Sofar-founders Nele Vlaeminck en Esther Noëth

Na een lange en succesvolle carrière in de media keerde Nele Vlaeminck terug naar haar eerste passie die al dateert van in haar kindertijd: interieurontwerp. De gedachte dat een meubelstuk op een bewuste manier geproduceerd en geconsumeerd moet worden, leidde tot het concept van Sofar: een designsofa gemaakt volgens de principes van de circulaire economie. “Ik heb mijn weg moeten zoeken in een zeer traditionele sector. Gelukkig zijn er veel mensen die ook beseffen dat het anders kan én moet. Door hen laat ik me graag omringen.”

Ze komt uit een echte ondernemersfamilie, vertelt Nele Vlaeminck (44) aan het begin van het gesprek. “Mijn vader en mijn grootvader hadden in Kortrijk een familiebedrijf gespecialiseerd in binnenhuisinrichting en het herstofferen van zetels. Als kind hing ik vaak rond in het atelier, waardoor ik als het ware ben opgegroeid tussen de meubels. Ik zag heel veel passie voor het ambacht en liefde voor meubels. Dat is mij bijgebleven uit mijn kindertijd. Niet dat ik op dat moment al het idee had om zelf een circulaire sofa te maken, maar ik denk dat er toen wel een eerste zaadje werd geplant.

Passie gevolgd na burn-out

Na haar studies communicatiebeheer en public relations begon Vlaeminck te werken in de media, waarvan 15 jaar bij Medialaan (nu DPG media). Als product manager verkocht ze sponsorpakketten aan bedrijven zodat die visueel aanwezig konden zijn rond tv-formats zoals The Voice van Vlaanderen, Belgium’s Got Talent en So You Think You Can Dance. “Ik had een salesfunctie en de focus lag op targets behalen en deals afsluiten”, zegt ze over die periode in haar carrière. “Ik kwam in contact met veel grote bedrijven en deed mijn job heel graag. Maar de laatste jaren begon dat zaadje van in mijn kindertijd te kiemen. Ik voelde het kriebelen om iets te doen met mijn passie voor interieur”, vertelt Vlaeminck.

Ik begreep het niet: ik die anders altijd zo gedreven was, geraakte plots niet meer uit de zetel

Uit interesse volgde ze een opleiding interieurdesign via het volwassenenonderwijs en een opleiding 3D-tekenen in avondschool. “Dat was pittig”, herinnert ze zich. “Mijn kinderen Martha en Lou waren toen nog heel klein en we waren ook net ons huis aan het verbouwen. Ik besloot om 4/5 te werken maar eigenlijk kwam het erop neer dat ik een fulltime job deed op 4 werkdagen.” Die onmogelijke combinatie leidde tot een burn-out, waardoor Vlaeminck drie maanden thuis zat. “Ik begreep het niet: ik die anders altijd zo gedreven was, geraakte plots niet meer uit de zetel. Mijn psychotherapeut en mijn man deden me inzien dat ik te veel deed en dat ik keuzes moest maken. Ik werd dan ook verplicht om even stil te staan bij wat ik verder zou gaan doen, want er moest wel degelijk iets veranderen.” Ze koos ervoor om haar passie te volgen en begon met interieuradvies op maat - wat ze nog steeds doet met Nele Vlaeminck Interior Design.

Ik heb ondertussen al heel wat mooie projecten kunnen doen in binnen- en buitenland. Een project dat ik niet snel zal vergeten, is de styling van het huis uit het tv-programma ‘Die Huis’ in Zuid-Afrika, waar ik 3 maanden naartoe ben verhuisd met mijn gezin. Maar eigenlijk probeer ik in elk project dat ik doe vooral op maat te werken, ik vind het belangrijk om rust te brengen in een interieur”, zegt Vlaeminck, die ook voor de Vlaamse versies van ‘Het Huis’ van programmamaker Eric Goens de vaste huisstyliste is.

© 2022 Koen Mutton

Niet altijd een nieuwe zetel

In haar interieurprojecten merkte Nele Vlaeminck dat er bij een verbouwing of een verhuis bijna altijd een nieuwe zetel aan te pas kwam. Wanneer mensen verhuizen, nemen ze hun meubels vaak niet mee omdat ze niet bij de stijl van de nieuwe woning passen of omdat ze te klein, te groot of gewoonweg versleten zijn. Op die manier worden veel meubels weggegooid, waarvan slechts een klein deel gerecycleerd of hergebruikt wordt.

“Voor een versleten meubel zoals een zetel is herstofferen een optie. Maar in de traditionele meubelindustrie zijn zetels gemaakt met veel lijm en nietjes – dat had ik met mijn eigen ogen gezien als kind - die je allemaal moet losmaken om te herstofferen. Dit neemt veel tijd in beslag, waardoor het een dure aangelegenheid wordt. Dan zeggen de meeste mensen: geef mij maar gewoon iets nieuws. Ik denk dat iedereen zich daar wel ergens in herkent, maar eigenlijk klopt het niet dat we zetels zo ‘inwisselbaar’ maken”, stelt Vlaeminck.. Tijdens de eerste coronalockdown - “ik had toen een zee van tijd” - begon ze een sofa te ontwerpen die niet alleen mooi en comfortabel is, maar die ook mee kan groeien met de gebruiker, bijvoorbeeld bij een verhuis of gezinsuitbreiding.

Na de auto-industrie is de meubelindustrie één van de meest vervuilende sectoren. Ik wou mijn eigen meubel niet op die gigantische afvalberg zien belanden

Tijdens haar onderzoek maakte Vlaeminck kennis met de Ellen MacArthur Foundation, een organisatie die zich inzet voor de ontwikkeling van en bewustwording over de circulaire economie, waar ze werd geconfronteerd met de gigantische afvalberg die de meubelsector veroorzaakt. “Na de auto-industrie is de meubelindustrie één van de meest vervuilende sectoren, met meer dan 10 miljoen ton afval per jaar alleen al in Europa. Ik wou mijn eigen meubel niet op die gigantische afvalberg zien belanden. Zo ontstond het idee voor een sofa op basis van de circulaire designprincipes in plaats van de ‘take, make, use, waste’-aanpak van de lineaire economie. Van verschillende kringloopwinkels hoorde ik bovendien dat sofa’s niet makkelijk verkocht worden, vooral om hygiënische redenen. Dat moest toch anders kunnen?”

Dream team

Tijdens haar zoektocht kwam Vlaeminck eind 2020 in contact met Esther Noëth, een net afgestudeerde productontwikkelaar die al sinds haar studietijd volop bezig was met ontwerpen voor de circulaire economie. “Door haar ervaring met ecodesign, materialen en circulaire businessmodellen kon ik het meteen goed met haar vinden, zowel persoonlijk als professioneel. We zaten al snel op dezelfde golflengte en vullen elkaar als een echte tandem goed aan.”

Het resultaat van dat gedreven dreamteam is Sofar, een modulaire designsofa waarvan je zelf makkelijk de opstelling kan bepalen en die je ook kan aanpassen volgens je eigen levensstijl. “Het is een nieuwe Belgische sofacollectie die past binnen de circulaire economie en waar comfort en service centraal staan. Dankzij slimme verbindingstechnieken zonder ‘definitieve’ lijmen en nietjes is de sofa eenvoudig te demonteren, te herstellen en aan te passen aan de verschillende behoeftes van de klant.”

“We gaan daarnaast nog een stap verder met ons digitaal serviceplatform, waardoor we in rechtstreekse verbinding blijven met de klant. Met één simpele klik kan je nieuwe hoezen of extra modules bestellen en krijg je herstellings- en onderhoudstips. Doordat elk kussen een aparte ritssluiting heeft, kan je alle hoezen thuis zelf reinigen. En stel dat je je zetel wilt vergroten, bijvoorbeeld omdat je verhuist en meer ruimte hebt, dan kan je gewoon een extra module bijbestellen. Op die manier willen we dat mensen langer kunnen genieten van hun zetel. De sofa past zich met andere woorden aan aan waar de klant op dat moment behoefte aan heeft.

Dankzij de take-back service haalt het Sofar-team de sofa terug op wanneer je hem wilt verkleinen of niet langer nodig hebt. Zo kunnen de materialen hergebruikt worden in een nieuwe sofa en hoeven er geen nieuwe grondstoffen hoeven ingezet te worden. Door een duurzame sofa te ontwikkelen voor de volgende generaties zorgt het interieurmerk er mee voor dat die enorme afvalberg kleiner wordt. “Voor elke sofa die terugkomt, zullen we samenwerken met een lokaal maatwerkbedrijf om alle verbindingen los te maken, de materialen te recupereren, de hoezen te reinigen en te herstellen. Zo gaan de circulaire en de sociale economie hand in hand”, aldus Vlaeminck.

Geen geitenwollensokken

In de meubelindustrie, als vanouds een traditionele en lineaire sector, leeft nog steeds het vooroordeel dat duurzaamheid saai is. Vlaeminck wil daar komaf mee maken. “We moeten af van dat geitenwollensokkenidee. Duurzaam is verre van saai en lelijk. Door anders te gaan denken en doen ontstaan er net veel nieuwe mogelijkheden. De meeste meubels vandaag zijn (nog) niet gemaakt om terug te nemen en te hergebruiken. Ik vind dat elke meubelproducent verplicht zou moeten zijn om daar al in de ontwerpfase ernstig over na te denken. Ik hoop dat ik met Sofar meer bewustwording kan creëren in de meubelsector. Het kan anders en beter: daar is deze circulaire designsofa het beste bewijs van.”

Duurzaam is verre van saai en lelijk. Door anders te gaan denken en doen ontstaan er net veel nieuwe mogelijkheden

Het prototype van de sofa is afgeklopt en de productie wordt begin 2023 opgestart in samenwerking met familiebedrijf Mecam uit Dilsen-Stokkem. “Met hun ervaring als meubelfabrikant kunnen ze makkelijk opschalen als het nodig is – want we hopen natuurlijk dat het een succes wordt. Vanaf maart kan er besteld worden via de website. Ik ben voorlopig de enige die een Sofar zetel in huis heeft. En ik kan zeggen: het is een fantastische zetel”, lacht Vlaeminck.

“We focussen op direct-to-consumer verkoop via de website. Daarnaast gaan we samenwerken met interieurarchitecten, kantoorinrichters en de projectmarkt. Voor ons is het een bewuste keuze om niet het zoveelste standaard designmeubel op de markt te brengen. Het niveau ligt hoog en dat willen we zo houden”, aldus Vlaeminck, die al luidop droomt van een concept store waar mensen de sofa zelf kunnen beleven en testen, om dan vervolgens thuis alles makkelijk te bestellen.

(© Esther Noëth)

Weg zoeken in traditionele sector

De onderneemster is er zich van bewust dat ze niet voor de makkelijkste weg gekozen heeft. “Voor de meeste mensen komen comfort en design nog altijd op de eerste plaats, gevolgd door prijs. Pas daarna komt duurzaamheid. Zeker in het begin kreeg ik veel vragen en bezorgde reacties omdat een zetel op deze manier produceren en vermarkten nog niet gedaan wordt en dus ook niet gemakkelijk zal zijn.”

Ik probeer vooral te genieten van waar ik nu sta, want ik kom van ver en ik ben heel tevreden met wat ik al bereikt hebt. So far, so good

Vlaeminck bleef echter doorzetten: ze was ervan overtuigd dat ze kon bijdragen aan een betere wereld door op een innovatieve manier meubilair te herdenken en anders te produceren. “Ik heb mijn weg moeten zoeken in een zeer traditionele sector. Gelukkig zijn er veel mensen die ook beseffen dat het anders kan én moet. Door hen laat ik me graag omringen. Dat is een tip die ik heb voor andere startende ondernemers: bouw een sterk netwerk uit, want je kan en moet het niet alleen doen.”

Met de lancering in februari 2023 breken er spannende tijden aan voor Vlaeminck en haar team. “Ik probeer vooral te genieten van waar ik nu sta, want ik kom van ver en ik ben heel tevreden met wat ik al bereikt hebt. So far, so good”, lacht de onderneemster, die toevoegt dat ook haar papa enorm fier is. “Onlangs moest ik presenteren op een event. Papa ging mee om te helpen om de sofa in elkaar te steken. Hij is ontzettend betrokken bij de ontwikkeling van Sofar en ik zag zijn ogen blinken van trots. Dat geeft mij misschien wel de grootste voldoening van al, en veel goesting om te blijven zorgen voor duurzame impact in de meubelsector.