Willen we nog even blijven verder leven op onze Moeder Aarde, dan moeten we met z’n allen beter zorg dragen voor haar. Onze bedrijven spelen hierin een belangrijke rol, iets wat de Europese Unie enkele jaren geleden al goed heeft begrepen. Duurzaamheid wordt namelijk meer en meer een verplichting. Nieuwe Europese spelregels rond rapportering moeten investeerders duidelijk maken welke bedrijven en technologieën écht duurzaam zijn. Een zoveelste administratieve to-do voor bedrijven? Niets van, volgens Katelijne Norga van contentbureau Pantarein. “Bedrijven kunnen hier net mooie opportuniteiten uithalen”, zegt ze.

De Europese Unie is ambitieus: tegen 2050 moet Europa het eerst continent zijn dat klimaatneutraal is. Of met andere woorden: Europa moet tegen dan een evenwicht gevonden hebben tussen de hoeveelheid koolstof die wordt uitgestoten en de hoeveelheid koolstof die ofwel door de natuur, ofwel door duurzame technieken terug uit de atmosfeer wordt gehaald. De intussen welbekende Green Deal, die in 2019 officieel werd voorgesteld, moet ons helpen die ambitie te bereiken door te investeren in technologieën en samenwerkingen die duurzaamheid vooropstellen.

Bedrijven die willen meesurfen op de Europese Green Deal, moeten zwart op wit kunnen aantonen dat ze werkelijk duurzaam bezig zijn. De Europese Commissie is dan ook bezig de regelgeving rond duurzaamheids- of niet-financiële rapportering voor bedrijven te herwerken, zodat die de nieuwe groene ambities van de EU-landen beter ondersteunt. “De EC wil dat bedrijven in hun verslagen transparanter zijn over hoe duurzaam ze te werk gaan”, zegt Norga. “Elk groot bedrijf in de Europese Unie moet vanaf 2023 met duurzaamheidsrapportering aan de slag volgens de nieuwe standaarden. Het gaat in totaal om zo’n 50.000 Europese bedrijven, die kunnen dus wel wat impact genereren als ze het goed aanpakken.”

Wat moet er in het verslag staan?

In dat duurzaamheidsverslag staan de ESG-prestaties centraal. “Dat staat voor environmental, social, governance”, legt Liesbeth Voets, sustainability consultant bij Pantarein, uit. “Het eerste gaat over de impact op de planeet: in welke mate een bedrijf de lucht verontreinigt of hoeveel broeikasgassen het uitstoot, bijvoorbeeld. Welke impact het heeft op de biodiversiteit, maar evengoed of het geluidshinder veroorzaakt.” Maar duurzaamheid gaat niet enkel meer over het leefmilieu, maar ook over sociale impact op mens en samenleving. Voets: “Hoe gaat je bedrijf om met medewerkers? Heb je een preventiebeleid rond burn-outs? Hou je bij de aankoop van je grondstoffen rekening met fair trade; let je erop dat de activiteiten die voorafgaan aan jouw handel wel gebeuren met respect voor de mensenrechten? Is er gendergelijkheid in je organisatie?”

Bedrijven moeten erg transparant worden. De rapporten zullen ook geaudit worden door een onafhankelijke controleur. Op die manier wil de EU vermijden dat bedrijven aan green washing kunnen doen

De derde pijler — governance — gaat over hoe je als bedrijf duurzaamheid in je beleid brengt. “Bedrijven moeten weergeven in hun verslag hoe ze hun beleid rond duurzaamheid opbouwen. Belangrijk hierbij is bijvoorbeeld of het bedrijf werkt met een gedragscode of een code of conduct. Of hoe je omgaat met data privacy”, gaat Voets verder. “Bedrijven moeten dus erg transparant worden. De rapporten zullen ook geaudit worden door een onafhankelijke controleur. Op die manier wil de EU vermijden dat bedrijven aan green washing kunnen doen; een fenomeen waarbij ze beweren duurzaam te zijn, maar eigenlijk hun cijfers of acties verbloemen.”

Een zoveelste verplichting? Helemaal niet!

Een verplicht rapport opmaken, je bedrijfsvoering uit de doeken doen én er nog eens op gecontroleerd worden: veel bedrijfsleiders staan misschien niet te springen bij een zoveelste verplichting. Toch kan je zelf heel wat voordeel halen uit rapportering, vindt Katelijne Norga. Want er zitten net veel opportuniteiten in een duurzaamheidsverhaal. “Ja, het is een verplichting. Maar beschouw het duurzaamheidsverslag niet als een zoveelste administratieve taak die je moet afvinken”, zegt ze.

De kansen liggen volgens Norga op twee domeinen. “Aan de ene kant heb je met het duurzaamheidsverslag een managementtool in handen. Het is een middel om de impact van je bedrijf voor jezelf in kaart te brengen en je impact te meten. Door elk jaar zo’n verslag op te maken, kan je beter in de gaten houden of je nog op koers zit om bepaalde doelstellingen te halen. Onder meer voor de CO2-uitstoot van bedrijven is zo’n monitoring eigenlijk een must. De toekomst van bedrijven hangt immers af van de mate waarin ze de komende jaren hun klimaatimpact onder controle krijgen. Wijk je af van je target, dan kan je sneller ingrijpen, want je ziet het ook sneller.”

Liesbeth Voets, sustainability consultant bij Pantarein ©Tasja van Reymenant

Langs de andere kant is zo’n duurzaamheidsverslag ook een ideaal vertrekpunt voor authentieke en geloofwaardige bedrijfscommunicatie, vindt Norga. “Steeds meer mensen letten erop of een bedrijf wel bezig is met duurzaamheid. Sollicitanten zijn minder en minder geneigd om op gesprek te gaan bij een bedrijf dat geen zorg draagt voor mens en planeet, consumenten zullen al vaker kiezen voor een product dat afkomstig is van een duurzaam bedrijf en investeerders willen tegenwoordig keiharde bewijzen zien van je efforts in dit domein. Met de informatie uit je rapport kan je zwart op wit aantonen dat het jou bezighoudt, dat je zorgt voor die connectie met onze planeet en het leven van mensen.”

Duurzaamheid én communicatie

Het valt Norga op dat steeds meer bedrijven de shift naar een duurzaamheidsmindset aan het maken zijn. Met haar consultancybedrijf Pantarein focust Norga net op die duurzame storybuilding voor bedrijven; ze ziet dus heel wat organisaties passeren die de nood aan transparantie hierover al hebben begrepen. “Ondernemingen komen bij ons omdat ze weten dat rapportering vanaf 2023 de realiteit zal zijn, maar ook omdat ze het zélf beter willen doen. Ze willen hun sociale verantwoordelijkheid nemen, waarde creëren die verder gaat dan het economische, hun beleid hierrond beter aanpakken en dus ook transparanter communiceren over wat ze al doen en wat ze nog beter kunnen.”

Met strategie, visualisatie content en communicatie zorgen we ervoor dat bedrijven hun duurzaamheidsverhaal op een aanstekelijke en engagerende manier vertellen

Maar een duurzaamheidsverhaal kan best overweldigend zijn voor bedrijven. Want hoe pak je dat nu aan? Hoe stel je zo’n rapport op? En hoe kan je er impactvol over communiceren? “Het is inderdaad wat intimiderend”, zegt Voets. “Bedrijven weten vaak niet goed hoe ze er moeten aan beginnen. Dat is ook logisch, vinden wij: er komt heel wat samen in zo’’n rapport: data-analyse, strategieontwikkeling, storytelling, visuele uitwerking, dashboarding... Wij ontzorgen bedrijven hier dan ook volledig in. Met strategie, visualisatie content en communicatie zorgen we ervoor dat bedrijven hun duurzaamheidsverhaal op een aanstekelijke en engagerende manier vertellen.”

Om dat zo goed mogelijk en volgens de opgelegde standaarden te doen, heeft Pantarein alle nodige expertise in huis. Experten op vlak van duurzaamheid, economie, communicatie en taalkunde brengen hun kennis samen in elk duurzaamheidsverslag zodat niet alleen de cijfers, data-analyses en conclusies kloppen, maar het geheel ook helder verwoord is. “Wil je én een gedegen roadmap - met de juiste targets en KPI’s - én een toegankelijk duurzaamheidsverhaal, dan zijn al deze expertises echt wel nodig. Het is handig dat wij ze gewoon in huis hebben. Zo kunnen we bedrijven doorheen het proces begeleiden van begin tot einde en kunnen ze er gerust in zijn dat hun strategie en het verhaal klopt.”

Katelijne Norga, oprichtster van Pantarein

De nieuwe website

Als Norga even een blik op de toekomst mag werpen, dan voorspelt ze dat zo’n duurzaamheidsverhaal binnenkort “de nieuwe website” wordt. “Als je vandaag de dag geen bedrijfswebsite hebt, dan is het alsof je niet bestaat. Over een paar jaar zal dat hetzelfde zijn met duurzaamheidsverslagen: je moet het gewoon hebben”, zegt ze overtuigd. “Niet alleen omdat de EU of onze regering het zegt, maar omdat transparantie het nieuwe normaal wordt in de samenleving van morgen.”

Duurzaamheid zal geen apart thema meer zijn, maar gewoonweg een onderdeel van de activiteiten en beleidsvoering van een bedrijf. Organisaties zullen ook meer en meer gebruik maken van dashboards voor hun duurzaamheidsverslaggeving, volgens Voets. “Het is een trend die we nu hard zien opkomen: bedrijven willen via dashboards hun ESG-evoluties realtime opvolgen. Dat is interessant voor intern gebruik, want zo heeft het management meteen zicht op de stand van zaken. Maar ook voor extern gebruik wordt dit zonder twijfel de norm”, volgens Voets. “Steeds meer ontwikkelen wij bij Pantarein een soort van duurzaamheidshub voor onze klanten: een volwaardige website voor hun doelpubliek frequent geüpdatete dashboards over hun financiële en niet-financiële prestaties van de voorbije jaren en storytelling die duiding geeft bij het hoe en waarom.”

Duurzaamheid is een proces, het is een traject waarbij je telkens aantoonbare stappen in de goede richting zet

Want, wil Norga toch even benadrukken: “Die evoluties kunnen aantonen, is belangrijk. Niemand verwacht dat je het van in het begin meteen volledig goed doet. Duurzaamheid is een proces, het is een traject waarbij je telkens aantoonbare stappen in de goede richting zet. Dat er in je duurzaamheidsrapport niet uitsluitend positieve resultaten staan, is dus geen reden om er geen te publiceren. Tot zolang je kan tonen ‘dit hebben we tot hiertoe al bereikt, op dat vlak moeten we onze inspanningen opvoeren én hier willen we naartoe’, ben je op de goede weg. Transparant zijn is op zich ook een onderdeel van verantwoord ondernemen. Al moet die authenticiteit natuurlijk wel resulteren in reële duurzame verandering.”