werken, of elke werkdag zes uur werken. Beide formules hebben hun voor- en nadelen.”

We hebben een heel leger aan mensen die uitgeblust aan de kant staan, en dat heeft voor een deel te maken met de jachtigheid van het leven

“Een zesurendag heeft als voordeel dat je de werkdag beter laat afstemmen op school- en crèche-uren, bijvoorbeeld. Waar veel ouders nu toch problemen mee ervaren. Kinderen blijven lang in de opvang en ouders moeten hollen om ze op tijd te gaan afhalen. Daarnaast heb je een duidelijk productiviteitseffect. Mensen die maar zes uur per dag werken, leveren beter werk af, zijn geconcentreerder en maken minder fouten.”

“Een werkweek van vier dagen is dan weer interessant voor pendelaars. Mensen die een lange verplaatsingstijd hebben, winnen er duidelijk bij om dat één dag in de week niet te hoeven doen. Daarnaast bakent het ook duidelijker je grenzen af, want je bent er die dag gewoon niet. Terwijl er bij een zesurendag toch de kans bestaat dat je toch langer gaat werken dan die zes uren. Er valt dus voor beide systemen iets te zeggen.”

Giftige overurencultuur

Maar niet iedereen is gewonnen voor een kortere werkweek. Pintelons ideeën krijgen dan ook nog veel tegenkanting: “Vaak wordt er geopperd dat onze generatie een bende softies is. ‘Nog minder werken? Opa klopte wel 60 uur in de mijnen’. We moeten maar niet zoveel willen, hoor ik dan”, vertelt hij. “Dat soort uitspraken zijn een teken des tijds: elk probleem wordt geïndividualiseerd. Sinds de opkomst van het neoliberalisme, is alles je eigen verdienste maar ook je eigen fout. En dat is ook zo voor je work-life balance. Je moet zelf maar zorgen dat het goed zit. Alsof dat niets met onze samenleving of economie te maken heeft. Integendeel, het is net iets heel structureel. Als jij ergens werkt waar iedereen overuren klopt, dan is het geen individuele keuze om ook overuren te maken, maar iets dat gestimuleerd wordt door je omgeving.”

Ook de bedrijfswereld uit zich kritisch. Volgens sommige ondernemers is minder werken geen optie voor wie iets wil bereiken. Maar ook wie geen ambitieus ondernemer is, klopt soms - mét plezier - lange dagen. Work hard, play hard luidt als mantra op vele werkvloeren. Het is volgens Pintelon een giftige overurencultuur die we vooral terugzien onder langstudeerders. “Voor kenniswerkers, wat vaak langstudeerders zijn, is het moeilijk te bewijzen of er wel hard gewerkt wordt. Het is niet omdat je achter je computer zit, dat er waardevolle output is. Dus wat zie je? Mensen dúrven niet als eerste naar huis gaan, uit schrik geviseerd te worden. Het is not done om al om 17 uur te vertrekken, ook al is je werk gedaan.”

We werken ons letterlijk dom: mensen die systematisch overuren maken, scoren lager op IQ-testen

“Vaak zien we ook dat de overurencultuur vooral heerst in sectoren waar er veel interne competitie is, waar er haast gevochten wordt voor promoties. De academische sector (waar Pintelon ook zelf actief in was, nvdr.) is er zo eentje. Je start er als doctorandus, maar enkel de besten kunnen blijven als postdoctoraal onderzoeker. En daar kunnen er weer maar amper een handjevol professor van worden. Die interne competitie wakkert overuren aan.”

“Nu kan je denken: wat als je jong en fit bent, geen gezin hebt en je job graag doet, waarom zou je dan niet veel mogen werken? Maar er bestaan genoeg bewijzen dat te veel werken niet goed is voor je gezondheid. Mensen die overwerken, hebben een hogere bloeddruk, zijn gevoeliger voor hart- en vaatziekten, hebben vaker slaapproblemen, eten slechter,... Bovendien wijst onderzoek uit dat mensen die systematisch overuren kloppen, lager presteren op IQ-testen. We werken ons dus letterlijk dom. Je maakt jezelf kapot op die manier.”

Heel die stoerdoenerij van ‘ik werk 60 uur per week, ik ben belangrijk’, is onzin

“Veel mensen kennen hun limieten ook niet en gaan daar systematisch over, met alle gevolgen voor de gezondheid. Daarnaast is de toegevoegde waarde van overwerk heel, heel laag voor een bedrijf. Overuren kennen namelijk een lage productiviteit. Heel die stoerdoenerij van ‘ik werk 60 uur per week, ik ben belangrijk’, is onzin. Dat is een cultuur die we moeten veranderen door aan collectieve arbeidsduurverkorting te werken. Want mijn generatie zal waarschijnlijk langer moeten werken. Dan is het ook de bedoeling dat je dat ritme volhoudt, natuurlijk.”

Wie gaat dat betalen, wie heeft zoveel geld?

Als we het hebben over een kortere werkweek, volgt onvermijdelijk de vraag: wie gaat dat betalen? Volgens Pintelon hebben we vandaag al de middelen om die transformatie te financiëren - tenminste, als we een overgangsperiode van twintig jaar in het achterhoofd houden. “De voornaamste manier om de dertigurenweek te realiseren, is hogere arbeidsproductiviteit. Wat ik daarmee bedoel? Wel, doorheen de geschiedenis is de economische welvaart die wij creëren per werkuur constant gestegen. De laatste twintig jaar bedroeg die stijging 23 procent. Als in de toekomst die productiviteit óók met een kwart stijgt, dan kunnen we eigenlijk de arbeidsduur, met loonbehoud, ongeveer met 20 procent gaan inkorten. Dus in plaats dat je enkel opslag krijgt in geld, krijg je die dan in de vorm van tijd. Dat is volgens mij de voornaamste hefboom.”

Je kan de komende jaren opslag krijgen in de vorm van tijd en niet enkel in geld

“Een tweede manier om dat te gaan realiseren, zijn subsidies. In België hebben we heel veel bedrijfssubsidies - als je alle systemen bij elkaar telt, meer dan 13 miljard euro. Maar veel van die subsidies zijn nu niet rechtstreeks gekoppeld aan jobcreatie. Daarnaast zijn er ook subsidies die overwerk en nachtwerk stimuleren, iets waarvan we weten dat het nefast is. Ik stel voor om een aantal van die subsidies te heroriënteren om de stap naar een kortere werkweek mogelijk te maken.”

“Als laatste mogen we niet vergeten dat zo’n kortere werkweek ook geld in het laatje brengt. Het zal leiden tot meer tewerkstelling, minder onvrijwillig deeltijds werk, het afremmen van de aangroei van langdurig zieken… Het kostenplaatje mag ons niet afschrikken, want het is een investering in een betere samenleving en dat zal ook op de staatskas een positief effect hebben. Die drie facetten samen maken het perfect mogelijk om in een periode van 20 jaar die transitie te voltooien.”

We zijn sinds de jaren 70 dubbel zo productief geworden zijn, en toch bleef de voltijdse werkweek steken op een kleine 40 uur. Absurd

“Eigenlijk is het absurd”, klinkt het. “We zijn sinds de jaren 70 dubbel zo productief geworden, maar we zijn niet minder gaan werken. Als we productiever en dus rijker worden, waarom zouden we dan als samenleving de tijd mogen nemen om van die rijkdom te gaan genieten? En dan zie je dat onze samenleving overuren stimuleert en zelfs subsidieert. Nachtwerk, ploegenwerk, we trekken er vlotjes 1,5 miljard euro voor uit. Het dúbbele van alle subsidies voor ouderschapsverlof, tijdskrediet en het collectief minder werken samen. Een maatschappij die dat doet, is grondig ziek. We moeten net goede arbeidsvoorwaarden stimuleren, zodat mensen gezond blijven en zich goed voelen in hun vel, en het op die manier ook langer kunnen volhouden. De strijd om tijd is een symptoom van een samenleving die z’n prioriteiten niet op orde heeft.”

België als voorloper?

Pintelon ziet wel een voortrekkersrol voor België weggelegd op het vlak van de kortere werkweek. En dat hoeft volgens hem geen werk van lange adem te zijn. “Wat we op heel korte termijn al kunnen doen, is een kader creëren voor bedrijven die op vrijwillige basis aan de slag willen gaan met een kortere werkweek, zoals Femma. Want wat je nu ziet, is dat een organisatie die wat wil doen op enorm veel hindernissen stoot. Niet alleen financieel, maar ook op juridisch vlak. Femma moest zelfs een jurist inhuren om haar weg in dat wettelijke mijnenveld te vinden en de dertigurenweek voor haar eigen werknemers te kunnen introduceren. Zo zorgt de loonnormwet voor problemen, omdat het uurloon stijgt doordat er minder uren gewerkt worden voor hetzelfde loon. Het is te gek voor woorden dat organisaties die voor eigen rekening de kortere werkweek willen invoeren op heel wat hindernissen stoten.”

Organisaties die vrijwillig een kortere werkweek willen invoeren, stoten op heel wat juridische hindernissen. Te gek voor woorden

"Langs de andere kant moet België subsidies creëren voor bedrijven die de kortere werkweek in hun organisatie introduceren en de vrijgekomen jobs met werklozen bezetten. Heel logisch dat we daarvoor subsidies uitdelen, want zo wordt de werkloosheidskas gespaard. Die anderhalf miljard euro waarmee we nu ploegenwerk, nachtwerk en overuren subsidiëren, kunnen we gaan heroriënteren: met dat bedrag kunnen 20.000 bedrijven in België in de private sector met de dertigurenweek aan de slag.”

“Bedrijven die een kortere werkweek willen introduceren, moeten dan wel hun werkorganisatie grondig herbekijken. Als je wil dat alles en iedereen draait op 30 uur, dan moet er worden nagedacht over efficiënter werken. Concreet: hoe werken we nu precies, hoe kan dat beter, en waar zijn er extra handen nodig als we van de kortere werkweek een feit maken? Bij Femma bijvoorbeeld heeft dat proces wel een tijdje in beslag genomen, omdat heel ze daar heel de werkorganisatie doorgelicht hebben. In die zin kan het ook een opportuniteit zijn om alles een grondig onder de loep te nemen.”

Acht uur per dag gefocust werken is niet haalbaar

Volgens Pintelon mag het namelijk niet de bedoeling zijn dat je die beslissing neemt zonder dat je kritisch naar het functioneren van je bedrijf gekeken hebt. “Ik ben een groot tegenstander van wat ik luie arbeidsduurverkorting noem: beslissen dat iedereen bijvoorbeeld twee uur minder mag werken, maar niks veranderen aan de organisatie. Dat werkt niet. Het is de bedoeling om structureel alle processen te gaan bestuderen en sommige dingen zelfs niet meer te doen. Ik denk dat iedereen in zijn takenpakket zaken heeft die gemakkelijk door een nieuwe collega kunnen worden uitgevoerd of zelfs gewoon geschrapt kunnen worden. Denk aan onze vergadercultuur en de vele meetings waar iedereen toch maar met iets anders bezig is, onnodige mailtjes,... Mijn gevoel zegt dat daar bij de meeste bedrijven nog veel efficiëntiewinst te rapen valt.”

Naast die efficiëntiewinst, ziet Pintelon nog concrete voordelen: “Voor de IT-sector zou de kortere werkweek ook een belangrijk wapen kunnen vormen in de war on talent. Dan denk ik al snel aan twee Zweedse bedrijven: Brath, gespecialiseerd in SEO, en Filimundus, dat games produceert, hebben de zesurendag ingevoerd. Wat bleek? Het programmeerwerk verbeterde en er werden minder fouten gemaakt. Acht uur per dag gefocust werken is niet haalbaar, zes uur is veel interessanter. Brath heeft het ook ingevoerd met als doel om zo gekwalificeerde profielen te kunnen aantrekken. Dus in de IT-sector, waar er wordt gevochten om de getalenteerde mensen, kan het een manier zijn om jezelf als aantrekkelijke werkgever te profileren. “

Op de dertigurenweek voor iedereen is het waarschijnlijk nog even wachten, maar Pintelon merkt dat de maatschappij steeds meer en meer openstaat voor het idee. “Toen Femma in 2015 het idee voorstelde, waren de reacties enorm giftig. Het idee werd eigenlijk weggelachen. Het was ‘sciencefiction’, ‘te gek voor woorden’, ‘van een andere planeet’. Ondertussen zie ik al een evolutie in het debat. Ken je de quote: ‘First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, then you win’? Wel, nu zitten we in die fase dat het lachen stilletjes aan gedaan is en we aan een ernstig debat kunnen beginnen. Dat is al een stap vooruit.”