China heeft de afgelopen 25 jaar een enorme economische, sociale, technologische en culturele evolutie meegemaakt (sinds haar Open Door Policy van 1978). Als we China-expert Pascal Coppens mogen geloven, zijn we binnen een paar jaar net zo afhankelijk van Chinese producten als we dat nu zijn van de technologie uit Silicon Valley. Heel wat mensen lijken bang te zijn voor de impact van deze ontwikkeling op Europa en de VS. Maar laat ons dit gewoon eerder als een opportuniteit bekijken dan een bedreiging: we hebben namelijk heel wat te leren van hen.

Uiteraard bestaat er geen Chinees 'recept voor innovatie' dat we zomaar kunnen kopiëren, maar we kunnen ons wel laten inspireren door hun unieke mindset. In de research die ik deed naar aanloop van de nexxworks Innovatietour in september, vielen me meteen drie heel aparte attitudes op: ze proberen hun klanten rijk te maken, zien geen graten in tegenstellingen en combineren een radicale langetermijnstrategie met heel gerichte en ultrasnelle experimenten.

Day After Tomorrow denken

Een van de redenen waarom China zo snel aan het boomen is, is de aanhoudende Day After Tomorrow-mindset van haar inwoners. Voor wie niet vertrouwd is met het Day After Tomorrow-concept van Peter Hinssen: volgens hem dienen bedrijven in exponentiële en snel veranderende tijden minstens 10% te investeren in radicale innovatieprojecten zodat ze op (zeer) lange termijn relevant kunnen blijven.

Nu, China, wordt net zoals sommige andere Oosterse landen - mogelijkerwijs omdat het met 5.000 jaar op de teller één van de oudste beschavingen ter wereld is - duidelijk gekenmerkt door wat de Nederlandse sociaal psycholoog en professor Geert Hofstede 'monumentalisme' of 'lange-termijnoriëntatie' noemt. Een recenter onderzoek van Robert S. Wyer, professor aan de Chinese University of Hong Kong Business School, toonde aan dat deze confucianistische waarde van langetermijndenken gedeeltelijk zou kunnen verklaren waarom de Chinezen zich zo makkelijk verplaatsen in een toekomstperspectief. Chinese ondernemers begrijpen heel goed dat hun bedrijven voortdurend voordelen moeten genereren voor klanten. Ze zien verandering en permanente heruitvinding als het hart van hun bedrijfsactiviteiten. Er wordt heel wat minder over core business geobsedeerd dan bij ons.

Bron: Geert Hofstede

Volgens Hofstede ervaren langetermijngerichte culturen zoals die in China de wereld als iets dat voortdurend in beweging is. Het Panta rhei principe van Heraclitus, dus. Ze geloven dat we ons continu moeten voorbereiden op de toekomst. Een mooi voorbeeld van deze persistente manier van denken is het monumentale New Silk Road-initiatief: het 'One Belt One Road' (OBOR) project, dat 's werelds grootste platform voor economische samenwerking wil ontwikkelen. Het doel is om 3 routes te op te zetten die China met Europa, de Perzische Golf, de Middellandse Zee en de Indische Oceaan verbinden. Daarenboven wil het ambitieuze project ook nog eens connecties creëren tussen regionale waterwegen. Meer dan 60 landen hebben intussen al belangstelling getoond voor deelname aan het OBOR-actieplan.

De ‘verkiezingsvriendelijke’ kortetermijnaanpak van veel regeringen is precies wat Europa over een paar jaar in de problemen zal brengen

Hoewel de meeste Westerse democratische systemen geneigd zijn om niet (veel) langer dan hun verkiezingstermijn van 3 jaar te denken en handelen, zijn de Chinezen nooit bang om naar het grotere geheel te kijken en projecten te initiëren die pas enkele jaren later resultaten zullen opleveren. Die ‘verkiezingsvriendelijke’ kortetermijnaanpak van veel Westerse regeringen is precies wat Europa binnen een aantal jaren in de problemen zal brengen, aangezien we niet beschikken over noemenswaardige platformgiganten (behalve enkele uitzonderingen zoals Spotify, Zalando en Asos) en een massale talentmigratie riskeren als dit gebrek aan visie blijft bestaan ​​(zoals dat onder meer gebeurde met Pattie Maes, Pieter Abbeel, Jan Rabaey, Peter Catrysse, Frank Dellaert en vele anderen).

Neem nu het voorbeeld van de Chinese plannen om tegen 2030 de wereldleider in AI te worden: ze beseffen al te goed dat dit enkel mogelijk is met het juiste talent en zodoende riep het Chinese ministerie van Onderwijs een vijfjarig universitair programma in het leven om te voldoen aan de groeiende vraag naar AI-experts: een duidelijk en solide langetermijnvisie -in 2030 de wereldleider in AI worden- wordt ondersteund door onmiddellijke concrete stappen. De vraag is: waar zijn onze AI-scholen met leraren zoals John Edward Hopcroft en Lee Kai-Fu?

Ik leerde via Pascal Coppens deze treffende footage van een zeer jonge Alibaba-oprichter Jack Ma kennen. Je ziet hem een inspirerende toespraak aan zijn werknemers geven in een bescheiden appartement, hun allereerste kantoor:

Ook hier lijkt die langetermijnoriëntatie de (zeer kleine) kamer te vullen waar Ma en zijn team in bijeenkomen. Je hoort zelden start-up-oprichters praten over het overtroeven van de innovatiereuzen in Silicon Valley. En ze hebben het ook niet vaak over waar ze willen staan in de komende 10 jaar. De naïviteit van Ma's speech is bijna ontroerend. En toch. Vandaag beheert hij een bedrijf dat 500 miljard dollar waard is, 's werelds zesde grootste internetbedrijf (op basis van inkomsten). Dus ja, we hebben heel wat te leren van de ambitieuze Day After Tomorrow-visie van China.

Tegenstellingen sluiten elkaar niet uit

Een paar jaar geleden werd ik sterk beïnvloed door een artikel over de rol van het Janusiaanse denken in creativiteit en innovatie: het vermogen om je het gelijktijdig bestaan van twee tegenstellingen of tegenstrijdige ideeën of concepten te kunnen inbeelden. Albert Rothenberg, die met het concept voor de dag kwam, ontdekte dat creatieve genieën zoals Mozart, Edison, Pasteur en Picasso vaak teruggrepen naar deze manier van denken om tot originele inzichten te komen. Zoals Vincent van Gogh die demonstreerde hoe je tegelijkertijd twee verschillende gezichtspunten kunt zien in 'Bedroom at Arles'. Of Einstein, die zich tegelijkertijd een object in beweging en in rust kon voorstellen.

De Chinezen denken niet in termen van staat OF markt, maar staat EN markt. Voor hen is het niet 'concurrentie OF samenwerking' maar 'concurrentie EN samenwerking'

Toen ik vernam dat een belangrijk kenmerk van de Chinese cultuur is dat ze tegenstellingen en tegenstrijdigheden makkelijk kunnen synthetiseren en verenigen, dacht ik onmiddellijk terug aan dit creatieve Janusiaanse concept.

Hoewel het Westerse denken vaak een veel meer binair is - er kan maar 1 waarheid zijn als 2 ideeën contrasteren - zien Chinezen (wellicht omdat ze zijn beïnvloed door het Taoïstische principe van "yin en yang") alle dingen als onafscheidelijk van hun tegenstellingen. Met andere woorden: als A en B tegengesteld zijn, kan in het Westen alleen A OF B waar zijn. In China kunnen A en B dan nog steeds waar zijn en zullen ze proberen een visie te vinden die beide tegengestelde standpunten verenigt.

"Het beste voorbeeld van dit mentale patroon is afkomstig van de Chinese taal zelf", schrijft Diego Gilardoni, "waar het woord voor 'crisis' de combinatie is van de woorden 'gevaar' en 'opportuniteit'. Door zich comfortabel te voelen met dit soort ambiguïteit, denken Chinezen bijvoorbeeld niet in termen van staat of markt, maar staat EN markt. Het is ook niet 'concurrentie of samenwerking' maar 'concurrentie en samenwerking'. (bron)

Dit is een ander treffend voorbeeld: er was nooit echt antagonisme tussen online en offline in China. Terwijl we hier nog steeds worstelden met de online versus offline vraag, integreerden de Chinese retailers vanaf dag één zowel online als offline elementen. Het zou dus geen verrassing moeten heten dat de 'verbazingwekkende' en 'unieke' innovaties van de kassierloze 'grab-and-go' Amazon Go-winkels, al heel snel gecommercialiseerd werden in China en dit door verschillende startups, waaronder BingoBox, Xingbianli, JD Daojia, evenals Chinese techgiganten als Alibaba en Tencent.

Maak uw klanten rijk

Dit laatste punt is een opmerkelijk inzicht dat ik verkreeg via nexxworks’ China Evangelist Pascal Coppens. We zouden het nooit zo cru beschrijven, maar het belangrijkste doel van westerse bedrijven is om (steeds meer) geld te nemen van onze klanten. We willen gewoon onze producten en diensten verkopen en - hoe klantgericht we ook zijn - het komt zelden bij ons op om uit te zoeken hoe we hen kunnen helpen om geld te verdienen. We hebben de neiging om vast te houden aan een 'ik eerst'-oriëntatie, vaak zonder daadwerkelijk terug te geven.

Type caption (optional)

In China is dat precies het tegenovergestelde: het is gebruikelijk om klanten rijker te maken. Het citaat van Jiang Jianguo, Minister van het Staatsraad Informatiebureau, illustreert dit gezichtspunt perfect: 'Het Chinese woord voor 'economie' betekent 'de samenleving laten bloeien en het volk ten goede te laten komen'.

Jack Ma zegt bijvoorbeeld graag dat Alibaba's bedrijfscultuur gericht is op het helpen van anderen, in plaats van louter geld te verdienen. Zoals Pascal Coppens in zijn keynotes vertelt: “het verschil tussen Alibaba en één van zijn eerste concurrenten eBay is dat het zijn marktplaats altijd volledig gratis heeft gehouden. De kernservice was en is altijd gratis geweest en het verdienmodel was gebaseerd op de aanvullende services. eBay aan de andere kant vroeg geld voor zijn kernservice, wat een heel andere aanpak is.”

Chinezen kijken altijd eerst naar de context: wat is de markt, wat willen klanten, wat hebben ze nodig en hoe kunnen we ze helpen?

Het is waar dat we hier in het westen precies hetzelfde type freemium-bedrijfsmodel hebben, maar Chinezen zijn nog veel meer gedreven door de consument: altijd op zoek naar extra voordelen voor hun klanten.

Het beste voorbeeld hiervan is Alibaba dat zelfs in al 2003 online cursussen aan zijn klanten aanbood om hen te helpen hun eigen klanten en markt beter te begrijpen ... en dus meer te verkopen. Met andere woorden: om hen rijker te helpen worden. Xiaozhu overtreft dan weer zijn concurrent Airbnb op een zeer slimme, consumentgerichte manier: het betaalt consultants om advies te geven aan de huiseigenaren op zijn platform, zodat ze zelf meer huurders kunnen aantrekken en ... meer geld kunnen verdienen. De meerkosten van de consultants worden royaal terugverdiend door het enorme schaalvoordeel dat dit biedt met betrekking tot Airbnb.

Eerst naar de context kijken

Een van de redenen voor dit soort extreme klantgerichtheid is dat de Chinezen altijd eerst naar de context kijken: wat is de markt, wat willen klanten, wat hebben ze nodig en hoe kunnen we ze helpen? Terwijl wij in het Westen de neiging hebben om eerst ideeën te vinden - voor oplossingen en producten - en pas dan kijken naar hoe we de markt kunnen veroveren en klanten tevreden kunnen stellen.

Dus de volgende keer dat je nieuwe ideeën probeert te vinden voor The Day After Tomorrow, probeer je perspectief om te draaien: in plaats van te bedenken hoe jouw bedrijf meer geld kan verdienen, probeer je te concentreren op hoe je je klant rijker kan maken.