Afgelopen jaar werd 'winkelhieren' verkozen tot Woord van het Jaar. Naast een kleinere ecologische voetafdruk heeft winkelen bij de handelaar om de hoek als grote voordeel dat de omzet terugvloeit in de lokale economie. En dat sluit naadloos aan bij het digitale koopgedrag. Want Belgen en Vlamingen shoppen massaal online in het buitenland. En laat dat nu net tijdens de coronacrisis een aderlating zijn voor de lokale handelaars. Samen met een team van experts uit de retail, marketing en service-bedrijven bogen we ons over dit ingewikkelde vraagstuk. Want hoe vertaal je het winkelhieren digitaal?

België in nauwe schoentjes

Er zijn tal van nadelen wanneer je in België een webshop wil opstarten. Letter samengeknepen tussen drie landen waar e-commerce al enkele jaren groot is, is een tweetalig land als België een zeer complexe markt om online te verkopen. De taal is een barrière (hogere ontwikkelings-, marketing- en servicekosten), maar ook het wettelijke kader rond nachtwerk zorgt dat we concurrentieel zwakker staan dan de ons omringende landen.

En net door deze complexiteiten verliest een Belgische webshop vaak het concurrentieel voordeel tegenover anderen. Want als het niet goedkoper, sneller en beter kan, moet je al een grote investering maken om boven het maaiveld uit te komen.

Geen verloren zaak

Maar een Belg zou niet de dapperste der Galliërs zijn, mochten hiervoor geen oplossingen voorhanden zijn (of gemaakt worden). Want ongeacht ons koopgedrag in buitenlandse webwinkels, is een Belg ook gehecht aan zijn roots. Als je kijkt naar campagnes als 'Dit is Belgisch' en 'Make Belgium great again' is het niet zo moeilijk om op de emotionele snaar te spelen. Ook nu tijdens de coronacrisis zien we tal van initiatieven ontstaan die een enorme warmte en groepsgevoel uitstralen.

De uitdaging zit hem erin deze emotionele verbondenheid uit te spelen wanneer een lokale handelaar online wil gaan verkopen. Aangevuld met de nodige technische ondersteuning en slimme trucs is het zeker geen verloren zaak.

Eerste grote stap is herkenbaarheid

Bij veel webshops is het niet duidelijk of het nu over een Belgische webshop gaat of niet. Want hoewel velen van hen opereren vanuit een .be-domein, wil dit niet zeggen dat hun hoofdzetel lokaal zit. Momenteel werken verschillende belangenorganisaties samen aan een label, die de herkenbaarheid moet verhogen van de Belgische webshops.

Daarnaast moet uiteraard het wettelijk kader voor dit label geschetst worden. Dit is een zoektocht die nog niet afgelopen is en waar zeker nog input voor welkom is. Want wat is Belgisch? Is dit enkel wanneer de hoofdzetel op ons grondgebied gevestigd is? Of telt een grote lokale tewerkstelling ook? We moeten dus op zoek naar objectieve criteria die bepalen of een webshop al dan niet Belgisch is.

Millennial relationships

Na de herkenbaarheid volgt de bekendheid

Een label maakt het al duidelijk of een webshop Belgisch is, maar daarmee stappen er nog geen klanten binnen in jouw virtuele showroom. Daartoe is een uitgebreide marketingcampagne nodig. Een marketingcampagne die niet enkel vanuit de individuele webshop gevoerd kan worden, maar zeker ook kan werken op het groepsgevoel.

De media-inkomsten staan onder druk van de verminderende reclame-inkomsten en dan wordt er al snel ruimte geboden voor meer creatieve ideeën. Concepten als een 'Make Belgium great again' kunnen relatief eenvoudig een verlengde krijgen, waarbij ook de bewustwording van koopgedrag hier deel van uit maakt. Maar ook een overheidscampagnes als 'Belgische kazen blijven verbazen' kunnen als inspiratie dienen om actief Belgische webshops te promoten.

Online marktplein

Als laatste stap is het tijd om echt op de emoties te spelen. Want de laatste stap is in het verhaal is natuurlijk de winkelier-klant-relatie opbouwen. En dat kan ook online gebeuren. Nu, tijdens de crisis zie je reeds veel versnipperde initiatieven die dit al succesvol doen. Zo zijn er veel lokale handelaars die hun producten alsnog online trachten te verkopen en wordt dit gecommuniceerd via hun Facebook-kanaal.

Initiatieven zoals lazysundays.be trachten al deze initiatieven inzichtelijker te maken op één platform. Ook Facebook-communities als 'u bent van deze gemeente' kunnen hier een belangrijke rol in spelen.

Een online marktplein kan potentieel ook gekoppeld worden aan een handige zoekfunctie die je toelaat je lokale handelaars online terug te vinden. Vanuit de gedachte van hyperlokaal te shoppen, kan de consument dan een steentje bijdragen aan de lokale economie. Initiatieven als Hoplr, waarop ondertussen 400.000 Nederlandse en Belgische gezinnen zitten, bewijzen dat er een vraag is naar lokale verankering. Een lokaal marktplein dat alle handelaars van een bepaalde regio verbindt, heeft dus een sterk potentieel.

Uiteraard is dit een idee dat nog verder uitgediept dient te worden en wij nodigen dan ook iedereen uit om dit verder vorm te geven.

Support your local independent businesses
Photographer: visuals | Source: Unsplash

Babysteps

Al deze initiatieven kosten tijd en hopelijk is de coronacrisis sneller achter de rug dan dat deze initiatieven het levenslicht zien. Maar ondertussen kunnen er al kleine stapjes genomen worden. We zien heel wat handelaars en horecazaken al zelf kleine initiatieven opstarten en kunnen dit alleen maar aanmoedigen.

Online verkopen heeft maar deels te maken met de technologie van een webshop, het heeft ook te maken met een mindset en de wil om het te doen lukken, dat bewijzen heel wat kleine initiatieven

Dit maakt de noodzaak aan bovenstaande initiatieven alleen nog maar tastbaarder en zorgt er tegelijk voor dat de lokale handelaar ook weerbaarder wordt. Verkopen via social media-kanalen als Facebook en Instagram is een beproefde methode, maar ook via Vinted en WhatsApp zien we soortgelijke initiatieven terug. Online verkopen heeft maar deels te maken met de technologie van een webshop, het heeft ook te maken met een mindset en de wil om het te doen lukken, dat bewijzen net deze kleine initiatieven.

Om met een positieve noot te eindigen, kunnen we stellen dat de coronacrisis voor de lokale handelaars een uitnodiging om te innoveren. En zij die hierin slagen, zullen morgen na de crisis misschien geen volledig nieuw businessconcept hebben bedacht, maar wel enorm veel kennis rijker zijn.