In een bevraging bij 47 Belgische venture capitalists peilden PwC en sectorfederatie BVA (Belgian venture Capital & Private Equity Association) voor het eerst naar de aard, omvang en voorwaarden van de deals die onze Belgische VC’s vorig jaar afsloten. “Hieruit blijkt vooral dat de sector in ons land bijzonder robuust is en blijft,” klinkt het bij Elise Carton, Senior Manager van het Venture Deals team bij PwC Belgium en Jan Alexander (BVA).

Waarom hebben jullie de Belgische venture capitalists bevraagd, en hoe representatief is dit onderzoek dan?

Elise Carton: Je kan er niet omheen: venture capital is een belangrijke motor voor de economische groei in ons land. Bedrijven zoals Showpad of Teamleader, die anno 2024 voor veel tewerkstelling zorgen, zijn mede ontstaan dankzij het risicokapitaal van een aantal durfinvesteerders. Zij dragen er toe bij dat goede ideeën worden omgezet in innovatieve producten, die dan op hun beurt weer resulteren in sterke bedrijven. Nu hangt er vaak wel wat mystiek rond die deals en rond de voorwaarden die venture capitalists hanteren: hoe marktconform zijn die, wanneer hebben we als startup of groeibedrijf nu een echt goede deal te pakken? Daarom ook leek dit onderzoek, het allereerste van die aard in dit land, ons bijzonder relevant. Tegelijk moet dit ons ook toelaten om de volgende jaren te gaan vergelijken, om te bekijken in welke richting de trends en clausules bij die deals evolueren.

Jan Alexander: We hebben 47 venture capitalists bevraagd, en daarmee bereiken we zowat 80 procent van de spelers in die markt. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog een aantal vermogende families of particuliere investeerders die we hiermee niet hebben bereikt, maar met dit aantal respondenten kunnen we zonder meer van een representatief onderzoek spreken. Dit is uiteraard belangrijk voor de ondernemers zelf, maar net zo goed voor mogelijke investeerders. We schetsen hiermee immers een soort van referentiekader voor een mogelijke investeringsdeal. Bovendien is het ook een handig opstapje voor potentiële investeerders die nog niet zo vertrouwd zijn met venture capital: zij krijgen hierdoor zicht op de mogelijke rendementen van dit soort investeringen.

Jan Alexander (BVA) en Elise Carton (PwC Belgium)

Wat is voor jullie nu de allerbelangrijkste conclusie van dit onderzoek?

Jan Alexander: In eerste instantie komt de sector hier bijzonder weerbaar uit. Het aantal transacties in ons land mag vorig jaar dan wel met 8 procent zijn teruggelopen, in vergelijking met de rest van Europa scoren we daarmee zeer goed. In andere Europese landen noteerde men vorig soms zelfs een terugval met 30 procent. Dat is natuurlijk geen toeval: we kunnen hier ook terugvallen op een zeer aantrekkelijk kader. Goede universiteiten, hoogstaand fundamenteel onderzoek, en een veel lagere levensduurte dan in pakweg Londen of Silicon Valley. Daarnaast leert dit onderzoek me ook dat onze VC’s almaar meer de kaart van de internationale investeringen trekken, wat op zijn beurt dan ook weer tot meer diversificatie en finaal ook tot betere prestaties leidt.

Elise Carton: De macro-economische data die deze studie blootlegt, geven inderdaad aan dat de sector in ons land uitermate robuust is, in een toch wel bijzonder tumultueus tijdperk. Ons ecosysteem mag dan misschien niet het allergrootste zijn, het toont zich wel voldoende duurzaam en matuur. Daar moeten we dan ook volop op blijven inzetten. Daarnaast bevestigen de onderzoeksresultaten ook dat er in ons land nog heel wat potentieel is wanneer het over de financiering van B2C-bedrijven gaat. Ik vermoed dat de wat kleinere Belgische markt hierin misschien ook een rol speelt, maar er is dus absoluut ruimte om meer kapitaal richting B2C-initiatieven te duwen.

Jan Alexander: Dat klopt. Op vlak van B2C is het wat minder dan pakweg in Nederland, waar je inderdaad giganten zoals Bol.com of Booking.com hebt zien opstaan, maar op zich is dit wat mij betreft ook geen ramp. Ik onthoud toch vooral dat we in B2B heel sterk staan in ons land, dat wordt nogmaals bevestigd door deze studie.

Zijn onze fondsen ook voldoende groot?

Jan Alexander: Op dat vlak zien we een ietwat gespreid beeld. Technologiefondsen zoals Fortino of Smartfin evolueren al naar fondsen van driehonderd miljoen euro en meer, terwijl groeibedrijven in pakweg de biotech toch vaak nog een beroep moeten doen op buitenlandse fondsen.

Elise Carton: Ik vind het lastig om daar uitspraken over te doen. Ons onderzoek geeft effectief aan dat er meer investeerders naar sectoren zoals SB2B-SaaS, robotica of industrie 4.0 kijken, maar tegelijk zijn de fondsen die wél in lifesciences investeren doorgaans ook veel groter. Het is dus ietwat lastig om die twee zomaar tegen elkaar af te zetten.

Elise Carton (PwC Belgium)

Jullie haalden het eerder al aan: venture capital is een belangrijk smeermiddel voor de toekomstige economische groei van dit land. Kunnen ook onze beleidsmakers conclusies trekken uit deze studie?

Jan Alexander: Vorig jaar lag er een stevige fiscale hervorming op de regeringstafel, die nu voorlopig van de baan is. Daarbij dreigde de VC-sector stevig in de klappen te delen. Deze studie bevestigt nu dat welgestelde families en particuliere investeerders uit eigen land samen goed zijn voor zowat de helft van de financiering van de fondsen in ons land. Dit geeft toch wel aan hoe cruciaal binnenlands kapitaal is en blijft voor de verdere economische ontwikkeling van dit land. En dus blijft ook een stabiel fiscaal kader, dat voor het nodige vertrouwen zorgt, bijzonder belangrijk.

Jan Alexander (BVA)

Jullie onderzoek geeft nog maar eens aan hoe belangrijk het is voor starters en groeibedrijven om preventief op de radar van VC’s te komen, en daarmee dus niet te wachten tot ze effectief vers kapitaal nodig hebben?

Elise Carton: Inderdaad. Hooguit 20 procent van de deals komt tot stand op basis van een mailtje richting een venture capitalist met een rechtstreekse financieringsvraag. Startups gaan er nog al te gemakkelijk vanuit dat ze in de vroege bedrijfsfase enkel met hun product en hun klanten bezig moeten zijn. Dat klopt niet: ze moeten op de achtergrond ook altijd met die toekomstige investeringsnood in het achterhoofd zitten. Concreet: naar beurzen en evenementen gaan, contacten met investeerders onderhouden, nieuwsbrieven uitsturen, noem maar op. Ook wanneer ze nog niet meteen vers geld nodig hebben. Eigenlijk moet je als ondernemer VC’s vooral de indruk geven dat zij jou hebben gevonden, en niet omgekeerd.

Jan Alexander: Vergelijk fundraising met het lopen van een marathon. Vaak zal je als ondernemer interessante partijen ontmoeten die zelf misschien nog niet meteen geïnteresseerd zijn, maar die je de raad geven om een jaar later nog eens opnieuw contact op te nemen. Welnu, doe dat dan ook! Een volgehouden inspanning kan dan wel degelijk lonen, zeker wanneer je zo’n investeerder dan ook kan tonen welk traject je intussen met je bedrijf hebt afgelegd.