De drie oprichtsters van We Are Jane: (vlnr) Muriel Uytterhaegen, Conny Vandendriessche en Eline Talboom

Vorige week berichtten de media over We Are Jane. Het fonkelnieuwe investeringsfonds, een initiatief van Accent Jobs-oprichtster Conny Vandendriessche, richt zich exclusief op vrouwen. Maar wat zijn de plannen precies en waarom denkt ze hiermee een gat in de markt te kunnen dichten? Bloovi vroeg het haar.

Investeringskapitaal is een mannenwereld

Toegegeven, vandaag worden er steeds meer initiatieven gelanceerd die zijn gericht op vrouwelijk ondernemerschap. Maar kapitaal ophalen blijft volgens Conny Vandendriessche een uitdaging van formaat. “Daar ben ik zelf een levendig voorbeeld van”, stelt de onderneemster. “Toen ik twintig jaar geleden van start ging met Accent Jobs, was het bij elkaar scharrelen van geld geen evidente kwestie. In dat tijdskader was dat het geval voor mannen, laat staan dat vrouwen in aanmerking kwamen voor extern kapitaal. Noem ‘We Are Jane’ dus gerust een stukje droomrealisatie. Door én voor vrouwen, zeg maar.”

Vrouwelijke CEO’s spreken een andere taal dan mannelijke, en dat is een probleem

Toch is vandaag het probleem zo klaar als pompwater: investeringskapitaal is een mannenwereld. “Er is een serieuze mismatch”, knikt Vandendriessche. “Twee procent van het externe kapitaal wordt geïnvesteerd in start-ups met vrouwen aan de leiding. Reden: vrouwelijke CEO’s spreken een andere taal, en dat is een probleem. Ze voelen dat, en dat creëert tegenover investeerders een soort van onzekerheid die opgemerkt wordt. Ook is er een studie die bewijst dat vrouwelijke CEO’s andere vragen krijgen dan mannelijke. Veelal gaat het om dingen die niet eens relevant zijn. In sommige gevallen vragen VC’s niet eens naar het financieel plan.”

Vrouwen nuanceren te veel, en zijn geneigd om nogal gematigd over alles te doen. In de wereld van durfkapitaal speelt zoiets natuurlijk niet in ons voordeel.

Vandendriessche erkent wel het aandeel van de vrouwen in deze nadelige situatie. Ze meent dat vrouwen minder gedurfd hun ondernemersplannen durven uit te spreken. “Ja, het is ook een communicatieprobleem langs de vrouwelijke zijde”, geeft ze toe. “We nuanceren te veel, en zijn geneigd om nogal gematigd over alles te doen. In de wereld van durfkapitaal speelt zoiets natuurlijk niet in ons voordeel. Jammer, want vrouwelijke CEO’s hebben minstens zoveel te bieden als de mannelijke.”

(Weg met) stigma’s

Dat een afzonderlijk investeringsfonds voor vrouwen het stigma mogelijk bevordert, deert Vandendriessche niet. “Ik wil er gewoon alles aan doen, zolang er maar beterschap op komst is voor vrouwelijke CEO’s die geld willen ophalen bij externe partijen”, klinkt ze vastberaden. “En ja, het doel heiligt de middelen. Als er niemand ingrijpt, dan duurt het nog zo’n 170 jaar voordat er gelijkheid komt in de VC-markt. Daar ga ik niet op wachten.

Mijn fonds beschouw ik allesbehalve als seksistisch. Het gaat hier om amper 2% van de investeringen die naar vrouwelijke CEO’s gaan! Zij kunnen deze hulp dus meer dan gebruiken.

“Ik vind het zelfs bijzonder dat mannen en vrouwen voor de maatschappij ongelijkwaardig zijn op andere professionele vlakken. Zo is de loonkloof nog steeds actueel. Mijn fonds beschouw ik dus allesbehalve als seksistisch. Het gaat hier om amper 2% van de investeringen die naar vrouwelijke CEO’s gaan, hé! Zij kunnen deze hulp dus meer dan gebruiken. Laten we hen daarom een duwtje in de rug geven en zo ook vrouwelijke investeerders inzetten als rolmodellen.”

Als Vandendriessche zelf een tip mag geven aan andere onderneemsters, dan is het wel dat zij meer ja moeten zeggen. “Vrouwen denken te veel na”, vindt ze. “En ze trekken zichzelf voortdurend in twijfel. Als ze meer én sneller ervoor zouden gaan, dan ging het hen waarschijnlijk ook meer voor de wind.”

Toekomstplannen

Zelf is Vandendriessche een dame met ambitie. Op lange termijn hoopt ze dat vrouwelijke ondernemers het nodige zelfvertrouwen krijgen om kapitaal op te halen. Zo krijgen zij het even gemakkelijk - of beter: moeilijk- als mannelijke ondernemers. “Door hen, naast financiële middelen, ook een netwerk aan te bieden, zal dat wel komen”, gelooft ze.

“Wist je dat het zelfs bewezen is dat vrouwelijke CEO’s erin slagen om meer omzet en winst te maken? Logisch dus dat ik proactief op zoek wil gaan naar de vrouwelijke parels in dit land.”