“Laat ons eens iets zots doen.” Met dat voornemen overtuigden twee ex-snowboardprofs elkaar exact tien jaar geleden om hun eigen accessoiremerk te lanceren. Het nieuwe label kreeg de naam ‘Komono’, wat Japans is voor ‘kleine dingen’. Intussen liggen de horloges en brillen van het duo in meer dan 4.000 winkels over 80 landen. Op hun portfolio staan twee opeenvolgende Trends gazellen voor snelst groeiend Belgisch bedrijf. “Je zou kunnen zeggen: goed bezig, pluim in je gat”, zegt medeoprichter en CEO Anton Janssens. “Maar een verhaal als het onze is er altijd een van bloed, zweet en tranen.”

Een nieuw spoor trekken in de sneeuw

De Antwerpenaren Anton Janssens en Raf Maes behoorden tot de eerste generatie professionele snowboarders van ons land. Het was in dat circuit dat ze elkaar meer dan twintig jaar geleden leerden kennen. “Twee sportmannen in hart en nieren, met een onmiddellijke klik”, kijkt Janssens terug. “Snowboarden was toen nog een kleine, nieuwe sport. Maar er hing al wel een zekere mentaliteit aan vast. Als snowboarders hadden wij geen schrik: niet om te springen, niet om onze dromen na te jagen. En we hadden het gevoel voor esthetiek dat toch wel typisch is aan de sport. Los van het blitse imago is snowboarden ook een sport die essentieel om schoonheid draait. Het gaat er niet alleen om hoe snel je ergens voorbij raakt, maar ook om de perfectie van je sprong.”

Drie jaar duurde hun professionele sportcarrière. Hun uitrusting hingen ze nadien letterlijk aan de kapstok: ze gingen de fashionmarkt op als distributeur van snowboardmerken. “We haalden merken aan van over heel de wereld en brachten ze naar de Benelux. Luxe was toen nog mooi en duur, goedkoop was lelijk. Maar dat beeld begon te kantelen. Je zag dat al in de kleding. De accessoiremode hinkte echter achterop. Dus dachten we, misschien is dat wel het gat in de markt: een accessoiremerk dat onbetwistbaar mooi is, maar wel perfect betaalbaar. Onze kennis van de business zat goed, de zaken liepen meer dan vlot, ons zelfvertrouwen was groot. Waarom zouden we het er niet op wagen?”

Anton Janssens, co-founder van Komono

Passie met een nuchtere zelfkant

Het bleef niet bij wilde caféplannen. “Dat wisten we intussen wel van elkaar”, zegt Janssens. “Eens wij iets hadden uitgesproken, zou het er ook van komen. Raf en ik boekten samen een vlucht naar China en dat was meteen het begin van ons grote avontuur.” Hoe dat avontuur zou uitpakken, was voor beiden nog heel onzeker. “Eerlijk gezegd, we zijn nooit gestart met het plan: nu gaan we eens veel geld verdienen. Ons idee was: we proberen eens iets zots en we zien wel waar het strandt. Die vrijblijvendheid is er na zoveel jaar natuurlijk wel wat van af. Meer en meer mensen rekenen op je. Maar toch, het is begonnen als een passie en dat is het nog steeds.”

Want passie geeft enorm veel energie om ergens mee te starten, alleen komt daarna de realiteitscheck. En om die te overleven, moet je jezelf telkens heruitvinden

Die passie had van bij aanvang al wel een nuchtere kant. Het tweetal had om zich heen gezien hoe vluchtig het succes in de modewereld is. “Mode is een sexy business – die meestal niet lang duurt. Buiten enkele blijvers komt de hype vaak snel en de vergetelheid nog veel sneller. Iedereen wil blijkbaar iets doen in de mode, maar het is een moeilijke wereld. Want passie geeft enorm veel energie om ergens mee te starten, alleen komt daarna de realiteitscheck. En om die te overleven, moet je jezelf telkens heruitvinden. Onze grootste kracht is innovatie, de drang om onszelf vooruit te duwen. Dat is de motor van ons bedrijf. Mode is evolutie.

Antwerpse durf, Belgische braafheid

Komono moest staan voor betaalbare luxe. De ‘it’ factor die het merk uniek zou maken in de designwereld, vond het ontwerpersduo vlakbij huis. “Contemporary fashion rooted in Antwerp: dat moest de wapenspreuk worden voor ons merk. Als modestad drukt Antwerpen wereldwijd een stempel. Trek van Los Angeles naar Tokio, spreek over de Antwerpse modeacademie en iedereen weet waarover je het hebt. Trouwens, we hebben dit jaar de aftrap kunnen geven voor een partnerschap met de Modeacademie. Heel blij ben ik daarmee. Een bevestiging van ons DNA is dat.”

Zo extreem als de studenten van de modeacademie gaat Komono (nog) niet. Maar best wat stukken hebben toch een gedurfd kantje, durven we te opperen. “Daar ben je dan typisch Belgisch in”, pikt Janssens in. “Zeker in het begin kregen we vaak de opmerking dat we nog te Belgisch waren. Vrij vertaald: te braaf. Een Belg is effectief een heel braaf esthetisch wezen. Die roept gemakkelijk: ‘Wauw zeg, jij doet iets gewaagds!’ Terwijl, als je naar Azië gaat of naar Amerika – zeker de kust rond New York en heel Californië – of zelfs Zuid-Amerika en Australië, dan zou je je ogen opentrekken.”

“Toen we nog maar pas bezig waren, had ik nogal eens de reflex: oei, zou dit ontwerp wel kunnen? Daar hebben anderen me al snel overheen geholpen. Als je niet durft, dan kan je ook niet veel betekenen als merk, want alles bestaat al. Een les die ik geleerd heb: wij moeten vooral fier zijn op wat we hier bij ons op modevlak te bieden hebben, en dat ook durven uitdragen.”

Horloge en bril als makers van identiteit

Meer nog dan een middel om een imago op te blinken, is mode een manier om mensen een identiteit mee te geven, legt Janssens uit. “Voor mij is een horloge een symbool. Er is een periode geweest dat het een statussymbool was. Je moest je pols maar op de tafel leggen en iedereen wist wie je was. Vandaag is dat anders. Een accessoire wordt een manier om meer te vertellen over jezelf. Het voegt iets toe aan je kleding, die al een uiting is van je identiteit. Met een bril doe je dat trouwens nog veel meer into your face. Zie je iemand met een bril, dan maak je daar meteen uit op of het een sober persoon is, ofwel iemand extravagant of chique. Een bril geeft dat allemaal aan.”

Tijd is ons kloppend hart. Ons werk als designers is een voortdurende race tegen de klok

Op identiteit heeft tijd geen vat. Hedendaags design is dus bovenal tijdloos. “Komono richt zich op mensen met een levenspassie, dat heeft niets te maken met leeftijd. Wij willen connecteren met mensen met een open geest. Wereldburgers die onze energie delen, los van geslacht of religie, en of ze nu vijfentwintig zijn of zeventig. Tijd is ons kloppend hart. Ons werk als designers is een voortdurende race tegen de klok. Wij denken in seizoenen en vechten continu tegen deadlines. Het stopt nooit. Om de zes maanden mogen we alles weer in de vuilbak gooien. We hebben bijvoorbeeld pas een nieuwe collectie getekend. Vijf seconden nadat de laptop dichtklapt, denk ik al: goed, en nu op naar het volgende.”

De groeipijnen van een team

Niet iedereen kan dat tempo even makkelijk aan, heeft de ontwerper ervaren. De juiste mensen vinden voor het team blijkt niet eenvoudig. Op dit moment is Janssens tegelijk CEO, bedenker, inspirator, designer, verkoper en promotor. Nog iets? “Tja,” lacht hij, “ik heb het zelf wel eens moeilijk om mijn job te omschrijven. Raf is een wat stillere rol gaan spelen nu hij twee jaar geleden naar de VS is vertrokken om daar de markt te gaan runnen. Vandaag doe ik dus zowat alles, al heb ik natuurlijk een heel team rond mij. Ontwerpen doe ik ook. Toegegeven, ik kan niet tekenen. Wat ik wel kan, is de finesses van een Zeitgeist heel secuur aanvoelen en die overbrengen in beelden en kleuren. Naast mij zit dan een team van designers die meedenken en de ideeën omzetten naar 3D.”

Collectiviteit is enorm belangrijk. Het is zoals in het voetbal. Je kan op elke plek de beste man hebben, maar toch als team ten onder gaan

Het internationale team van Komono telt op dit moment 55 medewerkers. “Al die mensen op eenzelfde lijn krijgen, is misschien nog het grootste avontuur geweest”, bedenkt Janssens. “Kijk ik terug op de voorbije tien jaar, dan is vooral dat stukje van ons parcours er een geweest van bloed, zweet en tranen. Wat ik ondervonden heb, is dat je zoveel mogelijk het ego in een team moet uitschakelen – zeker in de designwereld. Als mensen zich breed maken en zeggen: ‘Dit is mijn design, hier kom je niet aan’, dan wordt het heel moeilijk om te communiceren.”

“Collectiviteit is enorm belangrijk. Het is zoals in het voetbal. Je kan op elke plek de beste man hebben, maar toch als team ten onder gaan. Mensen moeten zich kunnen schikken in een collectieve beslissing, zelfs als dat niet de hunne is. Uiteindelijk moet je je bij een besluit kunnen neerleggen.” Waarop ondeugend volgt: “En puntje bij paaltje zal ik dat wel nemen (lacht).”

De toekomst kleurt roos

Het afgelopen jaar ging Komono door een transformatie, die vooral ingreep op de structuur van de organisatie. “Onze snelle groei ging ook gepaard met wildgroei. We wonnen de voorbije jaren twee keer de Trends gazelle voor snelst groeiend Belgisch bedrijf. Heel bijzonder is dat. Je zou kunnen zeggen: proficiat, pluim in je gat! Maar zo’n steile opmars betekent ook dat je constant achter de feiten aanloopt. Je hebt nooit de tijd om even wat rust te brengen in de tent.”

Want, naar Belgische normen mogen we dan wel een groot bedrijf zijn, op wereldvlak zijn we nog altijd Klein Duimpje

Dat moest uiteindelijk wel gebeuren. Janssens zette even alles stil om de processen terug grondig te bekijken. “Doe je dat niet, dan ben je een vogel voor de kat als er eens een tegenslag komt. En die komt, hoe dan ook. Geen enkel bedrijf ontsnapt daaraan.”

Vragen we de designer hoe de toekomst eruitziet, dan raden we meteen welke bril hij vandaag op heeft. “Rooskleurig”, klinkt het grinnikend. “Ons werk van 2018 begint zijn vruchten af te werpen. Nu kunnen we ons weer gaan concentreren op groei en expansie. Want, naar Belgische normen mogen we dan wel een groot bedrijf zijn, op wereldvlak zijn we nog altijd Klein Duimpje. We kijken vooruit. Altijd. Retro was sowieso nooit onze stijl”, besluit Janssens met een kwinkslag.