ecoBirdy-founders Joris Vanbriel en Vanessa Yuan

Waarom zou design niet duurzaam kunnen zijn? Met het Antwerpse ontwerpbureau ecoBirdy, dat intussen internationale bekendheid geniet en overladen werd met flink wat gerenommeerde prijzen, bewijst Joris Vanbriel samen met zijn partner Vanessa Yuan dat het wél kan. En dat het ook nog eens functioneel kan zijn. Hun ondernemersverhaal startte met het ontwerpen van design kindermeubilair uit gerecycleerd kinderspeelgoed, maar daar stopt het niet. “We willen een maatschappelijke verandering in gang zetten en zowel andere industrieën als de gewone consument inspireren.”

In de vingers

“Ik maakte altijd al graag dingen op eigen initiatief”, vertelt Joris Vanbriel ons wanneer we hem vragen hoe hij in het ondernemerschap is gerold. “Ik knutselde graag, vond het fijn om dingen in elkaar te steken. Die karaktereigenschap heeft me geholpen om mijn ideeën te transformeren in een fysiek product en het op de markt te brengen.” Al had Vanbriel ook thuis gezien wat er bij een eigen onderneming kwam kijken. “Mijn ouders waren zelfstandigen”, verduidelijkt hij. Toch stapte hij niet meteen in het ondernemersleven.

“Na mijn opleiding productontwikkeling in Antwerpen, ging ik als industrieel designer aan de slag bij een designbureau in Milaan – dé hoofdstad van het design”, vertelt hij. “Ons kleine team met verschillende nationaliteiten genereerde ideeën, schetste ontwerpen en blies ze leven in voor tal van bekende merken. De Italiaanse manier van werken was heel anders dan ik tot dan toe gewend was. In Milaan stond passie en styling centraal”, legt hij uit. “Hoe je product naar voren komt, dat was enorm belangrijk. Terwijl in Antwerpen alles net heel schematisch en methodologisch verliep.”

In Milaan stond passie en styling centraal, terwijl in Antwerpen alles net heel schematisch en methodologisch verliep

De zin om te creëren liet Vanbriel niet los en in 2008 zette hij dan ook zijn eerste stappen als ondernemer. “Samen met mijn broer Jan ontwierp ik de Holocube. Simpel uitgelegd is dat een toestel waarmee je videobeelden laat zweven in de lucht, eigenlijk een holografisch display”, vertelt hij. Het bedrijf bestaat nog altijd en heeft ondertussen enkele mooie namen op haar palmares staan, zoals Siemens, Louis Vuitton en McLaren.

Vraagtekens

Na een tijdje begon er bij Vanbriel en zijn levenspartner Vanessa Yuan toch iets te knagen. “Als je jarenlang in een omgeving met consumentengoederen met een korte levensduur werkt, ga je je op den duur vragen stellen”, geeft hij toe. “LCA’s of levenscyclusanalyses geven dan wel de totale milieu-impact van producten weer, die had ik niet nodig om te begrijpen dat lokale productie en eerlijk materiaalgebruik een cruciale rol spelen als je duurzaam wil zijn.”

“Dat zag ik in Italië al. Die Italiaanse merken produceerden lokaal, wat een invloed had op het prijskaartje, maar wat tegelijk hun kwaliteit en innovatiepotentieel ten goede kwam. Ik geloof er dan ook heel sterk in dat de nauwe samenwerking met een lokaal bedrijf zich sowieso positief vertaalt naar het eindresultaat.”

We voelden allebei de noodzaak om onze competenties te benutten in meer verantwoorde projecten met minder milieu-impact

“Vanessa en ik werkten al jaren in de design- en modewereld en vroegen ons dan ook af: is het nodig om iets nieuws te creëren als er al zoveel goed design bestaat?” De toenemende mediaberichten over de klimaatopwarming, milieuproblemen en de tonnen plastic in zee lieten het koppel ook niet koud. “Dat was heel confronterend, want wij als industrieel ontwerpers zijn medeverantwoordelijk voor dat probleem. We voelden allebei de noodzaak om onze competenties te benutten in meer verantwoorde projecten met minder milieu-impact.”

Een gemaskerde grootvervuiler

Hun oog viel op plastic, een veelzijdig materiaal dat licht en flexibel is. “Omdat het zo goedkoop is om te produceren, wordt het ook snel weggegooid”, legt Vanbriel uit. “Jammer, want eigenlijk heeft het een lange levensduur. Kijk maar eens naar plastic meubilair van de jaren ’60, dat wordt nu nog verkocht in vintage stores.”

Uit een VN-rapport van 2014 bleek vooral de speelgoedindustrie een grote plasticverbruiker te zijn”, gaat Vanbriel verder. “Je verwacht het misschien niet, maar plastic verpakkingen vertegenwoordigen maar een klein percentage van het totale gewicht van een product. Terwijl plastic speelgoed voor 100% uit plastic bestaat. Je moet bijvoorbeeld al 500 plastic drinkflessen inzamelen om het gewicht van een plastic speelgoedkeukentje te evenaren.”

Uit een bevraging in hun kennissenkring bleek ook dat speelgoed maar een kort leven beschoren is: het belandt ergens op zolder of in de vuilbak. Vooral dat laatste is zorgwekkend, blijkt uit het onderzoek van Vanbriel en Yuan: “In Europa produceren we zo’n 24 miljoen ton plastic afval per jaar en slechts een derde daarvan wordt gerecycleerd.”

“Dat komt omdat plastic speelgoed vaak een assembly is van verschillende onderdeeltjes, wat het complex maakt om te recycleren. Dat was voor ons hét teken dat we hier een verschil konden maken”, gaat Vanbriel verder.

Af van de status quo

En zo geschiedde: Vanbriel ging op zoek naar recyclingpartners en plasticproducenten die oren hadden naar hun missie. “Die cross-sectorale samenwerkingen opzetten was de grootste uitdaging”, vertelt hij daarover. “We moesten de verschillende partners ervan overtuigen af te wijken van hun vertrouwde manier van werken en zich aan te passen aan onze nieuwe technologie en filosofie. Dat was meteen ook de grootste les in ons parcours: zorg ervoor dat je je inhouse heel goed voorbereidt, voor je rond de tafel gaat zitten met partners of leveranciers die de waarde van je bedrijf nog niet goed kennen of begrijpen.”

Zorg ervoor dat je je inhouse heel goed voorbereidt, voor je rond de tafel gaat zitten met partners of leveranciers die de waarde van je bedrijf nog niet goed kennen of begrijpen

Meteen naar de industrieën zelf trekken, was een bewuste keuze, vernemen we. “Er bestaan tal van goedbedoelde DIY-recyclagetechnieken”, legt Vanbriel uit. “Maar wij vonden dat onze innovatie een industrieel proces moest zijn. Want pas als je het op die grote schaal toepast en commercialiseert, kan je het verschil maken.”

Maatschappelijk bewustzijn

Dat verschil is precies wat Vanbriel en Yuan willen bereiken. “We willen een maatschappelijke verandering in gang zetten”, vertelt eerstgenoemde enthousiast. “We willen een voorbeeld zijn en zowel andere industrieën als de gewone consument inspireren.”

En dat begint al van jongs af aan: “Ons kindermeubilair ziet er niet alleen nieuw uit, je ziet ook meteen dat het gerecycleerd is. Dat schept een voorbeeld voor kinderen: ze krijgen meteen mee dat gerecycleerde spullen geen afgedankte spullen zijn.” En dat is niet alles, want bij de kindercollectie hoort ook een boek. “Dat boek legt het hele proces van kinderspeelgoed naar kindermeubilair uit. We trokken ook naar scholen om de kinderen daar bewust te maken van recyclage en de milieu-impact en om plastic speelgoed in te zamelen.”

In feite bouwt iedereen die een ecoBirdy-stuk koopt mee aan dat maatschappelijk bewustzijn en die duurzame filosofie

ecoBirdy wil zich dan ook als meer dan louter een designmerk profileren. “We ontwikkelen nu ook meer dan alleen producten voor kinderen en volwassenen. We bouwen bijvoorbeeld ook installaties om de klimaatproblematiek te visualiseren en zo het bewustzijn te vergroten. In feite bouwt iedereen die een ecoBirdy-stuk koopt mee aan dat maatschappelijk bewustzijn en die duurzame filosofie.”

Installatie van ecoBirdy in Museo Nazionale Scienza e Tecnologia Leonardo da Vinci in Milaan

Buitenlandse furore

De gerecycleerde en volledig recycleerbare designborden en meubilair vallen ook in het buitenland in de smaak, zoals in de Verenigde Staten, Canada, Australië, Noord-Europa, China en Korea. Vooral in de VS en Noord-Europa vormt de combinatie tussen design en klimaatmissie dé toegevoegde waarde om een ecoBirdy-item te kopen.

We willen onze collecties verder uitbouwen en staan er ook voor open om een versnelling hoger te schakelen, bijvoorbeeld via een kapitaalophaling

In het populaire designmagazine Frame werd ons volwassenenmeubilair getipt als een van de must see producten op de Design Week in Milaan, daar zijn we best trots op”, vertelt Vanbriel enthousiast. “Ook het feit dat ons meubilair is opgenomen in de vaste collecties van enkele musea zoals het Design Museum in Brussel en het V&A in Londen is voor ons de bevestiging dat onze producten relevant zijn voor deze tijd.

Toekomstmuziek

De toekomst wil Vanbriel op hetzelfde elan verderzetten. “We willen onze collecties verder uitbouwen en staan er ook voor open om een versnelling hoger te schakelen , bijvoorbeeld via een kapitaalophaling of strategische samenwerking”, klinkt het.

“Start it @KBC was daarin voor ons een goede leerschool. Daar zagen we dat er schaalkansen zijn, op voorwaarde dat het een goede match is op elk vlak. We maken fysieke producten, schalen is voor ons minder voor de hand liggend dan wanneer je software of een platform ontwikkelt. Dat vraagt toch om een andere aanpak. Niet alleen het financiële plaatje is dus van belang, maar ook de meerwaarde die zo’n partner kan bieden op het vlak van distributie of logistiek bijvoorbeeld.