Hoe groter het bedrijf, hoe minder vrouwen gepresenteerd zijn in de raad van bestuur. Uit onderzoek van sociaal secretariaat Partena Professional blijkt die vlieger alvast op te gaan in België. Het maakte per sector een analyse van het aantal vrouwen in het personeelsbestand, in vergelijking met het aantal vrouwen in de raad van bestuur. Daaruit blijkt dat hoe meer werknemers een onderneming telt, hoe groter de ondervertegenwoordiging is van vrouwen in de raad van bestuur.

Kleine ondernemingen meer in balans

Met gemiddeld 27% vrouwen aan boord zijn de bestuursraden van kleine ondernemingen degene waarin vrouwen het meest rechtvaardig vertegenwoordigd zijn. Grote bedrijven hebben slechts 18% vrouwen in hun raad van bestuur. Hoewel kleine ondernemingen het dus beter doen, blijft de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de raad van bestuur een dwingend probleem in veel ondernemingen, ongeacht de grootte.

Goed bestuur betekent ook een representatieve mix van generaties, gender en afkomst op alle niveaus

Kleine ondernemingen tellen overigens gemiddeld 41% vrouwen in hun personeelsbestand. De gendergelijkheid onder het personeel bij grote bedrijven is dan weer veel evenwichtiger: met 49% vrouwelijke werknemers is de gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen immers bijna perfect. De gezondheidssector (en de sociale sector) telt het hoogste aantal vrouwen, zowel onder het personeel (72% vrouwen) als onder de managers (39%). De bouwsector is dan weer de enige sector waar vrouwen beter vertegenwoordigd zijn in de raad van bestuur (18% vrouwen) dan onder het personeel (10%).

Lange weg te gaan

Ook opvallend is dat in de sector van de extraterritoriale organisaties (internationale organisaties en instellingen) de kloof tussen de verhouding vrouwelijke bestuurders en vrouwelijke werknemers het grootst is: 67% van de personeelsleden zijn vrouwen, maar zij vertegenwoordigen amper 10% van de bestuurders in deze sector. Tot slot is de kloof tussen de vrouwelijke bestuurders en de vrouwelijke bedienden het kleinst in de transport- en logistieke sector: 22% vrouwelijke bestuurders tegenover 26% vrouwelijke bedienden.

“We hebben nog een lange weg te gaan om tot een rechtvaardige vertegenwoordiging van de vrouw te komen” , zegt Katleen Clappaert, Chief Financial & HR Officer bij Partena Professional. “Goed bestuur betekent noodzakelijkerwijze ook een representatieve mix van generaties, gender en afkomst op alle niveaus. We hoeven niet te wachten tot dit wettelijk wordt opgelegd. Ondernemingen kunnen zichzelf KPI’s opleggen op het gebied van gendergelijkheid, niet enkel op niveau van de raad van bestuur, maar voor het senior management in het algemeen.”

Europees probleem

Overigens is niet alleen in België, maar ook de rest van Europa in hetzelfde bedje ziek. Onderzoek van Korn Ferry stelt vast dat de samenstelling van de Europese raden van bestuur maar met mondjesmaat vervrouwelijkt. Met een gemiddelde van 32% vrouwen in 2018 is er slechts een stijging met 2% in vergelijking met 2017. Dat blijkt uit de jaarlijkse research van Korn Ferry waarbij in 12 Europese landen telkens de 25 à 30 belangrijkste beursgenoteerde bedrijven onderzocht worden.

“Alhoewel we jaarlijks meer vrouwen in de raden van bestuur tellen, is het veeleer een gestage dan een spectaculaire groei”, analyseren Walter Janssens en Sonja Brouwers, beiden expert bij Korn Ferry.

Vrouwelijke bestuurders ontvangen in België 6% minder dan hun mannelijke collega’s

De trage toename in genderdiversiteit aan de bestuurstafel hangt ook samen met de beperkte vertegenwoordiging van vrouwen in directiecomités en in andere hogere managementposities (gemiddeld 16%) (het zogenaamde ‘glazen plafond’). Op vergoedingsvlak stelt het onderzoek van Korn Ferry een ook een gender pay gap van 6% vast. De vrouwelijke bestuurders ontvangen in België 6% minder dan hun mannelijke collega’s: een verschil dat in lijn ligt met het Europese gemiddelde. “Deze kloof wordt verklaard doordat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de comités binnen de raden van bestuur, zoals een auditcomité of een remuneratiecomité”, legt Janssens uit. Leden van dergelijke comités ontvangen daarvoor namelijk een extra vergoeding.

Hoge nationaliteitenmix

Met andere aspecten van diversiteit komt België overigens wel sterk uit de verf. Zo heeft 52% van onze bestuurders een andere nationaliteit dan de Belgische. Samen met Zwitserland heeft ons land hiermee de hoogste nationaliteitenmix in Europa. Onze buurlanden Duitsland en Frankrijk zijn veel ‘chauvinistischer’ met meer dan 70% bestuurders die respectievelijk de Duitse en Franse nationaliteit hebben.

“Rekening houdend met onze open economie in een geglobaliseerd landschap, is dit zeker een troef voor onze bedrijven”, meent Janssens. “Bovendien hebben de bestuurders van de Belgische bedrijven meer dan 80% van hun werkervaring in het buitenland opgedaan.” Met dit cijfer is België de absolute kampioen op het vlak van internationale diversiteit, wetende dat dit in de rest van Europa slechts 43% bedraagt. Grote bedrijven zitten sowieso in een internationale markt en hebben deze internationale ervaring nodig.

“België heeft nog een weg te gaan naar een gezondere genderdiversiteit, maar we zijn wel een voorbeeldland op het vlak van afkomst- en ervaringsdiversiteit”, besluit Brouwers.