Marc Buelens (Photo by Wouter Van Vooren)

Kan technologie ons helpen om typische menselijke zwakheden te overwinnen? En kunnen we, als we de volledige samenleving als een leerproces beschouwen, samen ook leren van de razendsnel evoluerende technologische leerprocessen? Of helpen enkel catastrofes ons vooruit? Marc Buelens, professor emeritus aan Vlerick Business School en doctor in de organisatiepsychologie, schreef er met De Verblinde Samenleving een even intrigerend als confronterend boek over. “Ik vrees dat COVID-19 nog maar een algemene repetitie was voor wat de toekomst ons brengen zal.”

Het prille idee voor ‘De Verblinde Samenleving’ rijpte al in 1991. Uit boosheid, omdat Marc Buelens het niet langer kon aanzien dat mensen in naam van pakweg de vrije markt of de wetenschap domme dingen uitkraamden. Haast dertig jaar en tal van interessante artikels, boeken en krantenknipsels later diende corona zich plots aan. “De voorbije maanden heb ik dit boek, dat intussen al zovele jaren in mijn hoofd zat, dan uiteindelijk in één ruk neergepend”, klinkt het.

Coronacrisis uitzweten

Buelens maakte afgelopen zomer ook deel uit van Celeval - het orgaan dat de overheid mee moest adviseren over de aanpak van de pandemie - en toont zich niet bijzonder optimistisch over de nabije toekomst. “Deze crisis gaat ons petje te boven, en ik vrees dus dat er niets anders op zit dan ze uit te zweten. Maar erger nog: ik vrees ook dat COVID-19 nog maar een algemene repetitie was voor wat de toekomst ons brengen zal. Technologie, creativiteit, noch entrepreneurship hebben ons gered van dit virus. We hebben dus meer dan ooit nood aan versnelde leerprocessen.”

Deze crisis gaat ons petje te boven, en ik vrees dus dat er niets anders op zit dan ze uit te zweten. Maar erger nog: ik vrees ook dat COVID-19 nog maar een algemene repetitie was voor wat de toekomst ons brengen zal

Voor Buelens is het driespan economie, wetenschap en technologie de voorbije decennia te dominant geworden in onze samenleving. “Van die drie heeft technologie zich intussen ontpopt tot het sterkste maatschappelijke leerproces. Ik heb tijdens het schrijven van dit boek zelf ook heel veel nieuwe technologische inzichten verworven, en die hebben me doen inzien dat technologie in theorie eigenlijk de perfecte cocktail biedt om vooruit te gaan. Zij maakt heel handig gebruik van nieuwe elementen en nieuwe inzichten en past die toe waar het past.”

“Daarmee is zij ook veel menselijker en veel meer resultaatgericht dan wetenschap, waardoor technologie moeiteloos veel nieuwe oplossingen aanreikt waarvan mensen doorgaans ook met volle teugen kunnen genieten. Helaas zorgt diezelfde technologie tegelijk ook voor eindeloos veel nieuwe problemen en minstens evenveel valse verwachtingen.”

Technologische leerprocessen

Buelens opent zijn boek met een interessante vergelijking tussen het leerproces van mensen versus dat van intelligente, zelflerende systemen. Door de steile opgang van onder meer artificiële intelligentie en steeds krachtiger algoritmes én dankzij de beschikbaarheid van almaar meer data kunnen robots ook steeds meer menselijke activiteiten overnemen.

In tegenstelling tot mensen leren robots niet met emoties: terwijl wij net veel belang hechten aan ervaringen, doen robots dat helemaal niet. En dus werpt zich een interessante vraag op: kunnen technologische leerprocessen - gebaseerd op deep learning - ons ook helpen om menselijke leerprocessen te sturen en te optimaliseren?

Onze maatschappij springt niet bijster slim om met haar leerprocessen

“Als we de evolutie van het aantal ongevallen en slachtoffers in de de luchtvaartindustrie vergelijken met diezelfde evolutie in het wegverkeer, dan kan je er niet omheen dat vliegen de voorbije decennia gigantisch veel veiliger is geworden. We spreken anno 2020 gemiddeld over enkele honderden slachtoffers per jaar. Omgekeerd eist het autoverkeer jaarlijks wereldwijd zowat 1,3 miljoen doden. Maar zie: terwijl elke fataal vliegtuigongeval tot in de kleinste details geanalyseerd wordt op basis van data, komen we bij auto-ongevallen doorgaans niet verder dan een oppervlakkige analyse.

“Ook hier zouden de tegenwoordig alomtegenwoordige data ons nochtans een heel eind vooruit kunnen helpen in ons menselijk leerproces, maar doorgaans botsen we dan op privacy-argumenten om dat niet te doen. Of we staan niet toe dat de overheid, met het oog op meer verkeersveiligheid, ingrijpt in onze persoonlijke vrijheid. Terwijl zo’n vernieuwd leerproces ons nochtans heel veel geld en leed zou kunnen besparen. Onze maatschappij springt dus niet bijster slim om met haar leerprocessen”, is de conclusie Buelens.

(Photo by Wouter Van Vooren)

“Robots hebben minder last van hun ego dan pakweg chauffeurs, en dus zou het geen slecht idee zijn om als mens ook lessen te trekken uit de leerprocessen van artificiële intelligentie. Lichtzinnigheid, niet zelden gestuurd door emoties, leidt immers tot verkeerde leerprocessen. De skills om te leren zijn anno 2020 doorgaans niet langer het probleem. De menselijke identiteit daarentegen speelt ons wel vaak parten, omdat we ze niet zo snel opzij kunnen zetten en omdat ze doorgaans te individualistisch geworden is. Daardoor zijn we ook steeds moeilijker in staat om zeer grote uitdagingen, zoals de verkeersveiligheid of nu recent een wereldwijde pandemie, efficiënt aan te pakken.”

Snoepreep in de winkelkar

Technologische leerprocessen kunnen ons dus helpen om menselijke leerprocessen te optimaliseren, maar die snelle technologische opmars heeft natuurlijk ook een keerzijde: als individu staan we ook steeds machtelozer tegenover de almacht van data.

Een treffend voorbeeld daarvan is de wijze waarop de voedingsindustrie - op basis van een leerproces dat gestoeld is op gigantisch veel geperfectioneerde data - er de voorbije jaren in geslaagd is haar producten feilloos af te stemmen op de leerprocessen van ons brein. De combinatie van vet en suiker mag dan al een aanslag op onze gezondheid zijn, tegelijk blijkt het ook de winnende combinatie om ons brein ervan te overtuigen toch maar dat pakje chips of die snoepreep in onze winkelkar te kieperen.

Facebook en andere Instagrams slagen er dan weer moeiteloos in om ons op basis van steeds betere algoritmen vaak urenlang aan het scherm te kluisteren, op zoek naar instant-bevrediging. “Als individu sta je inderdaad min of meer machteloos tegenover grote systemen: machtige bedrijven, sterke industrieën, autoritair geleide staten, noem maar op. En vaak blijkt zeker de combinatie van enerzijds uiterst geavanceerde technologie en anderzijds ons kapitalistisch systeem daarbij bijzonder risicovol.”

Moderne technologie faciliteert immers de heel snelle leerprocessen in het bedrijfsleven en leidt finaal ook tot ontspoorde leerprocessen. En let wel: het Chinese staatskapitalisme valt daar net zo goed onder.”

Van zodra technologie loskomt van het puur materiële en steeds verder van de mens komt te staan, krijg je een exponentiële groei en is het uitkijken geblazen

Buelens beschouwt het in eerste instantie als de verantwoordelijkheid van de verschillende overheden om krachtiger op te treden en consumenten waar nodig te beschermen. Bijvoorbeeld tegen verslavende industrieën. Of tegen de almacht van big tech. “Ik ben een absolute voorstander van de vrije markt, maar als gigantische bedrijven te veel macht krijgen, moet je ze aan banden leggen of desnoods zelfs opbreken. Van zodra technologie loskomt van het puur materiële en steeds verder van de mens komt te staan, krijg je een exponentiële groei en is het uitkijken geblazen”, waarschuwt Buelens.

“Dit zien we nu bijvoorbeeld ook in de mediasector, die almaar meer samenvloeit met big tech. Voornamelijk hierdoor zijn fake news en manipulatie op basis daarvan op enkele jaren tijd tot een groot probleem uitgegroeid. Vijftig jaar geleden groeiden we doorgaans op in een sterk besloten omgeving met een vaak ook heel eng en eenzijdig wereldbeeld – denk aan de verzuiling – maar de exponentiële kracht daarvan bleef natuurlijk veel beperkter.”

(Photo by Wouter Van Vooren)

Tegenmacht organiseren

Toch wil Marc Buelens absoluut niet gezegd hebben dat de steeds grotere maatschappelijke impact van technologie hoofdzakelijke negatieve consequenties zou hebben. “Als een supermarktketen als Delhaize vandaag plots heel sterk inzet op de promotie van gezondere voeding, dan merk je dat je als overheid in een vrije marktsysteem wel degelijk een rol kan spelen in het stimuleren van een soort tegenmacht.”

We moeten als burger en als overheid altijd waakzaam blijven: macht is zo fundamenteel in elke menselijke relatie dat we daarin niet naïef mogen zijn

“En daar kan technologie dan wel weer een positieve rol spelen, bijvoorbeeld in de snelle groei van die tegenmacht of in het efficiënt samenbrengen van consumentengroepen. Of nog: grote bedrijven kunnen, vooral met dank aan nieuwe technologie, vandaag stilaan ook geld beginnen te verdienen aan het redden van de planeet.

“Maar we moeten als burger en als overheid altijd waakzaam blijven: macht is zo fundamenteel in elke menselijke relatie dat we daarin niet naïef mogen zijn. Als technologie ervoor zorgt dat bepaalde bedrijven of industrieën heel snel extreem veel macht kunnen vergaren, dan moeten we ook tegenmachten organiseren.”