Hubertine Roessingh, directeur van B Lab Benelux

Hoe onderneem ik vandaag op een duurzame manier? Een zonnepaneel op het dak of een cheque voor een goed doel volstaan al lang niet meer als antwoord. Wie écht van betekenis wil zijn voor mens en planeet kijkt naar de kern, de strategie en de purpose van zijn organisatie. Dat zegt de directeur van B Lab Benelux, onderdeel van B Lab, de non-profit organisatie achter de wereldwijde B Corp movement die het bedrijfsleven stimuleert om meer in te zetten op mens, milieu en maatschappij. Hubertine Roessingh is ook één van de geïnterviewden in de Belgische documentaire ‘The decade of action’ die eind deze week in première gaat. “Steeds meer bedrijven nemen het heft in handen om de maatschappelijke agenda vorm te geven.”

Containers genoeg om welluidende begrippen in op te bergen: duurzaam of verantwoord ondernemerschap is er één van. Alleen met een heel brede definitie kom je in de buurt, opent Hubertine Roessingh ons gesprek. In essentie, legt de Nederlandse directeur van B Lab Benelux uit, gaat het over de drie p’s (people, planet en profit) van maatschappelijk verantwoord ondernemen, of in vertaling: de drie m’s van mens, milieu en maatschappij. “Het draait allemaal om waarde creëren vanuit de kern van je organisatie. Niet alleen hier en nu, maar ook daar en later – over de grenzen heen en voor de generaties na ons.”

Van shareholders naar stakeholders

Impact en profit kunnen hand in hand gaan, is de overtuiging van de B Corp movement, die het bedrijfsleven ziet als potentiële drijvende kracht voor het goede. “B Corp certificering is het keurmerk voor bedrijven die naast winst en aandeelhouderswaarde ook mens, milieu en maatschappij als uitgangspunt nemen”, verduidelijkt Roessing. “Wij geloven dat je daarvoor van het gangbare shareholdersdictaat moet overstappen naar een stakeholdersbenadering. De vraag die ondernemingen zich moeten stellen, is: How do our actions hurt or help the stakeholders in society? Anders gezegd: welke verbindingen gaan we aan met mensen – of het nu onze eigen medewerkers zijn, leveranciers, klanten of mensen elders in de keten? Beïnvloeden die onze omgeving ten goede of ten kwade?”

Bedrijven die futureproof willen ondernemen, hebben een meer fundamentele opdracht dan de lokale voetbalploeg sponsoren of hun energieteller onder controle houden, klinkt het. Verantwoord ondernemerschap zit verankerd in het DNA van een organisatie. “Hoe staat het bedrijf in de community en welke rol speelt het daar? Hoe gaat een beleid om met haar eigen werknemers? Op welke wijze maakt de organisatie met haar producten en diensten betekenisvol impact op haar klanten? In de bedrijfsvoering moeten sociale, economische en ecologische overwegingen geïntegreerd terugkomen. Het is het hele pakket, niet één onderdeeltje ervan.”

Als je kijkt naar het huidige economische systeem, dan gaat het nog altijd in de eerste plaats over de korte termijn, over kwartaalcijfers, aandeelhouderswaarden en winstmaximalisatie at all cost

Alles wat je als organisatie doet, heeft ergens wel een effect op andere mensen, dieren en op het welzijn van deze planeet, verklaart Roessingh. “Die bewustwording zie je nu steeds meer ontstaan, niet alleen bij de consument en de burger, maar ook in het bedrijfsleven. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de ontwikkelingen wereldwijd.”

“We staan voor een aantal grote uitdagingen, denk aan de klimaatsverandering, het verlies van biodiversiteit, ongelijkheid en armoede. Maar echt mainstream is de omslag naar een stakeholdersmodel nog niet. Als je kijkt naar het huidige economische systeem, dan gaat het nog altijd in de eerste plaats over de korte termijn, over kwartaalcijfers, aandeelhouderswaarden en winstmaximalisatie at all cost.”

Beter doen dan de overheid

Toch is de transitie her en der ingezet, stelt de B Lab frontvrouw vast. “Lange tijd hebben bedrijven gedacht dat de oplossingen wel van de overheid zouden komen. Vandaag groeit het bewustzijn dat ze wel degelijk zelf een rol te spelen hebben in dat duurzame verhaal. Steeds meer ondernemingen nemen het heft in handen om de maatschappelijke agenda vorm te geven, ze wachten niet langer tot de beleidsmakers met een regelgeving komen. Op dit moment zetten bedrijven in hoog tempo concrete stappen en overtreffen zelfs de doelen die de overheid hen oplegt.”

Grote multinationals hebben misschien meer slagkracht en schaalgrootte, maar de innovatiekracht, snelheid en veerkracht waarmee kleinere partijen kunnen bewegen en zaken op de markt brengen, is natuurlijk wel heel uniek

De rol van het bedrijfsleven in de transitie naar de nieuwe economie valt niet te minimaliseren, vindt Roessingh. Ieder bedrijf kan vandaag beginnen met het creëren van positieve impact . Verantwoord ondernemen is niet alleen weggelegd voor de grote industrieën en multinationals. “Die laatste hebben misschien meer slagkracht en schaalgrootte, maar de innovatiekracht, snelheid en veerkracht waarmee kleinere partijen kunnen bewegen en zaken op de markt brengen, is natuurlijk wel heel uniek.”

Bij de Belgische kmo’s heb je koplopers die erg hard aan de weg timmeren om hun business te verduurzamen. Neem bijvoorbeeld schoonmaakfabrikant Ecover dat een nieuwe afwasmiddelenfles heeft ontworpen die voor 50% gemaakt is uit plastic oceaanafval en voor 50% uit ander gerecycleerd plastic. Dat zijn mooie innovaties die ook grote bedrijven kunnen inspireren. En als dat gebeurt, kan zelfs een hele sectorverschuiving plaatsvinden.”

Kompas naar een duurzamere wereld

Om een systeemverandering te bewerkstelligen, kunnen de Sustainable Develoment Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties als roadmap dienen, wijst Roessingh aan. Die zijn het kompas naar een duurzamere wereld in 2030. Ze stellen zeventien doelen voorop, onder meer rond armoede, ongelijkheid, klimaatsverandering en onderwijs. “Waar nog de grootste verbetermarge zit voor ondernemingen over dit en tien jaar? Er is nog heel veel mogelijk, maar als je inzoomt, blijft het terugdringen van de CO2-uitstoot een belangrijke uitdaging voor veel bedrijven.”

“Een ander topic is gender: in het Europese bedrijfsleven lopen we best achter op dat gebied. Vrouwen krijgen nog altijd zo’n 5% minder betaald dan mannen voor exact hetzelfde werk. Als je het breder opentrekt, gaat het vraagstuk van diversiteit en inclusiviteit natuurlijk verder: over cultuur, kennis en leeftijd.”

De SDG’s bieden veel vrijheid om er een eigen invulling aan te geven en bedrijven kunnen er bovendien op de lange termijn hun businesscase mee versterken. “Dan gaat het in feite over het bestaansrecht van een organisatie”, verduidelijkt Roessingh. “Want dat komt op losse schroeven te staan als je de belangen van anderen niet meeneemt in je bedrijfsvoering. Hoe rechtvaardig je immers je eigen rol in de samenleving als je er niet in slaagt om die, samen met onze planeet, gezond te houden?”

“Wil je jezelf als onderneming toekomstbestendig inrichten en daadwerkelijk impact genereren voor jezelf en de mensen om je heen, dan móet je wel naar die vijf componenten kijken: goed bestuur, milieu, medewerkers, klanten en community. Alleen zo kan je als bedrijf futureproof zijn in de veranderende wereld waarin wij vandaag leven.”

B Corp label

Het momentum is daar, ziet Hubertine Roessingh, in België net zoals in de andere Europese landen. De interesse in de B Corp beweging kent alvast een enorme aanwas. Wereldwijd telt de B Corp community nu zo’n 3.700 bedrijven. In vijf jaar tijd groeide het aantal B Corps in Europa van 30 naar 800, waarvan 120 in de Benelux en een twintigtal in België.

De B Corp certificering, die bedrijven beloont voor hun sociale en milieuprestaties, openbare transparantie en juridische verantwoording, wint zichtbaar aan aantrekkingskracht bij bedrijven. Die zien het label ook als een waardevol bewijsstuk om zich te distantiëren van elke vorm van greenwashing of windowdressing. “Voor consumenten is het niet altijd even makkelijk om good marketing te onderscheiden van good business”, merkt Roessingh op. “Het label biedt een interessant differentiërend vermogen in een overvolle markt. Een onderneming kan ermee laten zien dat ze ook werkelijk doet wat ze predikt.”

Het B Corps assessment – gratis toegankelijk voor bedrijven, benadrukt Roessingh – geeft alvast een mooie indicatie over hoe een organisatie impact maakt op de maatschappij en hoe ze scoort ten opzichte van anderen in dezelfde sector. “Het blijkt best een pittig assessment. Ondernemingen scoren soms lang niet zo hoog als ze zelf wel gedacht hadden. Maar het is vooral een waardevolle oefening om te zien waar verbeteringen mogelijk zijn en waar de blindspots zitten.”

Nu zitten we nog in de fase van urgency maar voor we het weten, belanden we in een stadium van emergency. En daar willen we niet zitten, dat wensen we onszelf, onze kinderen en kleinkinderen niet toe

Ondernemingen die het certificaat binnenhalen, mogen zich verheugen op een mooi aantal binnenstromende cv’s, wijst Roessingh op een prettige nevenwerking. “Er wordt vandaag een groep studenten klaargestoomd aan onze universiteiten die veel meer dan vroeger hun eigen waarde willen verbinden aan de waarde en de purpose van een organisatie. In hun job willen ze van betekenis zijn voor de wereld waarin we leven. Dus zoeken ze naar bedrijven die op een verantwoorde manier invulling geven aan hun bedrijfsvoering. Daar identificeren ze zich mee. Dat waardeaspect zal alleen nog aan belang winnen op de arbeidsmarkt.”

Agenda voor verandering

Business as usual is geen optie voor bedrijven die hun toekomst willen verzekeren, pleit Roessingh in de Europese documentaire The Decade of Action, gemaakt door vijf Vlaamse communicatiespecialisten. Deze gaat in première op 11 december, daags voor de vijfde verjaardag van het klimaatakkoord van Parijs. “De tijd van reflecteren is voorbij, stel ik daar vrij scherp. Natuurlijk moeten we blijven praten en samen weten waar we naartoe gaan. Maar het is ontzettend belangrijk om alles wat we met elkaar bespreken ook daadwerkelijk in acties om te zetten.”

“De uitdagingen zijn inmiddels zo ontzettend groot. Nu zitten we nog in de fase van urgency maar voor we het weten, belanden we in een stadium van emergency. En daar willen we niet zitten, dat wensen we onszelf, onze kinderen en kleinkinderen niet toe.”

“Als we te lang wachten, denk ik dat het gevaar op de loer ligt dat we op een dag wakker worden in 2030 en dan een realiteit onder ogen zien waarvan we denken: ‘Jeetje, waarom hebben we daar niet in 2020 al iets aan gedaan?’ Dus het eerste wat bedrijven nu moeten doen, is een agenda voor verandering creëren. Gewoon beginnen, en vooral niet te lang blijven kletsen met elkaar, is mijn goede raad”, besluit Roessingh.