Olivier Paulus en Alexandre Van Deun, founders van Urban Harvest

Vertical farming staat momenteel nog in de kinderschoenen, maar onafhankelijke onderzoeken voorspellen een jaarlijkse groei van 25 procent tot 2027. Ook Alexandre Van Deun en Olivier Paulus zijn ervan overtuigd dat er een veelbelovende toekomst is weggelegd voor deze nieuwe teelttechniek. Nadat ze in 2018 hun agritech start-up Urban Harvest boven de doopvont hielden, verkopen ze vandaag verticale teeltinstallaties over de hele wereld. “Doordat we geen kennis hadden van de landbouwsector zagen we de risico’s niet. Zo hebben we, met de nodige mislukkingen en tegenslagen, alles zelf ontdekt en opgebouwd.

In veel landen is hoogbouw een manier om efficiënt om te gaan met de beperkte woonruimte. De opmars van vertical farming past perfect in dat straatje. “Maar het belangrijkste voordeel van deze teelttechniek is het stabiele teeltklimaat”, verduidelijkt Alexandre Van Deun, medeoprichter van de Brusselse agritech start-up Urban Harvest.

Een vertical farm bestaat uit een gesloten en geïsoleerde ruimte, waardoor het teeltproces niet beïnvloed wordt door externe weersomstandigheden. In de teeltruimte zelf kunnen parameters ingesteld en gecontroleerd worden zoals temperatuur, luchtvochtigheid en CO2-gehalte.

Hierdoor zijn vertical farming installaties geschikt voor landen en gebieden waar het klimaat een optimale natuurlijke teelt in de weg staat. Denk aan de woestijn of streken waar het heel koud kan zijn of waar weinig zonlicht is. Ook eilanden zijn interessant, weliswaar om een andere reden. Daar is men afhankelijk van import, wat nadelig is voor de versheid en bovendien de prijs van de producten de hoogte in jaagt.”

Studentenpact

Urban Harvest biedt no-nonsense vertical farmoplossingen voor de aardbeien. Het doel: minder land gebruiken bij de tuinbouw om het op die manier terug te geven aan de planeet, die op haar beurt de biodiversiteit kan vergroten. Het jonge Belgische bedrijf, dat zelf binnenteeltfaciliteiten ontwerpt en bouwt en al verschillende succesvolle projecten voor commercieel levensvatbare vertical farms op het palmares kan schrijven, is het resulaat van een ‘studentenpact’ dat Van Deun in 2013 sloot met Olivier Paulus, zijn toenmalige studiegenoot aan de Vlerick Business School. “Als één van ons een geniaal businessidee had, zouden we elkaar helpen en het ook samen verwezenlijken”, vertelt hij daarover.

In de zomer van 2017 was het zover: Van Deun belde nam de telefoon want hij had een schitterend idee. “Ik werkte toen bij een multinational op de finance afdeling. Op een dag zat ik mij te vervelen aan mijn bureau en ik begon te lezen over vertical farming. Ik was meteen gefascineerd. Ik belde Olivier, vroeg hem of hij zin had om boer te worden en hij zei onmiddellijk ja. Nog tijdens hetzelfde telefoontje maakten we duidelijke afspraken - we zouden alles 50/50 verdelen - en zo was Urban Harvest geboren.”

Veredeld tuinkot

De studievrienden werden businesspartners en gingen samen op onderzoek uit. Bleek dat teelt in afgesloten cellen al ‘big’ was in het hoogtechnologische Japan, dat op veel plaatsen landschaarste kende en waar de consument weinig vertrouwen had in volle grondteelt. Ook in de VS rukten plant factories op. “Toevallig was een gemeenschappelijke kennis ook bezig met vertical farming”, vertelt Van Deun. “Zijn focus lag op het Midden-Oosten, terwijl wij potentieel zagen in West-Europa om de techniek vervolgens uit te rollen over de hele wereld.

“We vonden geen partners die ons konden helpen op technisch en commercieel vlak. Dus besloten we het zelf te doen en onze eigen vertical farm te bouwen. Olivier is ingenieur dus hij houdt ervan om een oplossing te bedenken voor een probleem, en hij is er ook steengoed in.”

We vonden geen partners die ons konden helpen op technisch en commercieel vlak. We besloten dan maar om het zelf te doen en onze eigen vertical farm te bouwen

De Urban Harvesters begonnen letterlijk achter de Freshmed supermarkt in Etterbeek. “De eigenaar stelde ons een kleine ruimte ter beschikking omdat hij destijds ook zo was gestart. Het was niet meer dan een veredeld tuinkot - niet de meeste fancy locatie maar we kregen de vrijheid om te doen wat we wilden én het kostte ons vrijwel niks.”

Het feit dat beide heren bitter weinig kennis hadden over de agrisector speelde in feite in hun voordeel. “We zagen de risico’s niet en hebben zo alles op onze eigen manier ontdekt”, zegt Van Deun daarover. “We startten van nul maar door veel te lezen en te proberen, en uiteraard af en toe eens het deksel op de neus te krijgen, ontdekten we alles zelf. We schaften het nodige materiaal aan met ons spaargeld, zetten het kot onder water, trokken enkele kabels en zo bouwden we op korte tijd onze eigen vertical farm. Het marcheerde, we kregen onze producten verkocht én we vonden het nog leuk ook.”

Daarna volgde een financieringsronde en dankzij de steun van vier investeerders konden de jonge ondernemers hun activiteiten uitbouwen. Al snel kweekten ze op de urban farm in Brussel maandelijks 60.000 kruiden in pot, die vervolgens in de Delhaize en Färm winkels werden verkocht. Later kwam daar AVEVE bij. Het ging hard en het jonge bedrijf bleef groeien. Naast de gelaagde teelt van kruiden in een pot ging Urban Harvest zich toeleggen op bladgroenten en later ook aardbeien.

Het rode goud

Toen ze door het succes vervolgens dachten aan een verdere opschaling van de kwekerij, stuitte het ondernemersduo op de beperkingen van de agrisector. “Veel retailers vragen het biolabel en dat krijg je alleen maar als je in volle grond teelt”, legt Van Deun uit. “Maar we lieten ons niet uit het lood slaan en besloten onze strategie te veranderen, om een zo groot mogelijke impact te bijven maken. Zo verlegden we de focus van teler naar leverancier van vertical farms.

“Ons systeem, dat we volledig zelf met eigen mensen hebben ontwikkeld, verkopen we nu aan telers over de hele wereld. De vertical farm is zo ontworpen dat ze eenvoudig door de teler zelf opgebouwd kan worden. We houden het graag zo eenvoudig mogelijk. Niet te veel pracht en praal bij ons: het moet in de eerste plaats duidelijk zijn en vooruitgaan”, klinkt het.

De vertical farm is zo ontworpen dat ze eenvoudig door de teler zelf opgebouwd kan worden. We houden het graag zo eenvoudig mogelijk

Met een vertical farm kunnen telers het hele jaar door smaakvolle producten produceren, los van de weersomstandigheden, met een optimaal gebruik van energie en CO2 én zonder pesticiden. De focus van Urban Harvest ligt nu op de ontwikkeling van technologie voor de teelt van aardbeien. “Door ons te specialiseren in dit segment, willen we er ook écht de beste in worden. Aardbeien hebben we gekozen omdat we na al dat groen wel eens zin hadden in iets anders”, lacht Van Deun. “En vooral: omdat iédereen het ‘rode goud’ lust.”

“De vruchten zijn op hun lekkerst als ze zo snel mogelijk na de pluk worden gegeten. Helaas kunnen ze in veel landen niet geteeld worden: het klimaat is niet geschikt, het hoogseizoen te kort of er is een gebrek aan ruimte. Het telen van aardbeien in een vertical farm brengt uiteraard nog steeds kosten met zich mee, maar de productie is jaarrond, de aardbeien zijn van hoogwaardige kwaliteit en vrij van gewasbeschermingsmiddelen. Het waterverbruik is bovendien minimaal en de teelt vindt dicht bij de eindverbruiker plaats.”

Het telen van aardbeien in een vertical farm brengt uiteraard nog steeds kosten met zich mee, maar de productie is jaarrond, de aardbeien zijn van hoogwaardige kwaliteit en vrij van gewasbeschermingsmiddelen

Wereldwijde interesse

Al deze voordelen wekken veel interesse van over de hele wereld, van de VS en Canada tot het Midden-Oosten. “De grote groei ligt niet in onze contreien, we moeten het verder gaan zoeken”, beseft Van Deun. “De reden hiervoor is dat ons klimaat nog redelijk goed is om in de grond te telen, ondanks de grote droogte waarmee we de laatste tijd steeds vaker te kampen hebben. Groenten en fruit zijn hier relatief betaalbaar, in andere delen van de wereld betaal je voor verse voeding een veelvoud van hier. Een bakje aardbeien kost in het Midden-Oosten al snel zes keer zoveel als in België. Dat is toch surrealistisch? In die regio zit dan ook een groot potentieel voor onze oplossingen.

Er zijn ook tal van Nederlandse spelers die sterk zijn op vlak vzn agritech. Maar we zijn ervan overtuigd dat we op termijn onze voet naast hen kunnen zetten

De ambitie om verder te groeien is zeker aanwezig. Het gaat momenteel heel goed maar we kunnen het nog efficiënter aanpakken. Er is veel concurrentie wereldwijd, zowel van serrebouwers als andere vertical farm bedrijven met sterke systemen. Er zijn ook tal van Nederlandse spelers die sterk zijn op vlak vzn agritech. Maar we zijn ervan overtuigd dat we op termijn onze voet naast hen kunnen zetten.”

“Er is alleszins veel vraag bij de consument naar duurzame producten, al blijft het een uitdaging om die betaalbaar te houden want op het eind van de rit is de prijs doorslaggevend, zeker in crisistijden. We geloven dat voor de consument een belangrijke rol is weggelegd om retailers te stimuleren duurzame voeding aan te bieden, zonder dat ze altijd bekommerd zijn om hun marge. Daar hinkt België toch wel achterop tegenover andere landen. Veel retailers zeggen wel dat ze veel inspanningen doen maar als puntje bij paaltje komt, staat het helemaal niet zo hoog op hun agenda. Maar goed, dat is een ander verhaal.”

Brothers from another mother

Door de grote vraag naar de oplossingen is Urban Harvest in volle groei. “We zijn gestart met twee en zijn intussen met z’n zevenen”, zegt Van Deun. “Momenteel zijn we volop op zoek naar extra mensen. Ik prijs mezelf gelukkig met ons team. We geven onze mensen veel verantwoordelijkheid zodat ze het heft in eigen handen kunnen nemen en volop dingen kunnen proberen, net zoals wij destijds begonnen zijn.”

Het belangrijkste is dat je niet dezelfde fouten blijft maken. Daarom zijn we ook eerlijk over onze mislukkingen naar onze klanten toe, zodat zij deze niet zelf zouden maken

We zijn fier dat we alles zelf opgebouwd hebben, ook al ging dat vaak gepaard met fouten en mislukkingen. In het begin hadden we het daar vaak moeilijk mee en konden we soms wel beginnen huilen. Maar intussen kunnen we ermee lachen en weten we dat dit ‘part of the game’ is. Het gebeurt zelden dat iets van de eerste keer lukt, falen is inherent aan ondernemen. Je moet altijd blijven itereren en optimaliseren, en de status quo continu challengen.”

“Het belangrijkste is dat je niet dezelfde fouten blijft maken. Daarom zijn we ook eerlijk over onze mislukkingen naar onze klanten toe, zodat zij deze niet zelf zouden maken. Onze klanten hebben daar begrip voor en helpen ons om de producten en oplossingen te verbeteren. Dat is trouwens een tip voor elke startende ondernemer: als je met een idee zit, blijf er dan niet mee zitten. Geloof je ergens in? Kom ermee naar buiten, stap naar je netwerk en vraag om feedback of hulp.”

De twee founders zijn niet alleen open naar hun klanten toe, maar ook naar elkaar. “We hebben enkele mensen met wie we af en toe eens ‘sparren’. Maar de beste ideeën en inspiratie halen we nog altijd uit de gesprekken met ons tweetjes. We zeggen tegen elkaar ook écht wat we denken, zoals “ik heb geen zin, trek je plan”, zonder dat we op onze tenen getrapt zijn.

Ondernemen met twee is makkelijker dan alleen: je hebt altijd iemand om mee te praten en wij hebben ook wel het geluk dat we volledig op dezelfde lijn zitten. Sommige mensen denken trouwens dat we broers zijn omdat we zo sterk op elkaar lijken. Voor zover we weten, is dat niet het geval”, lacht Van Deun.

Bijdragen aan betere wereld

Als antwoord op de klimaatverandering staat de elektrificatie van mobiliteit hoog op de agenda. “Ik zou daar de elektrificatie van de landbouw aan durven toevoegen”, stelt Van Deun. “Ik hoop voor de landbouwers dat de gasprijzen niet zullen blijven stijgen. Maar sowieso moet er een kentering komen en zal fossiele energie stilaan verdwijnen uit de maatschappij. Er moét verandering komen en wij zijn ervan overtuigd dat we de boeren daarbij kunnen helpen met onze oplossingen rond vertical farming.”

Zo willen we bijdragen aan een betere wereld, waar iedereen toegang heeft tot smaakvolle en verse voeding. Dat klinkt misschien dromerig maar wees gerust: wij houden steeds beide voeten op de grond. Of beter: in het water, zoals in het begin van Urban Harvest. Laat ons vooral niet vergeten vanwaar we komen, en kijk waar we nu staan”, besluit Van Deun met enige trots.