Alexander Van Laer en Moos Tits, de twee oprichters achter de Antwerpse food sharing start-up FLAVR, pakken uit met een nieuwe start-up. Poppy biedt een mobiliteitsoplossing met zijn eigen ‘free floating car sharing’ op basis van een volledige groene vloot. Waarom het duo een tweede start-up uit de grond stampt? En wat dit precies betekent voor FLAVR? Bloovi schrijfster Magali De Reu zat met Van Laer en Tits samen voor een openhartig gesprek.

Deeleconomie + corporate venturing = Poppy

Met Poppy wagen Van Laer en Tits zich voor een tweede keer aan een bedrijf in de deeleconomie. Het doel: mobiliteitsproblemen voorgoed aanpakken via free floating car sharing. Daarmee kunnen gebruikers, binnenkort in de stad Antwerpen, 350 groene deelwagens gebruiken en daarvoor een fee betalen voor gebruik per minuut. De vloot zal bestaan uit 200 elektrische Volkswagen e-Golfs en 150 Audi A3 g-trons (op CNG).

Poppy is een start-up, maar heeft toegang tot het menselijke en financiële kapitaal van een grotere speler

“Voor ons is het belangrijk dat we kunnen ondernemen met hart en ziel”, vertelt Van Laer me. “Met FLAVR hebben we verder gebouwd op onze passie voor lekker eten. Maar Moos en ik waren ook altijd al gefascineerd door mobiliteit. En daar is in ons land nog flink wat werk aan de winkel. Haast iedereen heeft een eigen wagen, maar die staan bijna altijd stil. Bovendien betaal je als bestuurder voortdurend vaste kosten voor onder andere brandstof, parking en onderhoud. Met Poppy willen we die problemen van de baan vegen en een nieuwe vorm van mobiliteit introduceren. Gebruikers kunnen via de bijbehorende app beroep doen op een voertuig in functie van hun huidige noden. Dat is niet alleen efficiënter, maar ook gewoonweg beter voor het milieu. We werken niet zomaar met een vloot van groene en elektrisch aangedreven voertuigen.”

Opvallend: Poppy is een corporate venture tussen het ondernemersduo en D’Ieteren Auto, de Belgische marktleider in de automobielindustrie. “Poppy is en blijft een start-up, maar heeft toegang tot het het menselijke en financiële kapitaal van een grotere organisatie”, legt Van Laer uit. “We hebben zeer bewust samen met D’Ieteren voor dit model gekozen.”

“Samen hopen we de markt van duurzaam autodelen open te breken”, vult Tits zijn medeoprichter aan. “Het klinkt misschien als een cliché, maar voor ons wordt Poppy a way of life. Poppy moet een echte mobiliteitspartner worden voor onze gebruikers.”

Rollercoaster met FLAVR

En dat begin is in januari 2018 in stad Antwerpen en enkele districten. Nadien plant het jonge bedrijf ook de uitrol naar andere steden. De plannen en dromen zijn niet de minste, wat mij natuurlijk nieuwsgierig maakt over het toekomstperspectief van FLAVR. Voor wie niet helemaal heeft gevolgd wat die laatste precies doet: FLAVR is een food sharing platform waarbij iedereen maaltijden kan kopen bij hobbychefs uit de buurt. In tegenstelling tot concurrenten als Deliveroo, voorziet FLAVR geen leveringsmogelijkheden. FLAVR klanten moeten hun maaltijden rechtstreeks afhalen bij de thuischefs, wat volgens de oprichters het community-gehalte versterkt.

“Afgelopen maanden waren intens”, vertelt Van Laer. “We waren volop bezig met een nieuwe kapitaalronde. We voelden echter snel aan dat deze moeizaam zou verlopen. En daarvoor lagen verschillende factoren aan de basis. Wanneer je als start-up nog niet voldoende opbrengsten hebt om de kosten te dekken - wat voor een tweeledige marktplaats marketplace als FLAVR niet abnormaal is - én er niet in slaagt om nieuw kapitaal op te halen, wordt het snel zeer moeilijk. Na lang alle scenario’s te hebben overwogen, besloten we samen met onze investeerders om de FLAVR-strategie over een andere boeg te gooien. We hebben al onze kosten weggesneden om organisch verder te gaan groeien. Dat was absoluut een zeer moeilijke periode voor Moos en mijzelf. Tja, zulke verhalen kom je natuurlijk niet vaak tegen in de media.”

Als je wil dat je team voor jou door het vuur gaat, dan moet je voortdurend open kaart spelen
Foto: FLAVR-CEO Alexander Van Laer op Demo Day van Start it @kbc

We hebben wel vanaf de start van die moeilijke periode eerlijk gecommuniceerd tegen het team”, kaart Tits aan. “As a startup, you’re a family. Als je wil dat je mensen voor jouw bedrijf door het vuur gaan, dan moet je open kaart spelen met hen. Tot we uiteindelijk op die ene dag in juni de knoop moesten doorhakken en iedereen hebben moeten laten gaan. Terwijl ze dag en nacht met ons hadden geknokt. Dat was bijzonder zwaar, maar we wisten dat we de juiste keuze hadden genomen.”

“Op dat moment hadden we één grote prioriteit: ervoor zorgen dat elk teamlid een job zou vinden in een nieuw topbedrijf”, herinnert Van Laer zich. “Zo’n talent verdient een mooie plek - maar ook qua cultuur wilden we een geslaagde match garanderen.

Toch geven Van Laer en Tits de moeizame kapitaalronde niet aan als oorzaak van de FLAVR-kwestie. De FLAVR-gebruikers moeten namelijk hun maaltijden op voorhand bestellen en zelf ophalen bij de hobbychef. Zo nemen we een stuk van het gebruiksgemak weg, waardoor we eerder inspelen op een specifieke niche in de markt.”

“Maar FLAVR kent nog steeds een stabiele groei”, gaat Van Laer verder. “We hebben veel loyale klanten en er komen er dagelijks verschillende bij. Maar de markt evolueerde trager dan we hadden voorzien. Dus hebben we besloten om van een agressief naar een organisch groeiscenario over te gaan. Het bedrijf groeit nu op een stabielere manier verder en onze opbrengsten en kosten zijn in balans.”

“We vertellen dit alsof het allemaal heel logisch en rationeel was, maar het was zonder twijfel een moeilijke periode”, zegt Tits. “Afgelopen zomer is er veel werk gekropen in het stabiliseren en herstructureren van het bedrijf. Op zo’n momenten is het belangrijk dat je blijft doorzetten en creatief met de situatie omgaat.”

“FLAVR blijft uiteraard verder bestaan, het draait namelijk helemaal niet slecht, maar we gaan verder met 1 of 2 werknemers”, besluit Van Laer. “Na de recente herstructurering behaalde FLAVR een bepaalde vorm van maturiteit. Hierdoor besloten Moos en ikzelf een stap achteruit te zetten uit dagelijks operationeel management. We blijven uiteraard de hoofdaandeelhouders van het bedrijf, en als gepassioneerde oprichters zullen we altijd een actieve mentor-rol spelen in FLAVR.”

Belgische start-ups: doodgeknuffeld of doodgeknuppeld?

De komst van Poppy bevestigt dat het tweetal met veel nieuwe energie verder onderneemt. “We hebben wel wat lessen getrokken uit het FLAVR-verhaal”, knikt Van Laer. “Daarnaast zie ik dat ondernemerschap in België steeds meer wordt gestimuleerd, maar de reality check ontbreekt vaak nog. In het begin wordt elke start-up precies doodgeknuffeld. Maar van hogerop zie ik dat ze nadien dikwijls worden doodgeknuppeld. Ik kan je tientallen verhalen vertellen van absurde dingen die we hebben meegemaakt tijdens onder andere fiscale controles. De controleur kon maar niet vatten dat we als start-up in het begin veel verlies zouden maken om op termijn winst te maken. Dan sta je daar, je uitleg te doen, terwijl die persoon nog niet eens goed beseft wat de deeleconomie precies inhoudt.”

Als het goed gaat, dan zijn mensen blij voor je. Zodra het misloopt, dan krijg je ‘I told you so’ te horen.

“Ook van de buitenwereld krijg je heel veel shit”, stemt Tits in. “Als het allemaal van een leien dakje loopt, dan kunnen mensen niet wachten om het vrolijke nieuws te verspreiden. Maar zodra je even moet pivoteren en je bedrijf moet herstructureren, krijg je te maken met leedvermaak en ‘I told you so’. We zijn ervan geschrokken hoe snel de roddels zijn opgedoken. En dat terwijl we nog steeds dezelfde ondernemers zijn.

“Met Poppy kijken we er alvast naar uit om hetzelfde engagement los te weken als we bij FLAVR deden”, klinkt het bij Van Laer. “We weten wat een goed team kan doen en zien de toekomst rooskleurig in. We hebben zelfs Niels Peetermans van Conversation Starter kunnen overtuigen als Head of Operations en Michiel De Mey als Head of Engineering. Die gasten zijn een geweldige aanwinst.”

“En natuurlijk hopen we datzelfde enthousiasme terug te zien bij particuliere gebruikers”, voegt Tits daar aan toe. “Als binnenkort mensen collectief zeggen ‘Let’s take a poppy’, dan weten we dat onze deelwagens écht een plaats in de mensen hun leven hebben veroverd. En daar doen we het voor.”

Succes, mannen!