foto: shutterstock.com

Professor Jan Rotmans is hoogleraar en internationale autoriteit op het gebied van duurzaamheid en transitie. Bloovi-schrijver Mischa Verheijden zocht hem op aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Jan Rotmans is geen man van ingewikkelde theorieën. Integendeel. Hij noemt zichzelf ook scientivist en voerde met Urgenda de gewonnen klimaatzaak tegen de Nederlandse staat. Al dertig jaar verdiept hij zich in transitie en probeert de kanteling van de economie en samenleving te duiden: “Ik denk dat het nog een jaar of tien heel onrustig blijft en we dan naar een nieuw soort dynamisch evenwicht gaan.”

foto: Professor Jan Rotmans

Als we plaatsnemen aan de tafel in zijn werkkamer op de 11de verdieping van de Rotterdamse Erasmus Universiteit vertelt hoogleraar Duurzaamheid & Transitie Jan Rotmans, een hoorbaar geboren en getogen Rotterdammer, dat hij drie ontwikkelingen ziet: een nieuwe maatschappelijke ordening, een ander economisch fundament en een machtswisseling. En dat die ontwikkelingen tegelijkertijd plaatsvinden en elkaar versterken, maakt ze volgens hem de voorbode van een Nieuw Tijdperk dat ontstaat en groeit van onderop.

Om de beweging van onderop tot een machtige beweging te laten uitgroeien, zo schrijft Rotmans in zijn boek Verandering van Tijdperk, is het onder andere nodig met elkaar nog meer kennis te delen en ontwikkelen.

Het is net daarom dat transitie een sleutelplek heeft gekregen op Bloovi: we willen je de verandering van tijdperk laten zien, begrijpen en mee-maken. Mee-maken met een koppelteken, omdat we samen dat Nieuwe Tijdperk kunnen vormgeven.

Enerzijds ziet hij met de dag meer mensen denken: ‘zo kan het niet langer’, anderzijds verbaast het de transitieprofessor dat nog maar zo weinigen zien dat de verworvenheden van het Industriële Tijdperk aan het eroderen zijn. Er zit volgens hem een soort logica achter die, als je hem doorgrondt, onweerlegbaar is.

Drievoudige kanteling

Die logica duidt Rotmans in zijn boek Verandering van Tijdperk met de drievoudige kanteling die hij waarneemt.

1. De samenleving kantelt van een verticaal geordende, centraal aangestuurde top-down samenleving naar een horizontale, decentrale, bottom-up samenleving met verbanden, zoals gemeenschappen, coöperaties en virtuele en fysieke netwerken.

Oude orde Nieuwe orde
   
Traditionele media (televisie, radio) Nieuwe media (internet)
Krantencolumns Blogs
Politieke partijen Bewegingen
Representatieve democratie G-1000 initiatief
Traditionele vakbond Freelancers Union
Grote energiebedrijven Lokale energie-initiatieven
Commerciële banken Financiële coöperaties
Verzekeringsbedrijven Broodfondsnetwerken 
Bouwbedrijven 3D printer hubs
Thuiszorgorganisaties Lokale zorginitiatieven

 

Deze nieuwe orde opereert voor veel mensen nog onder de radar en vormt nog geen directe bedreiging voor de oude orde. Maar binnen afzienbare tijd is dit wel het geval.

2. De structuur van de economie kantelt en de nieuwe economie is decentraal en digitaal.

Oude economie Nieuwe economie
   
Exploitatie Coöperatie
Centraal Decentraal
Aanbod Vraag
Fossiel Duurzaam
Vervuilend Schoon
Waarde ontlenen Waarde creëren
Massaproductie Maatwerk
Bezit Gebruik
Globaal Glokaal
Individuen Gemeenschap
Lineair Circulair

 

3. De macht kantelt. Er tekent zich een machtswisseling af: de nieuwe orde van onderop vormt langzaam maar zeker een nieuwe macht.

Macht wordt niet langer alleen bepaald door grootte, omvang of financieel vermogen, maar evenzeer door het vermogen zich slim, snel en adequaat te organiseren en voortdurend in te springen op veranderen.

Er vindt een verschuiving plaats van gevestigde en destructieve macht naar innovatieve en transformatieve macht. Macht is het vermogen om hulpbronnen te mobiliseren voor een bepaald doel: kennis en informatie zijn belangrijke voorbeelden van deze hulpbronnen, die ook materieel en financieel van aard kunnen zijn. Transformatieve macht is het vermogen om de verdeling van hulpbronnen te veranderen.

Vandaag is de gevestigde macht nog superieur in termen van het beschermen van de bestaande hulpbronnen: kennis, geld, lobbykracht, fossiele brandstoffen, infrastructuur … Maar hoe lang nog?

Als de veranderingen fundamenteel van aard zijn, op vrijwel alle terreinen voorkomen en elkaar in eenzelfde richting versterken, spreken we van een verandering van tijdperk. En dat is een unicum dat slechts door enkele generaties kan worden ervaren.

En jij en ik, wij, behoren tot die gelukkigen!

Contra-intuïtief denken en handelen

Ik opper dat die oude orde nog steeds de gevestigde macht is, omdat mensen in het algemeen vrij slecht zijn in verandering, laat staan bij zo’n totale kanteling als waar we nu voor staan: we weten wat we hebben, niet wat we krijgen.

“Dat is absoluut waar”, bevestigt Jan, “Ik had er onlangs een boeiende discussie over met een neuropsycholoog die zei: ‘ons menselijk brein is van oudsher, vanuit de evolutionaire ontwikkeling, gericht op stabiliteit en continuïteit’. Maar als je zo’n ontwrichtende periode hebt als nu, dan moeten we bijna contra-intuïtief gaan denken en handelen en wordt transformatieve verandering de constante.

Dat betekent, en dat zag je in de 19de eeuw ook, dat de angst nog groter wordt en dat het kan leiden tot een scheiding. Je had de optimisten en de pessimisten, je had degenen die profiteerden en degenen die weinig tot geen kansen kregen. Er was een heilig vooruitgangsgeloof in de technologie tegenover cultuurpessimisme. In een periode van extreme verandering zie je altijd polarisatie. Het wordt heel snel in twee kampen verdeeld … Nou, dat zie je nu weer.”

19e eeuw vs 21e eeuw

“We bevinden ons nu,” zo legt hij met nog een slide uit één van zijn presentaties uit, “in een kantelperiode tussen twee tijdperken in.”

Overgang samenleving 3.0

Periode van chaos en instabiliteit

Zo’n kantelperiode kenmerkt zich door chaos, turbulentie, onrust, massa ontslagen, hoge werkloosheid, afbraak en toename van conflicten. Versterkt doordat drie van de vijf bedrijven sneuvelen in de kantelfase van een transitie. En om het nog erger te maken, schrijft Jan: ‘de kans is groot dat een behoorlijke groep mensen niet meekan met de snelle ontwikkeling en dreigt af te haken’.

“De vraag is: ‘hoe lang duurt zo’n periode van chaos en instabiliteit?’, zegt Jan en beantwoordt direct de vraag, “die kan niet te lang duren, omdat dat zo ontwrichtend is en ontzettend veel energie vraagt van mensen, systemen, de samenleving en economie."

"Ik denk zelf dat het nog een jaar of tien heel onrustig blijft en dat dan langzamerhand die nieuwe paradigma-oplossingen indalen en we naar een nieuw soort dynamisch evenwicht gaan.”

Dat is zijn hypothese, bewijzen kan hij het niet. Maar dat stoort hem allerminst: “Het is een uitdaging. Ik ben hier al dertig jaar mee bezig en begon ermee in de tijd dat bijna niemand het zag. Dan moet je een antenne hebben op grond waarvan je die veronderstellingen doet en het wetenschappelijk bewijs vind ik daarom niet zo valide."

"Ik hou me bezig met contemporaine transities die tientallen jaren duren, dus het bewijs daarvan maak ik zelf waarschijnlijk niet mee. Maar als ik kijk naar wat ik heb beweerd tot nu, dan ben ik daar consistent in geweest. En consistentie vind ik een groot goed. Niet om mijn gelijk te halen, maar als je kijkt naar de hele energietransitie, de klimaatdiscussie, daar ben ik dertig jaar geleden als één van de eersten mee begonnen.”

Systeemwaarden versus menswaarden

Samenleving 3.0 wordt dan niet per se mooier, maar is wel beter toegerust voor de eisen die de nieuwe tijd stelt. Daarom hoort bij de drievoudige kanteling van denken, organiseren en sturen volgens de hoogleraar ook een zoektocht naar nieuwe waarden en hij doet in zijn boek zelf een voorzet.

De huidige gevestigde orde is gericht op de oude systeemwaarden. De waarden van de nieuwe orde zorgen voor een verschuiving van die systeemwaarden naar menswaarden:

  • Van controle naar ruimte
  • Van doelmatigheid naar aandacht en tijd
  • Van wantrouwen naar vertrouwen
  • Van regelzucht naar keuzevrijheid
  • Van kosten en baten naar kwaliteit

Dat we slaaf van die oude waarden zijn geworden, is volgens hem eigenlijk wel logisch: “Dat is de eeuwige dualiteit tussen mensen en systemen. Wij hebben zelf die systemen gemaakt, die hebben ons ook heel lang goed laten functioneren. Als je kijkt naar de zorg, het onderwijs, arbeidsvoorziening: dat hebben we allemaal in de 19e eeuw opgezet en in de 20e eeuw uitgebouwd en heel lang functioneert dat goed."

"Maar wij hebben ook de neiging tot overorganiseren en die systemen nemen het dan langzamerhand van ons over. Dan komt er een moment dat ze ons in de weg zitten, omdat het té complex wordt, té bureaucratisch. En op een gegeven moment doorzien we die complexiteit niet meer. Dat hebben we gezien bij de financiële crisis. Daarnaast is er de angst om het aan te pakken en wijzen heel veel mensen naar het systeem: ‘wij willen wel veranderen, maar het systeem maakt het ons onmogelijk’.

"Maar wij zijn het systeem, we hebben het zelf bedacht en opgezet. Wij hebben dus ook het vermogen om dat weer terug te pakken. Dat is de hoop die ik mensen wil meegeven."

"Dat is moeilijk en er is niet één oplossing. Ik word ten onrechte wel vergeleken met Marx, met totaaloplossingen en blauwdrukken en daar ben ik juist helemaal niet van. Dat is wel een essentieel verschil. Maar ik deel wel zijn analyse dat het systeem ineenstort en dat er echt een totaal nieuw systeem nodig is.”

Verzet van de oude orde

Maar de oude orde, de gevestigde macht, waarvan je ook zegt dat ze nog superieur zijn in termen van het beschermen van de bestaande hulpbronnen, heeft er alle belang bij om ons te doen geloven dat die systemen ons ten dienste staan.

Jan: “Er is altijd een gevestigde orde, wat wij een regime noemen, die er op gericht is om dat systeem in stand te houden, omdat ze er baat bij hebben qua statuur, positie, inkomen ... Zij verzetten zich tegen die machtsovername. Alleen kan dat nooit te lang doorgaan."

"Elke grote transitie impliceert een machtswisseling, dat kan niet anders. In deze kwetsbare kritische periode kun je met een slimme groep mensen een doorbraak creëren."

"Tegelijkertijd moet je ook beseffen dat dat een harde strijd is, omdat het om macht gaat. Veel onderzoekers benaderen het bijna altijd kennistheoretisch, maar transities zijn niet alleen kennisgedreven. Oliebedrijven zullen letterlijk tot de laatste druppel hun belangen verdedigen.”

Radicale innovatie en breed draagvlak zijn onverenigbaar

Betekent zo’n totaal nieuw systeem dat we die oude waarden dan compleet moeten loslaten? Uber en Airbnb zijn best practices hoe je een sector op zijn kop zet. Maar de kritiek op Uber en Airbnb gaat ook over oude waarden: dat ze een manier zijn om dingen heel efficiënt te maken, met weinig mensen werken en snel veel geld verdienen.

Jan: “Ja, je zou het een vorm van hyperkapitalisme kunnen noemen. Maar het is een gelaagde complexe discussie. Dus laten we proberen om dat ook laag voor laag te doen.

"Er zit een morele kant aan en in die zin kan ik me de kritiek ook wel voorstellen. Je moet als Uber en Airbnb fatsoenlijk met mensen omgaan en fatsoenlijk die mensen betalen. En op het moment dat je je daar niet aan houdt, dan maak je je schuldig aan misbruik. En dat kan niet, niet in de oude, maar ook niet in de nieuwe economie."

"Maar we waren ook wel een beetje naïef door te veronderstellen dat het in de nieuwe economie allemaal menselijker en rooskleuriger zou plaatsvinden. Dat heeft een tijd nodig."

"Er zit anderzijds ook een machtskant aan. De gevestigde orde zegt: ‘ze moeten zich wel aan de regels houden’ en zij noemen de nieuwkomers dan cowboys. Nou, kijk eens naar een willekeurige taxicentrale, daar zitten ook cowboys. Dat zal in België niet anders zijn. Dat het ‘centraal’ voor jou bepaald wordt is al zo 19e eeuws. De auto’s van een normale taxicentrale staan de helft van de tijd stil. Dus, als je sec kijkt naar een economisch verdienmodel, dan is Uber een vrij efficiënt, volwaardig en eigenlijk duurzaam alternatief."

"Als je middelen verspilt, je klant niet centraal stelt en niet transparant bent, moet je niet gek staan te kijken dat je vatbaar bent voor disruptie. Je kunt dan wel blijven klagen en zeuren, maar dat helpt niet, dan ga je eraan.”

En zo meent Rotmans dat centrale systemen voor geld, data, kennis, zorg, muziek, films, energie, verzekeringen, boeken, reizen en educatie niet meer nodig zijn. Dat vraagt om radicale innovatie, niet om een breed draagvlak.

Radicaal betekent dat dat aan de bestaande belangen wordt getornd en impliceert een machtsverschuiving. En een breed draagvlak betekent incrementele aanpassingen en impliceert dat de bestaande machtsorde intact blijft. Helaas zijn de begrippen radicale innovatie en breed draagvlak onverenigbaar.