Bart Vanhaeren

Ze liggen eerder dun gezaaid, de mensen die het Belgische start-uplandschap zo goed kennen als Bart Vanhaeren. In het pas uitgebrachte Get up, start-up bundelt Vanhaeren niet enkel een pak tips en praktische inzichten, het boek is vooral een pleidooi voor meer durf en ambitie bij Belgische starters. Een pleidooi dat hij ook onderbouwt met harde cijfers.

Niet goed omringd

Aan nieuwe start-ups geen gebrek in ons land de voorbije jaren. Aan media-aandacht voor  die vaak zeer hippe vogels al evenmin. Bart Vanhaeren - al bijna 20 jaar aan de slag bij KBC en daar ook mede-oprichter van Bolero Crowdfunding en intussen ook bestuurder van Leuven Mindgate - zag er in zijn carrière al honderden de revue passeren. Soms heel succesvol, soms ook gedoemd om snel te verdwijnen, maar vooral: meestal te bescheiden en te klein. Vaak niet echt goed omringd ook, zo stelde hij vast. En dus besloot hij een boek te schrijven over zijn jarenlange ervaring in start-upland. Een boek vol praktische tips en relevante voorbeelden, maar net zo goed een werkstuk dat vaak de vinger op de wonde legt: de allerbelangrijkste uitdaging voor het Belgische start-upecosysteem is en blijft groei.

"Start-ups moet echt wel gaan voor duurzame en stabiele groei op langere termijn, en moeten dus leren verder te kijken dan de quick wins"


Bart Vanhaeren: “Wat me bijzonder sterk opgevallen is bij het schrijven van dit boek: van heel wat beloftevolle start-ups vind je amper omzetcijfers. Dat zegt natuurlijk wel iets: er zijn heel weinig Belgische start-ups die vandaag al de kaap van de tien miljoen euro omzet ronden. Dat valt in mijn ogen soms wat moeilijk te rijmen met de vaak zeer uitgebreide media-aandacht die heel wat van die bedrijfjes krijgen, en die al te vaak enkel focust op opgehaalde bedragen en te weinig op die omzet. Terwijl het daar finaal wel om draait natuurlijk: toegevoegde waarde scheppen en winstgevend worden.

Bart Vanhaeren met z'n kersverse boek. Foto: Luk Collet

"Er is meer dan genoeg investeringskapitaal in ons land" 

Als al te veel innovatieve bedrijfjes in ons land nooit doorgroeien naar het niveau van een scale-up, dan heeft dat volgens Vanhaeren veel te maken met een latent gebrek aan ambitie. Bij de ondernemers zelf, maar net zo goed in het hele Belgische ecosysteem, van investeerders tot overheid. “Ik ben niet alleen met die conclusie: de Vlerick Business School klopte eerder al op diezelfde nagel, en ook een belangrijke investeerder als Jurgen Ingels is het daarmee eens. Ik vrees dat het een beetje samenhangt met die typisch Belgische mentaliteit: we blijven liever altijd een beetje bescheiden. Ik was vorige week nog op een samenkomst van start-ups in Salt Lake City en toen ik een van de ondernemers daar vroeg wat nu precies zijn ambities waren, luidde het antwoord: ‘I want to be a unicorn, that’s very clear.’ Wel, zo’n unicorn (een start-up met een waardering van meer dan 1 miljard dollar, nvdr.), daar wachten we hier in eigen land nog altijd op. In landen als Nederland, Zweden of Israël, qua omvang toch wel vergelijkbaar met België, zijn er de voorbije jaren wél al een aantal van die unicorns ontstaan. Maar het probleem ligt dus ook bij de investeerders. Het blijft in ons land speuren met een vergrootglas naar investeringen van meer dan 5 miljoen euro. Hoopgevend is dan weer wel dat Urbain Vandeurzen nu werkt aan een fonds van 250 tot 350 miljoen en dat imec 60 miljoen euro ophaalde voor het imec.xpand-fond. Ook minister van Overtveldt kondigde onlangs een aantal initiatieven aan rond scaling up-kapitaal.  Er is ook meer dan genoeg investeringskapitaal in ons land, het zijn vaak de investeerders die heel erg voorzichtig blijven. Men struikelt vaak zelfs over bedragen van enkele honderdduizenden euro’s. Dat is geen verwijt, het is gewoon een nuchtere vaststelling.”

"Hier in België hebben we flink wat ongeslepen diamanten in handen"

 

Tegenover die vaststelling staat natuurlijk ook een andere: vooral in de VS werd er de voorbije jaren vaak echt met centen gegooid, vooral dan naar technologiestart-ups. Meer dan één objectieve waarnemer vroeg zich daarbij niet zelden af of die bedrijfjes al dat geld nu ook echt waard waren. “Dat klopt,” klinkt het. “Iemand als Heidi Rakels, die met Guardsquare toch echt een succesverhaal aan het schrijven is, waarschuwt daar ook voor. Start-ups moet echt wel gaan voor duurzame en stabiele groei op langere termijn, en moeten dus leren verder te kijken dan de quick wins. Maar tegelijk ben ik er, na al die jaren bij Bolero en Start it @kbc, ook echt wel van overtuigd dat we hier in België flink wat ongeslepen diamanten in handen hebben. We zitten op enorm veel hightech en brains- denk maar een instituut als imec -maar aan de sales- en businesskant heerst er een gebrek aan middelen én ambitie. We zijn te snel tevreden met een bedrijfje van tien of vijftig werknemers, terwijl het potentieel er wel is om sommige bedrijven tot vijfhonderd werknemers of meer te laten uitgroeien.”

Upscalen? Ga weg van de kerktoren

De Global Entrepreneurship Monitor toonde het vorig jaar nog maar eens zwart op wit aan: nooit eerder startten zoveel Vlamingen een eigen bedrijfje op. In 2002 ging het over amper drie procent van de Vlamingen, in 2016 was dat aantal opgelopen tot negen procent. Bart Vanhaeren bevestigt, maar nuanceert ook enigszins. “Een eigen koffiebar of kapperszaak openen is niet evident en verdient alle respect, maar het heeft niets met een echte start-up te maken. Het onderscheid zit vooral in de grotere mate van creativiteit en innovatie bij een start-up. Daarnaast moet een start-up ook echt doorgroeien tot een scale-up, zeg maar een bedrijf met minimaal tien miljoen euro omzet, omdat je dan pas echt een stevige toegevoegde waarde schept voor de economie. Heel veel bedrijfjes hier blijven onder de grens van 50 medewerkers hangen. Om nog even de vergelijking te maken met de VS: daar is de voorbije jaren al meermaals aangetoond dat de netto groei van arbeidsplaatsen de voorbije jaren hoofdzakelijk te danken was aan een aantal start-ups die fors doorgegroeid zijn. Dan hebben we het uiteraard over de Facebooks en Googles van deze wereld, maar ook over heel veel minder bekende bedrijven die vandaag wél echte scale-ups geworden zijn. In België, maar ook in Nederland, komt die die jobcreatie nu wel stilaan op gang, maar ze blijft nog relatief bescheiden. Zelfs in Engeland wordt er door experten opgeroepen om nog ambitieuzer te zijn en wijzen studies op het grote potentieel van start-ups om voor netto jobcreatie te zorgen.

Foto: Luk Collet

"Ik heb al start-ups zien voorbijkomen waarvan ik dacht: wie zit hier in godsnaam op te wachten?"
 

Hamvraag is dan uiteraard: wat moeten we beter of anders doen, afgezien van het haast cultureel bepaalde gebrek aan ambitie? “Om te beginnen, zie ik in landen als IJsland, Nederland of Zweden een veel meer uitgesproken ambitie om snel internationaal te gaan. Echt upscalen is onmogelijk als je onder de eigen kerktoren, in eigen land dus, blijft zitten. Een paar spraakmakende succesvolle voorbeelden zoals Spotify in Zweden of Ayden in Nederland spelen vaak ook een erg belangrijke rol. Misschien is die hier in de toekomst wel weggelegd voor scale-ups zoals Showpad, Silverfin, Datacamp of Teamleader? Daarnaast moeten start-ups hier ook sneller ervaren mensen aan boord halen, die net kunnen helpen bij de uitbouw van het bedrijf en bij die levensnoodzakelijke internationalisering. En daarbij aansluitend: aarzel niet om ook buitenlands talent aan te werven. Dat soort mensen bezorgt je gewoon ook veel sneller internationale geloofwaardigheid”

Lage drempel

Het mag in deze digitale tijden dan al veel gemakkelijker en goedkoper geworden zijn om een start-up op te richten, maar dat houdt ook een zeker risico in, waarschuwt Vanhaeren. “Ik heb de voorbije jaren echt wel een aantal start-ups de revue zien passeren waarvan ik me afvroeg: waar zit de innovatie nu precies, wie zit hierop te wachten? De drempel om een bedrijfje op te richten, is heel laag geworden. Dat is op zich een goede zaak, maar vraag je vooraf toch vooral even af of je echt voor een heel vernieuwend groeibedrijf wil gaan – en of er daarvoor ook een markt bestaat – of je gewoon een eigen zaak wil opstarten. In het eerste geval moet je op een goede dag ook vers geld ophalen, en dat is een lang en zwaar proces. Die verantwoordelijkheid tegenover de investeerders weegt doorgaans ook heel zwaar."

"Bezin dus alvorens je begint, en vraag je af waar je markt zit en hoe het met de mogelijke concurrentie staat. Daarvoor is het huidige, almaar beter uitgebouwde ecosysteem in ons land overigens een zegen: beginnende ondernemers kunnen vandaag op tal van plaatsen en bij de meest uiteenlopende incubatoren gaan aankloppen om hun idee even te gaan aftoetsen. En door al de faciliteiten die hen tegenwoordig ter beschikking worden gesteld, is het risico ook fors afgenomen.”