Op uitnodiging van Unizo zakte Vlaams minister van Werk, Economie & Innovatie Philippe Muyters begin december naar Gent af, voor een informele ontmoeting met een twintigtal beloftevolle scale-ups uit de Arteveldestad. Er werd die middag druk gediscussieerd over verbeterpunten en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld over hoe Vlaanderen nog sterker zal moeten inzetten op ecosystemen van start-ups en scale-ups als we een braindrain van talent van eigen bodem én bestaande techbedrijven willen voorkomen. “Die ecosystemen zijn absoluut noodzakelijk om een regio van excellent ondernemen te kunnen worden”, beseft ook de minister.

Uniek ecosysteem

“We hebben dit informele netwerkmoment met de crème de la crème van de Gentse scale-up scene georganiseerd omdat we uit onze contacten met ondernemers vaststelden dat er in deze stad een uniek ecosysteem aanwezig is”, licht Jos Vermeiren, directeur van UNIZO Oost-Vlaanderen, toe.

“Maar die bedrijven hebben ook bepaalde, specifieke behoeften. Vandaar dat we de minister uitnodigen, om samen te kijken welke extra ondersteuningsmaatregelen kunnen helpen om excellent ondernemen te faciliteren, talent te ontwikkelen, innovatie te stimuleren en internationalisering aan te moedigen. Dat moet ons unieke ecosysteem uniek houden, de verankering in Gent verzekeren en alle doorgroeimogelijkheden openhouden, zonder enige remming. Opdat onze bedrijven hun vizier niet gaan richten op het buitenland als potentiële nieuwe vestigingsplaats.”

Sales moet positief verhaal zijn

Die ecosystemen zijn absoluut nodig om een regio van excellent ondernemen te worden”, pikt Vlaams minister Muyters in. “Ik parafraseer hiervoor graag Einsteins beroemde formule E=MC2. Voor mij staat Excellent Ondernemen namelijk gelijk aan Talent x Innovatie x Internationalisering, ofte E=TI2. Maar in het licht van wat we hier vandaag over ecosystemen hebben besproken, voeg ik daar graag nog de T van Teamwork aan toe. E=T2I2 dus. Maar dan moeten we inderdaad bepaalde remmingen wegwerken.”

“Zo is mij vandaag bijvoorbeeld opgevallen dat veel start-ups ‘sales’ en winst maken als iets vies beschouwen, of hooguit als iets bijkomstig. Terwijl dat evengoed onderdeel uitmaakt van ondernemen en bovendien erg knap kan zijn indien een start-up daarin slaagt. Daar ligt zeker ook een uitdaging voor ons als overheid: hoe maken we van sales terug een positief verhaal, en hoe creëer je competente salesmensen waar vandaag een manifest gebrek aan is? Dat kan onder meer door als overheid zélf aankopen te doen bij innovatieve start-ups en scale-ups.”

“Een andere vraag die ik hier vandaag hoorde, is hoe we ondernemerschap in het onderwijs nog meer kunnen stimuleren en hoe we de link tussen enerzijds de academische wereld en anderzijds de bedrijfswereld kunnen versterken”, gaat Muyters door. “De reacties op duaal leren zijn bijzonder positief, dus op dat vlak kunnen en moeten nog heel wat maatregelen worden genomen.”

“En een derde verzuchting was – hoe kan het ook anders – onze gebrekkige mobiliteit, die duidelijk een rem vormt op onze economie. We hebben een duidelijk plan nodig over waar we met mobiliteit heen moeten en binnen tien jaar zullen staan, zodat bedrijven daar nu al op kunnen inspelen.”

Inzetten op specifieke domeinen

“Laat ons ophouden met België of Vlaanderen te verkopen als innovatieve regio, omdat je nu eenmaal niet gespecialiseerd kan zijn in alles”, klinkt het enigszins verrassend uit de mond van de minister. “Daarom pleit ik ervoor dat we inzetten op heel specifieke geografische clusters en bedrijven ervan overtuigen dat, als je in ons land iets wil doen rond pakweg biotechnologie, Zwijnaarde dan echt wel dé place to be is. Op die manier wordt je regio met ecosystemen aantrekkelijker en creëer je een naam waarmee je bij export je voordeel doet. Ik geef graag het voorbeeld van imec en VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie; nvdr) die beiden wereldfaam genieten.”

“Als overheid kunnen wij helpen om nieuwe ecosystemen te creëren en naar buiten te brengen. Daarbij moeten we absoluut werk maken van die focus en op zoek gaan naar waarin we nu precies het verschil kunnen maken. Zelf heb ik bijvoorbeeld een plan uitgewerkt rond artificiële intelligentie, al kan ik daar geen miljarden inpompen zoals het Massachusetts Institute of Technology dat wel kan. Daarmee concurreren is onmogelijk.”

Een verankering op basis van een nauwe samenwerking tussen verschillende partijen binnen een heel specifiek domein zal bedrijven langer in ons land houden

“Het is belangrijk goed te weten waarin we kunnen excelleren – bijvoorbeeld bepaalde chiptechnologie – om daar dan volop op in te zetten. Op die manier voorkomen we een braindrain en talentdrain, want op dit moment lijken heel wat schalende bedrijven niet geneigd om in België te blijven”, weet Muyters. “Een verankering op basis van een nauwe samenwerking tussen verschillende partijen binnen een heel specifiek domein, waarbij de ene partij via kruisbestuiving gebruik kan maken van de troeven van de andere, zal bedrijven langer hier houden. Daar ben ik heilig van overtuigd.”

Uitgezwermd in het Gentse

Bijkomend voordeel: uit een ecosysteem komen altijd nieuwe, interessante bedrijven voort. “Ons Netlog-verhaal heeft dat mooi aangetoond”, aldus Lorenz Bogaert, die daar destijds samen met Toon Coppens de bezieler van was. “Netlog was lange tijd met Facebook in de running om hét sociale mediakanaal te worden. Dat is uiteindelijk niet gelukt, maar uiteindelijk is het dankzij de succesvolle pivot naar dating app Twoo toch goed gekomen.” Tegelijk zijn veel Netlog-talenten wel uitgezwermd om met nieuwe, opwindende dingen in de Gentse regio te beginnen. Zoals Showpad, het geesteskind van Pieterjan Bouten en Louis Jonckheere.

“Dat verklaart waarom een ecosysteem altijd van onderuit begint, doordat bedrijven spontaan met elkaar gaan samenwerken”, pikt Jonckheere in. “Alleen zijn heel wat ondernemers er zich niet van bewust dat ze zelf zo’n ecosysteem of cluster kunnen opstarten. Bovendien is de vraag wie dat moet gaan promoten: zijn het de ondernemers zelf? Of moeten lokale overheden, onderzoeksinstellingen en universiteiten en bedrijven als Triple Helix de handen in elkaar slaan? Moet die overheid dat aansturen en daar het voortouw in nemen? Een ecosysteem als VIB werd bijvoorbeeld opgericht door ondernemers, maar is dat altijd zo?”

“Het moet volgens mij niet per se altijd van onderuit”, vindt Philip Taillieu van BeMobile. “Zo kan een urgent maatschappelijk probleem als mobiliteit een overkoepelende motor van innovatie zijn. Die gebrekkige mobiliteit moet bijgevolg niet per se als iets slechts worden beschouwd, eerder als een probleem waarvoor een oplossing moeten worden gezocht. En dat kan gerust van bovenuit, omdat de overheid dat stuurt en faciliteert.”

Ambitie om de beste ter wereld te zijn

Een ecosysteem is in de eerste plaats het resultaat van samenwerking tussen bedrijven”, stelt Philippe Muyters. “Zelfs al zijn dat bedrijven waarvan je in de eerste plaats zou denken dat ze op basis van hun corebusiness niet kunnen samenwerken – want waarom zou een foodbedrijf niets kunnen leren van pakweg een energieleverancier.”

“In elk geval moet je zorgen voor een gezonde mix van corporates, kmo’s en start-ups, waarbij klassieke bedrijven eventueel een soort van mentorship kunnen opnemen tegenover die start-ups. Die onderlinge samenwerking dient vervolgens gekoppeld te worden aan een band met onderzoeksinstellingen, en dit alles moet mogelijk gemaakt worden door de overheid. Als je dergelijke Triple of Quadruple Helix kan realiseren én met je ecosysteem bovendien beantwoordt aan een maatschappelijke uitdaging, dan heb je sterke troeven om iets heel moois uit te bouwen”, aldus Muyters.

“Of je nu investeert in bestaande clusters of je focust op de uitbouw van nieuwe, wees dan in elk geval voldoende ambitieus en investeer zoveel mogelijk”, vult Louis Jonckheere van Showpad aan. “Want in tegenstelling tot pakweg twintig jaar geleden heeft vandaag élk technologiebedrijf wereldwijde concurrentie. We zijn met andere woorden mondiaal bezig, dus moeten wij als Vlaanderen of België met onze clusters de ambitie tonen om op bepaalde gebieden de beste ter wereld te zijn.”

Zesjescultuur

Of we in Vlaanderen en bij uitbreiding België wel trots genoeg zijn op onze innovatiekracht en ondernemingen, willen we nog snel weten voor de ondernemers en minister Muyters zich naar hun volgende afspraak haasten. “Vlamingen zijn kampioen in zichzelf onderschatten en zichzelf zo klein mogelijk maken”, zegt Louis Jonckheere. “Wij zullen vooral focussen op wat we niet kunnen, terwijl een Amerikaan een ruimte binnenkomt en er luidop en vol overtuiging aan het publiek zijn dream begint te verkopen, zelfs al is zijn technologie minder hoogstaand dan de onze. Die mindshift om te geloven in onszelf en daar trots op te zijn, moeten wij dringend maken. Zonder onszelf te hoog in te schatten, want ondernemers zullen de wereld niet veranderen.”

In de VS heb je twee opties: ofwel slaag je, ofwel faal je. Maar hier in Vlaanderen lijkt geen van beide te mogen

“Het klopt dat we ons altijd veel te bescheiden opstellen, we mogen best wel wat trotser zijn”, vindt ook minister Muyters. “Ik zie vooral bij jonge ondernemers een mentaliteitswijziging, maar toch. Waar ik bijvoorbeeld echt een hekel aan heb, is die zesjescultuur bij ons. Ben je een ‘zes’, dan ben je goed bezig. Scoor je meer, dan ben je een nerd, scoor je minder een mislukkeling. In de Verenigde Staten heb je twee opties: ofwel slaag je, ofwel faal je. Maar hier in Vlaanderen lijkt geen van beide te mogen.”

Het moet natuurlijk niet omslaan in idolatrie naar ondernemers toe, want ondernemen zit in hun DNA zoals sporten bij sporters, maar we mogen toch wat meer fierheid tonen én afstappen van die bescheidenheid.” Waarna minister Muyters het zelf afstapte, ongetwijfeld naar alweer een andere innovatieve scale-up.