Fabiaan Van Vrekhem

Hoop en vertrouwen dat het goedkomt, ieder van ons heeft er nood aan. Volgens Fabiaan Van Vrekhem, hoofd van managementgroep Accord Group en auteur van ‘De Disruptieve Competentie’ - een boek dat in 2015 uitkwam - zijn we meer dan ooit gebaat bij leiders die daarin faciliteren. “Krijgt maatschappelijke zingeving binnen je organisatie te weinig of geen aandacht, dan heeft zelfs de meest vernieuwende technologie een houdbaarheidsdatum”, zegt Van Vrekhem. “De perspectieven van bedrijfsleiders waren veel te lang gericht op de markt en niet op de samenleving. Daar ondervinden veel industrieën nu collectief de gevolgen van.”

De maatschappelijke dimensie van disruptie

In een geglobaliseerde en gedigitaliseerde wereld, gevoed door de democratisering van ondernemerschap, is het voormalig gehypete ‘disruptie’ een alledaags gegeven geworden. Bedrijven maken volgens Fabiaan Van Vrekhem niet langer alleen het verschil met vernuftige technologie, maar met een te lang vergeten facet: maatschappelijke relevantie. In hippe start-up termen wordt al eens gesproken over ‘purpose’, maar in de praktijk blijkt dat vaak holle PR-praat.

“De prioriteiten, behoeften en drijfveren van huidige en toekomstige generaties zien er fundamenteel anders uit dan twintig jaar geleden”, schetst Van Vrekhem. “Dat komt doordat zij opgroeien in een wereld met andere kansen en bedreigingen. Sommige producten of diensten zijn daardoor niet meer relevant, en maken op dit moment al plaats voor meer ethische oplossingen.”

Zingeving is de nieuwe behoefte die moet bevredigd worden. Ik denk dat we, zonder iemand met de vinger te willen wijzen, daar te lang blind voor zijn geweest. De perspectieven van bedrijfsleiders waren veel te lang gericht op de markt en niet op de samenleving. Daarvan ondervinden veel industrieën nu collectief de gevolgen.”

Van Vrekhem verwijst ook naar het risicorapport dat het World Economic Forum jaarlijks publiceert. In 2008 ging het om 26 wereldwijde risico’s, waarvan een pandemie in de top vijf stond met een waarschijnlijkheid van vijf tot tien procent. Zes jaar later prijkte die nog steeds hoog aan de lijst, aangevuld met een resem ecologische risico’s. Dit jaar kreeg infectieziekten de derde plaats. Of Van Vrekhem zelf de toekomst somber inziet? “De enige juiste weg is vooruit, maar ondernemers dragen een gigantische verantwoordelijkheid om verandering te creëren en bij te dragen aan de samenleving zonder er afbreuk aan te doen”, zegt hij.

De perspectieven van bedrijfsleiders waren veel te lang gericht op de markt en niet op de samenleving. Daarvan ondervinden vele industrieën nu collectief de gevolgen

“We kunnen niet meer op het huidige elan verder”, windt Van Vrekhem er geen doekjes om. “Wie ongebreideld onderneemt en de grenzen van het biosysteem negeert, zorgt er mede voor dat we vroeg of laat de rekening gepresenteerd krijgen. Pandemieën en aanhoudende droogte zullen binnen een bepaalde termijn het topje van de ijsberg blijken. Bij veel bedrijven is gelukkig al het besef gegroeid dat ze als organisatie een dynamisch levend systeem zijn dat moet bijdragen tot de samenleving en dat verlangt naar welvaart en welzijn.”

“Het bewust omgaan met de manier waarop een mens - vanuit zijn eigen bestaansreden - zich verhoudt tot zijn omgeving, ertoe bijdraagt en er mee tracht vorm aan te geven is wat uiteindelijk voor disruptie zorgt. Globalisering en digitalisering hebben de lat voor ondernemers op dat niveau gelegd.”

Gebrekkige versus dienende leiders

Bedrijven die er niet in slagen om maatschappelijk relevant te blijven, delven volgens Van Vrekhem vroeg of laat het onderspit. Zelf bekleedde hij bij verschillende bedrijven HR-functies, en de grote gemeenschappelijke deler - of noem het gerust boosdoener - is veelal het gebrek aan leiderschap. “Niet elke leider is zich bewust wanneer hij geconfronteerd wordt met een probleem dat hem of haar overstijgt”, luidt zijn ervaring.

“Soms is zijn of haar oriëntatie te sterk gericht op de korte termijn om de draagwijdte van grote paradigma verschuivingen te kunnen bevatten. Het Peterprincipe (een term uit de organisatiekunde die van toepassing wordt wanneer iemand gepromoveerd wordt tot zijn niveau van onbekwaamheid; nvdr) is dan niet veraf. De bestaande organisatie optimaliseren of nadenken over nieuwe producten en diensten is bijlange niet hetzelfde als fundamenteel herbronnen over de plaats van zo’n organisatie in de samenleving.”

De bestaande organisatie optimaliseren of nadenken over nieuwe producten en diensten is bijlange niet hetzelfde als fundamenteel herbronnen over de plaats van zo’n organisatie in de samenleving

Wat hij dan wél zou definiëren als succesvol leiderschap? “De kracht om mensen te verbinden maar waarbij één criteria een basisvereiste is: het vermogen om los te komen van de huidige activiteit van de organisatie en te focussen op huidige en toekomstige rollen van de organisatie in huidige en nog niet gedefinieerde contexten”, antwoordt Van Vrekhem. “Zowel in het private als publieke landschap moet er hoe dan ook nagedacht worden over de essentie: wie kan een betere realiteit mee vormgeven?

“Er is een tijd geweest dat leidinggeven erin bestond de positie van een organisatie te vrijwaren door deze systematisch te verbeteren. Er is een periode geweest dat de focus lag op producten en diensten met meer toegevoegde waarde. Maar de tijd dat producten of diensten enkel de zintuigen moesten bekoren, ligt definitief achter ons”, aldus Van Vrekhem. “Mensen verbinden zich met organisaties die zin geven aan hun leven. In het huidige tijdperk zal de focus van de leider moeten liggen op het vormgeven van een authentieke rol voor de organisatie. Een rol die maatschappelijke relevant is en bijdraagt tot vooruitgang. Noem het dienend leiderschap als je wenst.”

Ervaring uit het verleden volstaat niet

Dit type leiders wil niet alleen bijdragen aan het welbevinden van anderen, maar actief bijdragen aan een betere leefwereld voor ons allemaal. Het negeren van langetermijneffecten van ons dagelijks handelen wordt door de lopende coronacrisis nogmaals pijnlijk blootgelegd.

“Beleidsmatig worden experts voortdurend op- en afgevoerd als leiders”, aldus Van Vrekhem. “In de meeste gevallen gaat het om figuren die een bewezen parcours hebben afgelegd of krediet hebben opgebouwd in vorige functies. Het bedrijfsleven volgt nog te dikwijls datzelfde discours. Maar ervaring uit het verleden is geen garantie meer om oplossingen aan te reiken voor problemen of uitdagingen die zich nog niet hebben aangediend. Op directieniveau mag verwacht worden dat men bewust de dynamiek van de omgeving waarin men opereert, met al haar tastbare en ontastbare dimensies, ten volle weet te beleven op autonome wijze.”

De democratisering van alles

De relevantie van zo’n dienend leiderschap vindt zijn oorsprong in de democratisering van alles, verklaart Van Vrekhem “We zijn ons niet altijd bewust dat we zijn opgegroeid in een cultuur waar termen zoals ‘werkgever’ en ‘werknemer’ normale begrippen waren. De ene geeft en de andere neemt, wat duidt op een verhouding van ondergeschiktheid. Dergelijke machtsverhoudingen komen wel vaker terug als we culturen analyseren.”

“Alleen is dat geen hedendaags gegeven meer: mensen zijn autonomer geworden en hebben meer toegang tot informatie. De wereld is een dorp geworden en de menselijke verhoudingen zijn veranderd. Werk heeft een andere betekenis gekregen. Zingeving staat veel hoger op de agenda. Als ondernemer zal het belangrijk worden om mensen te verbinden rond een gemeenschappelijke ambitie. Ook dat is terug die maatschappelijke relevantie.”

Hoe Van Vrekhem zijn eigen visie vertaalt naar de praktijk? “Ik heb zeker niet de waarheid in pacht”, lacht hij. “Wel proberen wij als organisatie met een open geest een bron van inspiratie te zijn voor anderen. Wij omarmen de diversiteit van mensen, vanuit een besef dat ieder op zijn of haar eigen manier een toegevoegde waarde biedt.”

“Onze bijdrage bestaat erin om hen samen te brengen binnen een context waarin zij een gedeelde ambitie kunnen waarmaken. Maar nog het belangrijkste van allemaal? Dat ze zichzelf kunnen blijven en het gevoel hebben dat ze iets betekenisvols doen. Je vindt dat misschien wollig klinken, maar dat is ons ideaal. De drang om alles wat we doen binnen een zekere sociale context te plaatsen is sterk aanwezig. Het kan arrogant of naïef klinken maar wij vinden het belangrijk om met een duidelijke visie in het leven te staan.”

‘Everything will be fine’

Ondernemen betekent voor Fabiaan Van Vrekhem in de eerste plaats een passie nastreven “Ik koester grote dromen, maar wil deze waarmaken binnen de limieten van dit ecosysteem. In alles wat ik doe, wil ik het verschil maken voor en met anderen. Later wil ik geen spijt hebben van dingen die ik uit angst heb gelaten, en die misschien een meerwaarde konden betekenen voor de maatschappij.”

Om die reden twijfelde Van Vrekhem geen seconde om de online beweging everythingwillbefine.org te starten. Mensen over de hele wereld kunnen de zin ‘everything will be fine when’ aanvullen vanuit hun eigen overtuiging. “Eigenlijk dromen we van een internationale non-profit organisatie die zich in de toekomst via verschillende initiatieven wil inzetten voor het welzijn van de mensheid. Om collectieve verandering op grote schaal te creëren, hebben we samenhorigheid nodig. Want een betere wereld zal pas kunnen ontstaan als we kijken naar wat ons verenigt, niet naar wat ons verdeelt”, besluit Van Vrekhem.